Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de stemmingslijst van dinsdag 14 december:

  • - de motie-Hessels over de MEP en de MEP-subsidie (29575, nr. 7);

  • - de motie-Lambrechts c.s. over het niet gescheiden uitzetten van gezinnen (29800-VI, nr. 54).

Voorts stel ik voor, dinsdag 14 december aanstaande te stemmen over de moties ingediend tijdens het wetgevingsoverleg over het milieudeel van de begroting van het ministerie van VROM voor 2005.

Verder stel ik voor, te behandelen in de week van 14, 15 en 16 december:

  • - het debat over de Najaarsnota en de suppletoire begrotingen. Met voor CDA, PvdA en VVD spreektijden van ieder 10 minuten, voor SP, LPF, GroenLinks en D66 spreektijden van ieder 7 minuten, voor ChristenUnie en SGP spreektijden van ieder 5 minuten en voor de Groep Wilders en de Groep Lazrak spreektijden van ieder 2 minuten;

  • - de wetsvoorstellen Zorgtoeslag + Zorgverzekeringswet (29762 en 29763).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik vraag alle leden met klem zich deze week in te schrijven voor alle debatten die volgende week worden gehouden. Als wij aan het einde van deze week niet weten wie zich heeft ingeschreven en voor welke spreektijden bij onderwerpen waarvoor vrije spreektijden gelden, is het niet mogelijk om de agenda goed te plannen. Ik heb al eerder meegedeeld dat ik dan de vrijheid zal nemen om zelf spreektijden vast te stellen, ook bij wetsvoorstellen.

Ik stel voor, te behandelen op dinsdag 21 december het debat over de Europese Top. Met voor CDA, PvdA en VVD spreektijden van ieder 10 minuten, voor SP, LPF, GroenLinks en D66 spreektijden van ieder 7 minuten, voor ChristenUnie en SGP spreektijden van ieder 5 minuten en voor de Groep Wilders en de Groep Lazrak spreektijden van ieder 2 minuten.

Ik deel aan de Kamer mee dat ik voornemens ben om op donderdag 16 december direct bij aanvang van de middagvergadering te laten stemmen over de begrotingswetten en de overige onderwerpen die dan afgerond zijn. Dat betekent dat wij dan heel lange stemmingen zullen hebben.

Op verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stel ik voor, het voor hedenavond geagendeerde voorstel van wet tot Wijziging van de Ambtenarenwet (29436) van de agenda af te voeren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ten slotte deel ik mee dat op grond van artikel 46, derde lid, van het Reglement van orde, mede gelet op de drukke agenda van de minister-president, de plenaire vergadering op dinsdag 14 december aanstaande om 13.00 uur zal beginnen en op dinsdag 21 december aanstaande om 12.00 uur. Dit alles moet het mogelijk maken om de agenda zonder extra vergaderdagen af te werken.

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in:

  • - het Presidium het lid Verbeet tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Depla tot lid in de bestaande vacature en het lid Timmer tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Depla.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op maandag 13 december 2004 van 13.00 tot 16.00 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de voortzetting van het onderdeel Cultuur van de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (29800-VIII).

Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nrs. 29856 (R1774), 29857 (R1776), 29687 en 29881 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd. Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken 23490, nrs. 343, 346 en 347, 26482, nr. 10, en 29868 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Ik stel voor de stukken 22343, nr. 97, 24036, nr. 306, 24578, nrs. 63 en 66, 26482, nr. 10, 27428, nr. 53, 29200-X, nr. 112, 29800-XVI, nrs. 79 en 80, en 29868 voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mede dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van orde de aangehouden moties stuk 27695, nrs. 33 en 37, stuk 29469, nr. 12, en stuk 29800, nr. 13, zijn vervallen.

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vraag mede namens de fracties van de PvdA en de SP om het verslag van het algemeen overleg dat wij gisteren hebben gevoerd over een AMvB ter wijziging van de Flora- en faunawet, op de plenaire agenda te plaatsen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Om het VAO goed te laten lopen, lijkt het mij goed om de minister te verzoeken, het advies van de Raad van State aan de Kamer toe te zenden. Hij weet waar het over gaat. Dan kunnen wij de plenaire afronding goed geïnformeerd plaats laten vinden.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek van mevrouw Vos te voldoen en dit punt toe te voegen aan de agenda voor volgende week. Verder stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Szabó.

De heer Szabó (VVD):

Voorzitter. Ik vraag u om het verslag van het algemeen overleg IOB, dat gisteren is gehouden, nog dit jaar op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel u voor, ook dit punt toe te voegen aan de agenda van volgende week. Zoals u weet, geldt voor VAO's nu letterlijk het kerstregime, dus alleen het indienen van een motie is toegestaan.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Heemst.

De heer Van Heemst (PvdA):

Voorzitter. De PvdA-fractie zou graag het verslag van het algemeen overleg Terrorisme dat wij gisteren hebben gehouden, op de plenaire agenda geplaatst willen hebben. Als het kan, willen wij dat graag nog vandaag. Het gaat namelijk om moties, waarin wij de regering willen vragen daaraan nog aandacht te besteden in een stuk dat in of nog voor het kerstreces naar de Kamer gaat. Er is dus wel enige spoed bij te betrachten.

