Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevingsoverleg met stenografisch verslag op maandag 4 april 2005 van 11.00 tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet in verband met de introductie van de rechtstreeks gekozen burgemeester (Wet introductie gekozen burgemeester) (29864) en over de Regeling van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester (Wet verkiezing burgemeester) (29865).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft een brief geschreven aan NOVIB, ICCO en Plan Nederland over hun bemoeienis met het project "26000 gezichten van asielzoekers". Zij legde daarbij een link met de subsidie. Ik vraag haar een brief aan de Kamer te sturen waarin zij uitlegt waarom het nu precies gaat en of er een relatie is – zo ja, welke – met de subsidie die zij verstrekt. Ten slotte vraag ik haar antwoord te geven op de vraag welke ruimte deze organisaties hebben om kritisch te zijn ten aanzien van het overheidsbeleid.

De heer Samsom (PvdA):

Ik steun dat verzoek, maar voordat je het weet krijg je een antwoord waarmee je niet zoveel kunt. Daarom wil ik het verzoek enigszins specificeren. De minister schrijft in haar brief aan de betrokken organisaties: "Ik verwijs in dit verband naar artikel 10 van de subsidiebeschikking". Ik wil graag weten wat in haar optiek artikel 10 precies inhoudt en op welke grond zij het in de brief vermelde initiatief denkt te kunnen ondernemen.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Ik ondersteun het verzoek van de heer De Wit en ook de specificatie van de heer Samsom.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Szabó.

De heer Szabó (VVD):

Voorzitter. Een aantal weken geleden heb ik samen met de heer Cornielje vragen gesteld aan de ministers van Binnenlandse Zaken en voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties over ict en rampenbestrijding. Het antwoord op die vragen heb ik nog niet ontvangen. Ik wil graag dat u de vragen nogmaals voorlegt aan beide heren met het verzoek er zo spoedig mogelijk op te reageren.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit verzoek met grote nadruk onder de aandacht van beide ministers te brengen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Aptroot.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Ik heb zo'n twee weken geleden vragen gesteld aan de minister van Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken over de verplichte advertentie in de Staatscourant na het deponeren van jaarcijfers bij de kamer van koophandel. Ik verzoek om spoedige beantwoording van de vragen omdat veel bedrijven nu hun jaarcijfers vaststellen en deponeren bij de kamer van koophandel en dus ook weer die belachelijke en overbodige advertentie in de Staatscourant moeten plaatsen.

De voorzitter:

Het betreft slechts een verzoek, want de termijn waarbinnen de vragen moeten worden beantwoord, is nog niet verstreken. Ik zal het verzoek onder de aandacht van de minister brengen.

Naar boven