Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de beroepen in het onderwijs onder meer in verband met het aanbrengen van enkele verbeteringen in de regels over de bekwaamheid van onderwijspersoneel zoals deze komen te luiden door de Wet op de beroepen in het onderwijs (aanpassing regels bekwaamheidseisen onderwijspersoneel) (30478), en over:

- de motie Hamer/Lambrechts over leraren die onbevoegd zijn voor het vak lichamelijke oefening (30478, nr. 12).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Kraneveldt (LPF):

Voorzitter. Wij stemmen straks over een aanpassing van de regels inzake de bekwaamheidseisen voor onderwijspersoneel. Daar heeft de heer Jan de Vries een amendement over ingediend. Toen hij mij het conceptamendement voorlegde, impliceerde het nog dat er voor telkens twee jaar een vrijstelling kon worden verleend aan leraren in het primair onderwijs om gymles te geven, terwijl zij geen bevoegdheid hebben. Ik heb dat amendement toen ook ondertekend. Ik heb hem verzocht om het woordje telkens weg te halen, omdat ik van mening was en nog steeds ben dat het maar voor twee jaar mag gelden. In die twee jaar moet de betreffende docent een gymbevoegdheid halen. Nu is in het debat over het wetsvoorstel dat wij zojuist hebben gevoerd gebleken dat het amendement van de heer De Vries toch behelst dat twee keer twee jaar een vrijstelling kan worden gegeven, omdat de Wet BIO al voorziet in een vrijstelling van twee jaar. Dat heb ik niet beoogd. Ik heb een uur geleden dan ook mijn handtekening onder het amendement moeten verwijderen. Ik begrijp heel goed dat het lastig is, zeker voor de indiener, maar het is niet anders. Het feit dat er vandaag over het wetsvoorstel gestemd moet worden, omdat de wet per 1 augustus moet ingaan en volgende week in de Eerste Kamer wordt behandeld, kan geen reden zijn om een concessie te doen aan onze wensen.

In stemming komt het amendement-Jan de Vries c.s. (stuk nr. 14, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP, het CDA en de Groep Wilders voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 14 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

De heer Jan de Vries (CDA):

Er hebben nu toch geen 75 leden tegen het amendement gestemd?

De voorzitter:

Er hebben ook geen 75 leden voor gestemd.

De heer Jan de Vries (CDA):

Is dat geen reden voor een hoofdelijke stemming over het amendement?

De voorzitter:

Dat is aan u.

De heer Jan de Vries (CDA):

Ik betwijfel of een meerderheid van de Kamer tegen het amendement heeft gestemd.

De voorzitter:

Wij hebben op dit moment 148 leden. Dat wil zeggen dat er 75 leden nodig zijn om een meerderheid te verwerven voor wat je in staatsrechtelijke zin ook wilt bereiken. De fracties die hun hand hebben opgestoken tellen samen geen 75 leden, dus is het amendement niet aangenomen. Zo simpel is het!

De heer Jan de Vries (CDA):

Maar als ik de samenstelling van de Kamer in aanmerking neem en de aanwezige leden, waag ik te betwijfelen of de fictieve meerderheid die tegen dit amendement heeft gestemd in uw ogen ook een feitelijke meerderheid is.

De voorzitter:

Er is geen twijfel!

De heer Jan de Vries (CDA):

Dus vraag ik u om hoofdelijke stemming!

De voorzitter:

Er is gestemd en de uitslag is zoals die is. U hebt 75 leden nodig om een meerderheid te halen. Normaal is dat 76, want de Kamer heeft nu 148 leden in plaats van 150. Die 75 hebt u niet gehaald, want het waren er 73!

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II tot en met IX en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hamer/Lambrechts (30478, nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven