Vragen van het lid Heemskerk aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitspraak van de minister dat de meevallers voor de zorgtoeslag kunnen worden ingezet voor de energiecompensatie.

De heer Heemskerk (PvdA):

Voorzitter. Laat ik meteen helder zijn: het is geen meevaller, het is een tegenvaller. Vorige week hebben wij bij de begrotingsbehandeling diverse malen gesproken over de vraag wat er gebeurt als de zorgpremies lager uitvallen. De Partij van de Arbeid is daarover helder. Zij wil dat ook de lagere inkomens profiteren van de lagere premie. Dat is nu niet het geval. Lagere inkomens wordt gekort op hun zorgtoeslag. Het gaat daarbij om een groot bedrag: meer dan 250 mln. Dat is een lastenverzwaring voor deze mensen, die toch al weinig hebben.

Bij de begrotingsbehandeling gaf de minister zeer ontwijkende antwoorden. Ik was er daarom buitengewoon verbaasd over dat hij vrijdag voor Radio 1 zei dat het kabinet in december gaat besluiten of het geld dat voor de zorgtoeslag voor de lage inkomens was gereserveerd, zal worden ingezet voor de energiecompensatie van de hogere inkomens. De hogere inkomens profiteren al netto van de lagere premie en krijgen er dan nog een schepje bovenop.

Wij krijgen heel veel brieven van mensen met een AOW-uitkering of met een klein pensioen die erop achteruitgaan. Huurders, scholieren, studenten: iedereen heeft die forse zorgpremie voor zijn kiezen gekregen. Zij moeten eerst meer gaan betalen om daarna nog iets terug te krijgen. Dat laatste wordt dus nu minder. En dan heb ik het rondpompen van geld en de overbodige bureaucratie nog niet genoemd, honderden ambtenaren, met staatssecretaris Wijn erbij. Wij hadden liever meer inzet in de verpleeghuizen gezien. Vindt de minister het een evenwichtige verdeling om meevallers van lagere inkomens over te boeken naar hogere inkomens? Dat is de omgekeerde solidariteit die wij van deze minister kennen.

De gemiddelde marktpremie kunnen wij nu wel berekenen, want de vijf grootste verzekeraars hebben bekendgemaakt wat zij gaan vragen. Dat komt uit op gemiddeld € 1056. Dit houdt in dat vijf miljoen huishoudens € 50 minder krijgen: een tegenvaller van 250 mln. De lagere inkomens krijgen te maken met een lastenverzwaring. Klopt het dat het bedrijfsleven als gevolg van de Zorgverzekeringswet volledig wordt gecompenseerd voor de lastenverzwaring en de lagere inkomens niet?

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. In mijn hoedanigheid als minister van Volksgezondheid ben ik alleen maar gewend aan tegenvallers. Ondanks mijn beruchte en zuinige beleid heb ik elk jaar per saldo tegenvallers moeten accepteren. De zorguitgaven gaan nog steeds elk jaar met vele miljarden omhoog. Naar het oordeel van de PvdA is dat nog niet genoeg. Meestal heb ik tegenvallers. Zeer onlangs heb ik als gevolg van een rechterlijke uitspraak nog een tegenvaller van 180 mln. mogen incasseren. De rechter werkt ook niet altijd mee. In één middag was dat bekeken.

Maar nu, terwijl iedereen voorspeld had dat de premies voor de nieuwe zorgverzekering zouden uitkomen op € 1300 of meer, heb ik mogen vaststellen dat mijn raming van € 1108 te ruim is geweest. De gemiddelde premie is dus veel lager. Dat is echt een reuze meevaller voor de Nederlandse samenleving. Ik vind het dan toch wel heel knap van de heer Heemskerk dat hij dat als een tegenvaller ziet. Stel dat er onverhoopt inderdaad een premie van € 1300 zou zijn geweest, dan had de heer Heemskerk klaarblijkelijk gezegd dat het een meevaller voor de Nederlandse samenleving was geweest.

Voorzitter. Dit is een meevaller. Het is inderdaad waar: ik stem de zorgtoeslag af op een voorspelde premie. In de wet hebben wij afgesproken dat de lagere inkomens bij een premie die uiteindelijk hoger uitvalt, volledig zijn beschermd, maar de hogere inkomens niet. De lagere inkomens krijgen dan immers een volledige tegemoetkoming in de vorm van een zorgtoeslag. Valt de premie lager uit, dan vindt ook een verrekening plaats.

Ook heb ik gezegd dat de minister van Financiën heeft aangekondigd dat het kabinet in december van dit jaar naar aanleiding van de jongste CPB-gegevens een tussenopname zal maken van het inkomensbeeld. Op grond daarvan zal een beslissing worden genomen over eventuele compensatie voor welke inkomensgroep dan ook. Ik ben ervan overtuigd dat de lagere inkomens daarbij zeker niet zullen worden overgeslagen. Het kabinet zal zoals altijd een evenwichtig besluit nemen waarbij heel goed op de positie van de mensen met de lage inkomens wordt gelet.

Ik weet nog niet precies hoe groot de meevaller is. Dat zal in de komende weken precies worden uitgerekend. Ik denk dat het om een behoorlijk bedrag gaat, maar ik gaf al aan dat er altijd tegenvallers zijn die even groot of zelfs groter zijn. Het feit dat er wat betreft de zorgtoeslag een meevaller is, stelt het kabinet in ieder geval in de gelegenheid om in december iets extra's te doen.

De heer Heemskerk (PvdA):

De PvdA vindt dat bij een premiestijging de mensen die meer verdienen meer moeten betalen dan mensen die minder verdienen. Nu wordt echter de wereld op zijn kop gezet. Er was op uw begroting 2,7 mld. gereserveerd voor een tegemoetkoming in de hogere zorgkosten voor de lagere inkomens. Hoeveel gaat u overhouden op dat bedrag? Hoeveel krijgen de mensen niet van dat gereserveerde geld? Volgens mij gaat het om meer dan 5 miljoen huishoudens die een bedrag van minstens € 50 mislopen. Het komt dus neer op een bedrag van 250 mln. aan lastenverzwaring voor de lagere inkomens. De zorgtoeslag – het kroonjuweel van het nieuwe stelsel – zou leiden tot minder inkomenspolitieke discussies, maar dat lukt in het geheel niet. Wij hebben het immers alleen nog maar over inkomensbeleid. Het gaat bijvoorbeeld over de toeslagpartners van studenten en monniken. Bovendien zou de zorgtoeslag ertoe leiden dat er grotere verschillen komen tussen de premies. Dat lukt evenmin. In het oude ziekenfonds profiteerde iedereen van een premieverlaging en waren de verschillen veel groter. Er was een verschil van € 200 tussen de goedkoopste en duurste verzekeraar. Nu gaat het slechts om enkele tientjes. Hoe verklaart u dat verschil? Blijft het bedrag van 250 mln. op uw begroting staan? Zet u het bijvoorbeeld in voor een sportfonds dat het mogelijk maakt dat gezinnen met lagere inkomens kunnen sporten of voor de mensen die wel voor de no claim moeten betalen maar dat geld nooit terugkrijgen? Of levert u dit geld in bij minister Zalm?

Minister Hoogervorst:

U zegt dat wij als gevolg van de nieuwe zorgverzekering alleen maar over de inkomensverdeling praten. Dat vind ik een vreemd verwijt, want als u mij daarover steeds vragen blijft stellen – zoals nu – valt daaraan moeilijk te ontkomen. Ik was hier liever ook niet gekomen. U houdt er verder een vrij perverse manier van redeneren op na als u zegt dat het toch wel goed zou zijn als de premies zouden stijgen omdat dan de hogere inkomens erop achteruit gaan en de lagere inkomens worden gespaard. Het is een feit dat als gevolg van de meevallende premieontwikkeling een gunstiger budgettair beeld ontstaat, waardoor het kabinet net iets ruimer in zijn slappe was zit als het in december met nadere maatregelen komt. Dat de premieverschillen zo klein zijn geworden, is het gevolg van een goed draaiende markt met homogene (verzekerings)producten. In zo'n markt kruipen de prijzen naar het laagste niveau.

De heer Heemskerk (PvdA):

U hebt een zorgtoeslag geïntroduceerd waar niemand iets van snapt. Daarom gaat het steeds over het inkomensbeleid. En weet u wat pervers is? Als de meevallers ten goede komen aan de hoge inkomens in plaats van aan de lage inkomens!

Minister Hoogervorst:

Die conclusie is voorbarig. In december zal duidelijk worden welke aanvullende maatregelen het kabinet neemt. Ik kan u een ding verzekeren: de lagere inkomens zullen daarbij zeker niet worden overgeslagen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Staat u mij toe dat ik hierover ook een vraag stel aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nu hij toch aanwezig is?

De voorzitter:

Het spijt me, maar dit is buiten de orde.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De minister van VWS gaf vorige week in het debat over de begroting van zijn ministerie geen sjoege. Hij wist niet welke besparing de lagere premie zou opleveren en hij wist niet waar het naar toe ging. Dit zou allemaal in december bekend worden. Dit weekend heeft hij gezegd dat het ernaar uitziet dat er een zeker bedrag zal worden bespaard, 100, 200 of 250 mln., en dat dit zal worden ingezet voor de energiecompensatie. Waarom gaf hij vorige week geen duidelijkheid en maakt hij dit weekend opeens deze koers bekend?

Ik hoop dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid meeluistert als ik een tweede vraag stel aan de minister voor VWS. Dit kabinet staat voor een evenwichtig inkomensbeleid. In 2006 krijgen de lage inkomens een lagere premie, maar zij zien daar niets van terug, want zij krijgen ook een lagere zorgtoeslag. De hogere inkomens daarentegen pakken het voordeel van de lagere premie mee. Dit is niet evenwichtig. Als het kabinet wil vasthouden aan een evenwichtig inkomensbeleid, zou het logisch zijn om het budget dat vrijkomt bij de zorgtoeslag niet te besteden voor een algehele compensatie voor energielasten, maar alleen voor een compensatie voor de lage inkomens. Zo niet, dan houdt het kabinet zich niet aan zijn uitgangspunt dat het streeft naar een evenwichtig inkomensbeleid. Ik hoor graag een bevestiging, want de minister heeft nu kennelijk al meer te zeggen dan vorige week.

Minister Hoogervorst:

Ik heb ook in mijn radio-interview maar weinig sjoege gegeven. Ik heb alleen gerefereerd aan een discussie in de Kamer met de minister van Financiën die onder meer heeft gezegd dat een van de instrumenten waar hij aan zou denken als de mogelijkheid zich voordoet, een lagere energieheffing zou kunnen zijn. Het toeval wil dan dat dit een absoluut bedrag is en dat het daardoor voor de lagere inkomens relatief gunstiger uitpakt dan voor de hogere inkomens. Dit is natuurlijk een kwestie van hogere financiële en inkomenspolitiek en dit is primair een verantwoordelijkheid van de ministers van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, maar het kabinet zal hier een evenwichtig besluit over nemen.

