Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over structuurfondsenprogramma's, te weten:

- de motie-Van Dijk c.s. over structurele reservering voor financiering van de IPR-regeling (27813, nr. 16);

- de motie-Snijder-Hazelhoff/Douma over verhoging van de bijdrage aan de noordelijke regio (27813, nr. 17).

(Zie vergadering van 8 juni 2006.)

De voorzitter:

De motie-Van Dijk c.s. (27813, nr. 16) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de EU besloten heeft om de lidstaten toe te staan een IPR-regeling voor de periode 2007-2013 in het leven te roepen;

overwegende:

  • - dat Duitsland en België al te kennen hebben gegeven gebruik te zullen maken van deze regeling;

  • - dat deze IPR-regeling een nuttig instrument is gebleken om investeringen naar de Nederlandse grensstreken te lokken, waardoor de structuur van de regionale economie versterkt wordt, de werkgelegenheid groeit en het level playing field gegarandeerd wordt;

  • - dat de IPR als een instrument ter versterking van de structuur van de economie kan worden gezien;

verzoekt de regering, in de begroting voor het jaar 2007 10 mln. als financiering voor de IPR-regeling te reserveren, te financieren direct of indirect uit het Fonds Economische Structuurversterking;

verzoekt de regering tevens, met voorstellen te komen voor een structurele financiering voor de jaren na 2007,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie wordt voorgesteld door de leden Van Dijk, Snijder-Hazelhoff, Douma en Bakker. Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 20 (27813).

De motie-Snijder-Hazelhoff/Douma (27813, nr. 17) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de bijdragen die door de noordelijke regio worden ontvangen onmisbaar zijn voor een ontwikkeling en het benutten van de kansen van de noordelijke regio;

overwegende dat de noordelijke regio in potentie een belangrijke bijdrage kan leveren aan de realisering van de Lissabondoelstellingen;

overwegende dat voor het benutten van de kansen en het stimuleren van de ontwikkeling van de noordelijke regio de nodige middelen ter beschikking moeten komen;

overwegende dat op aanwijzing van de Europese Commissie de noordelijke regio een bedrag van 237 mln. zou dienen te worden toebedeeld;

constaterende dat het voorstel van de regering onvoldoende rekening houdt met voorgaande overwegingen voor de verdeling van de middelen uit het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkelingen (EFRO);

verzoekt de regering, de bijdrage aan de noordelijke regio te verhogen, conform het voorstel van de Europese Commissie, middels een verhoging van de cofinanciering met 55 mln., tot een bedrag van 237 mln. voor de jaren 2007 tot en met 2013;

verzoekt de regering, deze verhoging te financieren uit het Fonds Economische Structuurversterking,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie wordt voorgesteld door de leden Snijder-Hazelhoff en Douma. Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 21 (27813).

Ik constateer dat wij direct over beide gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Dijk c.s. (27813, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Snijder-Hazelhoff/Douma (27813, nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van D66 tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Ik deel mee dat bij de stemmingen over de moties inzake de Wet financiering hoger onderwijs (30387) de aanwezige leden van de fractie van de LPF geacht wensen te worden tegen de gewijzigde motie op stuk nr. 71 te hebben gestemd, maar dat maakt uiteraard geen verschil uit voor de stemuitslag.

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Er was enige verwarring in onze fractie. Wij weten niet zeker of het is genoteerd, maar de aanwezige leden van mijn fractie wensen geacht te worden tegen wetsvoorstel 30358 te hebben gestemd.

De voorzitter:

Bij dezen is het opgetekend. Ook dit maakt geen verschil uit voor de stemuitslag.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven