86ste vergadering

Donderdag 2 juni 2005

12.30 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 135 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Adelmund, Albayrak, Algra, Aptroot, Arib, Van As, Atsma, Azough, Van Baalen, Bakker, Balemans, Van Beek, Blok, Blom, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Van den Brink, Brinkel, Bruls, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cornielje, Çörüz, Crone, Van Dam, Depla, Dezentjé Hamming, Van Dijk, Van Dijken, Dijksma, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans, Van Egerschot, Eijsink, Eski, Van Fessem, Fierens, Geluk, Van Gent, Gerkens, Griffith, De Haan, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Heemskerk, Van Heemst, Herben, Hermans, Hessels, Van Heteren, Van Hijum, Hirsi Ali, Hofstra, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Jager, Joldersma, Jonker, Kant, Karimi, Koomen, Koopmans, Koser Kaya, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Van der Laan, Lambrechts, Lazrak, Leerdam, Van Lith, Luchtenveld, Mastwijk, Van Miltenburg, Mosterd, Nawijn, De Nerée tot Babberich, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Rambocus, Roefs, Rouvoet, Samsom, Schippers, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets, Smilde, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Straub, Stuurman, Szabó, Timmer, Timmermans, Tjon-A-Ten, Veenendaal, Van Velzen, Vendrik, Verbeet, Verburg, Verdaas, Verhagen, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Vos, Bibi de Vries, Jan de Vries, Klaas de Vries, Waalkens, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen, De Wit en Wolfsen,

en de heer Balkenende, minister-president, minister van Algemene Zaken, de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, de heer Hoogervorst, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de heer Nicolaï, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, en de heer Wijn, staatssecretaris van Financiën.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Dijsselbloem, Kalsbeek, Koenders, Ferrier, Van Oerle-van der Horst, Van Vroonhoven-Kok en Kortenhorst, wegens bezigheden elders;

Tichelaar en Vergeer, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik wil de leden graag een brief voorlezen die ik vanochtend heb ontvangen. Het betreft een brief van onze collega, mevrouw Laetitia Griffith.

"Beste medeleden,

Na het onverwachte vertrek van de VVD-wethouder in Amsterdam is op mij een dringend beroep gedaan om mij kandidaat te stellen voor de functie van wethouder en lijsttrekker VVD in Amsterdam. Ik heb mij beschikbaar gesteld omdat ik als enig Amsterdams Kamerlid de verantwoordelijkheid die de VVD-fractie binnen het bestuur van de stad Amsterdam draagt, van essentieel belang vind. Gisteren, 1 juni, ben ik geïnstalleerd als wethouder in Amsterdam. Daarom verlaat ik per 3 juni, morgen, de Tweede Kamer.

Ik vind het een eer om deze nieuwe functie te mogen vervullen en ga met veel zin en energie aan deze nieuwe opdracht beginnen. Ik heb het als een voorrecht ervaren om van de ruim 16 miljoen Nederlanders één van de gekozen 150 Kamerleden in uw midden te mogen zijn. Die eer en trots heb ik sinds mijn aantreden in de Tweede Kamer zowel naar binnen als naar buiten toe uitgedragen. Ik had graag langer in uw midden willen blijven. Ik had ook graag het werk dat wij met name op justitiegebied in gang hebben gezet, met u willen afmaken. Ik zal de besloten procedurevergaderingen en de inhoudelijke debatten met de justitiewoordvoerders en natuurlijk met minister Donner enorm missen.

Beter dan ik het zelf kan, is mijn gevoel verwoord in de eerste regels van een gedicht van de Surinaamse dichteres Cándani uit de bundel Vanwaar je dacht te vertrekken sta je geplant uit 1993. Dit gedicht geeft het gevoel weer van de tweede generatie Hindoestanen in Nederland. Zij konden amper een beeld geven van hun grootouders in de Surinaamse klei of voort ging het alweer, met de KLM naar Holland.

Als in de verte een horizon is

  • en daarachter een nieuwe verte begint

  • dan moeten wij verder gaan

  • om niet te bezwijken

  • in de eigen sporen

Voorzitter

Tot ziens,

Laetitia Griffith"

(Applaus)

De voorzitter:

Geachte mevrouw Griffith, beste Laetitia. U bent geboren en getogen in Suriname. Toen ik zelf in 1978 voor het eerst in dat mooie land kwam, was u daar ergens in dat land als dertienjarig meisje. Dat vind ik wel een mooi idee. Toen u twintig jaar was, koos u ervoor om naar Nederland te komen, omdat u hier meer mogelijkheden zou hebben om u, zoals u het zelf ooit verwoordde, als persoon te onderscheiden en uw hoofd boven het maaiveld uit te steken. Maar uw oude Surinaamse paspoort liet u met pijn in het hart perforeren. Meer dan ooit moest u hier uw levensmotto "luctor et emergo", ik worstel en kom boven, zien waar te maken. Dat is u gelukt. Na uw studie rechten heeft u een aantal jaren verschillende functies bekleed bij het ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie. In 2002 werd u gevraagd om u kandidaat te stellen voor de Tweede Kamer. U twijfelde omdat u ook plannen had om van uw grote hobby tuinieren uw werk te maken en een tuincentrum te beginnen. Dat Tuincentrum Griffith is er echter nog niet gekomen.

In de Kamer heeft u zich als woordvoerder Justitie van uw fractie sterk gemaakt voor de bestrijding van de criminaliteit en de drugsproblematiek. U deed dat altijd duidelijk en met veel overtuiging. Uw maidenspeech op 10 april 2003 ging over de aanpak van het Nederlandse drugsbeleid. Meteen na het uitspreken van uw maidenspeech wist u, nog in dezelfde termijn, de weg naar de interruptiemicrofoon te vinden. Dat was tekenend voor uw alerte manier van politiek bedrijven. Collega Rouvoet was overigens het slachtoffer van uw maideninterruptie, die hij wist te pareren.

Vorig jaar december bent u door de parlementaire pers gekozen tot "politiek talent van het jaar". U werd geprezen om uw deskundigheid en uw prestaties als Kamerlid. Vandaag is aan uw carrière als volksvertegenwoordiger, voorlopig, een einde gekomen. Er was kritiek op uw snelle vertrek uit Den Haag, ook bij mij. Gelukkig bent u niet verloren voor de publieke zaak. U gaat nu uw talenten inzetten in Amsterdam als wethouder. De vrouw van vijf miljard, wordt u daar nu al genoemd. Dat hadden wij in 1978 toch niet gedacht. Wij hebben er het volste vertrouwen in dat u ook uw nieuwe functie uitstekend zal doen en wij wensen u heel veel geluk met deze nieuwe uitdaging in de hoofdstad van ons land.

(Applaus)

De voorzitter:

Van de brief van mevrouw Griffith zal uiteraard melding worden gedaan aan de Kiesraad en anderen die de procedures zullen gaan uitvoeren.

Naar boven