De heer Bakker (D66):

De Partij van de Arbeid heeft het nog steeds niet begrepen. De clou van de zorgtoeslag was nu juist om de zorg op te schonen van al die discussie over inkomenspolitiek. Tot nu toe ging 90% van de discussies in de gezondheidszorg daarover, terwijl die over gezondheidszorg zouden moeten gaan. De zorgtoeslag is een compensatie voor mensen die premies moeten betalen. Als die premie lager uitpakt, is dus ook de compensatie lager en houdt het Rijk geld over. De omkering van de redenering van de heer Heemskerk zou zijn dat als volgend jaar de premie onverhoopt hoger is en er meer moet worden uitbetaald, er sprake zou zijn van een tegenvaller waardoor er ergens in de zorg moet worden bezuinigd. Wil de minister bevestigen dat de zorgtoeslag nu juist betekent dat een meevaller mee valt, maar dat een tegenvaller niet overal en nergens zal worden verhaald? Wij hebben dit nu toch juist buiten de gezondheidszorg georganiseerd.

Minister Hoogervorst:

De zorgtoeslag staat voor de inkomenssolidariteit in het zorgstelsel en biedt een exclusieve inkomensbescherming voor de lagere en middeninkomens en niet voor mensen met een inkomen hoger dan € 40.000. Die kunnen hun eigen boontjes wel doppen en zelf de premie betalen. Hieruit vloeit voort dat als de premie tegenvalt, er extra zorgtoeslag wordt uitbetaald. Ik heb in de eerste maanden toen iedereen nog riep: wat als het € 1300 wordt, steeds gezegd dat voor de lagere inkomens alles wordt vergoed door de zorgtoeslag. Daar heeft toen niemand tegen geprotesteerd. Het spiegelbeeld is dat wij niet zoveel zorgtoeslag hoeven uit te delen als het meevalt.

Mevrouw Schippers (VVD):

De onnavolgbare woordspelletjes van de Partij van de Arbeid leiden in ieder geval altijd tot uitgeven. Wij zijn nu bezig met een megaoperatie en die kan mee- en tegenvallers opleveren. Eigenlijk kunnen wij pas eind januari bekijken of er groepen zijn die onverwacht slechter uit zijn dan wij nu denken en die wij zouden moeten compenseren. Is het dan niet logisch om pas eind januari de rekening op te maken? Dan kunnen wij pas zien of er daadwerkelijk mee- of tegenvallers zijn.

Minister Hoogervorst:

Daarvoor valt op zichzelf wel het een en ander te zeggen. Iedere keer als wij de afgelopen maanden een groep tegenkwamen met een inkomenseffect dat wij eerder niet hadden vermoed, hebben wij dat echter onmiddellijk opgelost. Daarop heeft de Kamer mij ook kunnen aanspreken. Laatst hebben wij nog een oplossing geboden voor de studerende kinderen boven de achttien jaar die nog thuis wonen. De echte stand van zaken zal pas in de loop van het voorjaar kunnen worden opgemaakt. Ik denk wel dat wij in december een zodanig beeld hebben van de omvang van de zorgtoeslag dat dit kan worden meegenomen door het CPB bij de bepaling van het algemene inkomens- en budgettaire beeld.

De heer Omtzigt (CDA):

Een tegenvaller? Ja, een tegenvaller voor de PvdA-fractie! Het nieuwe zorgstelsel werkt. Verzekeraars prijzen veel scherper dan de PvdA-fractie had gedacht. De CDA-fractie is daar buitengewoon content mee. Toch hebben wij een vraag aan de minister. Hij heeft bij de begrotingsbehandeling gezegd dat de zorgtoeslag zal worden vastgesteld op basis van een rekenpremie van € 1106. Hij geeft zelf in antwoord op de vraag van mevrouw Schippers aan dat pas in het voorjaar meer duidelijkheid komt. Mensen kunnen tot 1 mei kiezen. Wij waarderen die keuzevrijheid buitengewoon. De minister kan dus niet al in december de huid verkopen van een beer die nog niet is geschoten. Kan de minister toezeggen dat hij dat dus ook niet zal doen?

Minister Hoogervorst:

Ik denk dat de heer Omtzigt heel terecht aangeeft dat wij ook nog in december met een behoorlijke behoedzaamheid naar die cijfers zullen moeten kijken. Dat zal de regering zeker doen.

Naar boven