Vragen van het lid Van Haersma Buma aan de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het Dierenfront dat beleggers belaagt.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. De gewelddadige acties van radicale dierenactivisten lijken een nieuwe dimensie te hebben gekregen. Afgelopen maandag konden we in de krant lezen dat personen thuis worden belaagd, enkel vanwege het feit dat zij functies bekleden bij ondernemingen die, tussen heel veel andere beleggingen, ook geld beleggen in buitenlandse ondernemingen die mogelijk zijn betrokken bij dierproeven. Huizen worden beklad, auto's worden vernield en de mensen om wie het gaat hebben nu extra bewaking. Het lijkt wel alsof de tijden van RaRa terugkeren. Er is sprake van een terreur die moet worden gestopt.

Ik heb daarom een aantal vragen voor de ministers. Kunnen zij in algemene zin aangeven of het aantal incidenten inderdaad toeneemt, of dat er zo nu en dan sprake is van incidenten? Ik wil dus weten wat de ontwikkelingen daarin zijn. Verder hebben we in deze Kamer enkele jaren geleden uitvoerig gedebatteerd over de dierenactivisten en hun gewelddadige activiteiten. Is er inmiddels een landelijke aanpak, zoals door de bewindslieden is toegezegd? Wordt de landelijke recherche ingezet? Immers, het gaat niet om problemen die spelen binnen een bepaalde regio, maar juist om problemen die in het hele land spelen. En wordt inmiddels actief opgetreden tegen internetsites, maar ook tegen de niet-virtuele, werkelijke ontmoetingsplaatsen waar deze mensen elkaar vinden en hun aanslagen beramen? Hebben de ministers contact met buitenlandse organisaties en autoriteiten? Uit het artikel dat de aanleiding voor deze vragen was, blijkt dat het om Engelse activisten gaat die in Nederland aanslagen plegen.

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. Over het onderwerp van de criminele acties van dierenrechtenactivisten heb ik in november van het afgelopen jaar vragen beantwoord, mede namens de twee toenmalige collega's. Mijn voorganger heeft daarover in juli 2004 een brief aan de Kamer gestuurd. De recente gebeurtenissen zijn uiteraard buitengewoon verontrustend. Het spreekt vanzelf dat dit ernstig wordt opgevat en serieus wordt genomen door justitie. Het Openbaar Ministerie in Amsterdam heeft een drietal aangiftes in de nacht van 7 op 8 maart ontvangen. Tot op heden zijn er geen aanhoudingen geweest, maar er wordt uiteraard hard aan dit thema gewerkt. Daarbij wordt samenwerking gezocht met de counterparts in het Verenigd Koninkrijk.

De informatie-inwinning met betrekking tot de incidenten die nu aan de orde zijn, is geconcentreerd bij de Unit Contraterrorisme en -activisme van het Korps landelijke politiediensten. De incidenten in de regio's worden daar geanalyseerd. De statistieken daarvan heb ik op dit moment niet beschikbaar, maar het is wel duidelijk dat de recente gebeurtenissen alle aanleiding geven voor gerichte actie. Er is een 24-uursmeldpunt ingericht bij deze Unit Contraterrorisme en -activisme van het KLPD. Het College van procureurs-generaal heeft de strafrechtelijke onderzoeken op het terrein van het gewelddadig dierenactivisme aangemerkt als onderzoek van nationaal belang, hetgeen betekent dat de regionale politiekorpsen in deze onderzoeken samenwerken met de Nationale Recherche.

Met het oog op de ernst van deze zaken heeft het College van procureurs-generaal zowel de betrokken branches als de politieregio's gewezen op het grote belang van preventieve maatregelen en de behandeling van de aangiften van incidenten.

Minister Ter Horst:

Voorzitter. Ik kan hieraan niet veel toevoegen. Mijn enige aanvullende opmerking is dat de AIVD een scherp oog heeft voor dit soort acties. Zo stelt men dreigingsinschattingen op die ter beschikking worden gesteld van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en stuurt men indien nodig ambtsberichten naar het OM en burgers. Verder geeft de AIVD lezingen voor organisaties als Nefarma en de Stichting Informatie Dierproeven over de acties van groepen die zich bezighouden met dierenrechtenactivisme. In deze lezingen worden zij erop gewezen hoe zij deze acties in samenwerking met lokale overheden kunnen voorkomen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik bedank de bewindslieden voor hun beantwoording.

Ik wijs de minister van Justitie erop dat het om Engelse dierenactivisten lijkt te gaan die speciaal naar Nederland komen voor acties. Kunnen zij worden tegengehouden en kan de minister in samenwerking met andere landen die internationale beweging stoppen? Is het verder mogelijk om op te treden tegen internetsites en andere ontmoetingsplaatsen? Als de minister hierop nu niet kan antwoorden, vind ik het geen bezwaar dat hij deze vragen schriftelijk beantwoordt. Kan hij overigens ook inzicht geven in het aantal incidenten en de aard van die incidenten?

Minister Hirsch Ballin:

Ik zeg de heer Van Haersma Buma graag toe dat ik samen met mijn collega een brief naar de Kamer zal sturen over de stand van zaken.

Binnenkort vindt er op hoog niveau ambtelijk overleg plaats met het Home Office over versterking van de samenwerking van Nederlandse en Britse autoriteiten op het terrein van dierenrechtenactivisme.

De heer De Roon (PVV):

De Partij voor de Vrijheid vindt het vreselijk dat men mensen met geweld probeert te dwingen om dingen te doen of te laten. Wij vinden het ook heel erg dat daarvoor criminelen uit het buitenland komen. Wij hebben immers onze handen al vol aan onze eigen criminelen. Zal de minister van Justitie ervoor zorgen dat het OM prioriteit geeft aan de opsporing en vervolging van de daders? Ik denk dan niet alleen aan de vervolging voor ondergeschikte delicten als beschadiging van een pand, maar ook aan de vervolging voor het deelnemen aan een criminele organisatie. Als daarvoor voldoende reden is moet iemand vervolgd worden voor deelneming aan een criminele organisatie. Die organisatie moet, of het nu een Nederlandse of een buitenlandse organisatie is, als zodanig worden vervolgd. Sinds de uitspraak van de rechter in Leeuwarden in de zaak tegen de Hells Angels, weten wij immers dat het van groot belang kan zijn om een vervolging ter zake van een criminele organisatie in te stellen.

Minister Hirsch Ballin:

De heer De Roon verwijst terecht naar de jurisprudentie over de verhouding tussen de vervolging van individuele verdachten en het aanmerken van een organisatie als een criminele organisatie. Uiteraard zal het OM als het onderzoek voltooid is, nagaan welke strafrechtelijke bepalingen op een verdachte van toepassing zijn. Daarbij zal het OM natuurlijk niet beoordelen wat het lichtste strafbare feit is waarvoor op basis van het beschikbare materiaal vervolging kan worden ingesteld, maar wat het zwaarste feit is. Zo hoort dat ook.

De heer Teeven (VVD):

In 2004 heeft de ambtsvoorganger van de minister van Justitie gezegd dat hij hieraan prioriteit zou geven. Hoeveel mensen zijn inmiddels opgespoord en vervolgd? Heeft dat geleid tot veroordelingen? Kan de minister mij met andere woorden een overzicht geven van het aantal mensen dat veroordeeld is voor dierenrechtenactivisme?

Aan de vertegenwoordigers van de Partij voor de Dieren vraag ik het volgende. Die partij maakt zich erg druk over de dieren in dit land, maar hoe oordeelt zij over dit soort radicaal activisme waar mensen schade van ondervinden?

Minister Hirsch Ballin:

Mevrouw de voorzitter. Het zal de heer Teeven, gehoord hetgeen ik zo-even heb gezegd, duidelijk zijn dat de recente aangiften zeer serieus worden genomen door politie en Openbaar Ministerie. Ik heb ook al melding gemaakt van de samenwerkingsverbanden die zijn opgericht, van de rol die de nationale recherche speelt in samenspel met de regionale politiekorpsen. Deze zaak is aangemerkt als een zaak van nationaal belang. De brief van mijn voorganger heeft een vervolg gekregen. Zoals ik aan de heer Van Haersma Buma reeds toezegde, zal ik een brief met nadere, feitelijke informatie aan uw Kamer doen toekomen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik reageer uiteraard graag even op de vraag die de heer Teeven stelde namens zijn fractie. Ik zal hem maar niet vragen wat de VVD-fractie vindt van witteboordencriminaliteit. De Partij voor de Dieren wijst illegale acties te allen tijde af, of het nu gaat om het beschermen van dieren of om het beschermen van mensen. De grenzen van de wet moeten gerespecteerd worden en dat geldt voor mijn partij ten zeerste.

De heer Çörüz (CDA):

Voorzitter. Wij gaan straks stemmen over de Wet bestuurlijke maatregelen nationale veiligheid waarin de mogelijkheid van een gebiedsverbod is opgenomen. Zou een dergelijk verbod kunnen worden toegepast op deze concrete situatie?

Minister Ter Horst:

Voorzitter. Ik merk in algemene zin nog op dat de Kamer voor de zomer een update van de AIVD, via mij, kan verwachten ten aanzien van dierenrechtenactivisme. Mijn voorganger had deze beloofd en de Kamer mag deze voor de zomer verwachten. De Kamer krijgt daarmee een goed overzicht van de stand van zaken.

De heer Çörüz vraagt mij of de Wet bestuurlijke maatregelen nationale veiligheid op dit punt van toepassing zou zijn. In het geval waarover in De Telegraaf is bericht en dat hier in bespreking is, zou die wet niet van toepassing zijn omdat in dat geval sprake is van strafbare feiten. De Wet bestuurlijke maatregelen nationale veiligheid is voor preventie bedoeld, niet voor de aanpak van strafbare feiten.

Naar boven