De voorzitter:

Het eerste bericht dat ik krijg, is dat de minister van Justitie in het buitenland zou zijn vandaag, dus dan lukt het vandaag niet. Wij zoeken het uit en u krijgt zo spoedig mogelijk een nader bericht daarover.

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Zoals u weet, is op mijn verzoek de behandeling van de AZ-begroting uitgebreid tot een debat met de minister-president over de koers van het kabinet sinds de moord op Theo van Gogh op 2 november. Dit gebeurde naar aanleiding van een uitgelekt communicatieadvies van het kabinet en de reactie van het kabinet daar vervolgens weer op aan de Kamer. Het is misschien goed om te memoreren dat dit het eerste debat zal zijn met de minister-president over dit aangelegen onderwerp. Wat de fractie van GroenLinks betreft, is het hoog tijd en ik zou het dan ook logisch vinden als de fractievoorzitters dit debat voeren, zeker de fractievoorzitters die buiten de Kamer scherpe kritiek op de minister-president hebben geuit.

Inmiddels heeft de regering toegezegd, een brief naar de Kamer te zenden, een voortgangsbrief, waarin de verschillende maatregelen worden toegelicht die dit kabinet in de terreurbestrijding heeft genomen. Die brief zou de Kamer voor de kerst bereiken. Ik wil hierbij het verzoek doen, deze brief nog een aantal dagen eerder naar de Kamer te zenden. Dan kan de brief op hoofdlijnen worden besproken met de minister-president bij het debat dat plaatsvindt tijdens de AZ-begrotingsbehandeling. Een uitgebreider debat met de vakministers kan wat mij betreft dan na het reces plaatsvinden.

De heer Rijpstra (VVD):

Ik heb één vraag. De heer Van Heemst heeft net een verzoek gedaan voor een VAO terrorisme. In dat verband heeft hij ook om een brief gevraagd. Hoe verhoudt zich het verzoek van de heer Van Heemst met uw verzoek?

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Mij gaat het om de toezegging van het kabinet dat er voor het kerstreces een vervolg wordt geschreven op de terrorismebrief die na 2 november is verschenen. Die toezegging ligt er van het kabinet. Daarin wordt aangegeven wat de actuele stand is in de terreurbestrijding. Er is ook al een verzoek gedaan vanuit de Kamer om daarover na het reces te debatteren. Als voor het kerstreces een debat met de minister-president plaatsvindt over de koers van het kabinet in dezen, lijkt het mij niet meer dan logisch dat die toegezegde brief op hoofdlijnen bij dit debat kan worden betrokken. Het lijkt mij niet meer dan logisch dat de minister-president in staat wordt gesteld om in algemene termen zijn oordeel te geven over de koers van het kabinetsbeleid.

De voorzitter:

Ik deel mee dat de behandeling van de begroting voor Algemene Zaken in ieder geval dinsdag a.s. zal plaatsvinden. Dit is de reden dat wij dinsdag eerder beginnen, namelijk om 13.00 uur. Wij beginnen met deze begrotingsbehandeling rond 14.00 uur of 14.15 uur. Gezien de internationale verplichtingen van de minister-president moet de begrotingsbehandeling om 19.45 uur klaar zijn. De drie minuten extra spreektijd die wij hebben afgesproken, blijven staan. Er is geen ruimte voor extra spreektijd; daarom vraagt u ook niet.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Nee, daarom heb ik niet gevraagd.

De voorzitter:

Ik meen dat mijn mededeling over het moment van de behandeling op dit moment nuttig was.

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik heb een vraag om het verzoek van mevrouw Halsema goed te kunnen beoordelen. Wat bedoelt zij met "hoofdlijnen" als zij zegt: "Wij willen over deze brief ook met de minister-president kunnen spreken"?

De voorzitter:

Ik verzamel de eventuele vragen aan mevrouw Halsema en daarna geef ik haar het woord.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Mijn fractie heeft er geen behoefte aan om aanstaande dinsdag het debat over AZ te verzwaren. Ik neem aan dat dit ook niet het verzoek van mevrouw Halsema is, gezien de tijdsvolgorde. Deze brief kan er immers dinsdag nog niet zijn. Ik hecht er echter aan dit hier te melden. Ons lijkt het logisch dat wij naar aanleiding van deze brief na het reces een hoofdlijnendebat voeren, dat vooral zal moeten gaan over concrete zaken.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Mevrouw Verburg vraagt waarom het gaat bij de hoofdlijnen. Eerder is bijvoorbeeld gebleken dat er naar de mening van leden van het kabinet en hun adviseurs geen goede balans is tussen de harde en de zachte maatregelen die zijn genomen sinds 2 november jl. Ik kan mij voorstellen dat de vervolgbrief op het gebied van de terreurbestrijding opnieuw een balans zoekt tussen harde en zachte maatregelen. De vakministers zullen na het reces ingaan op de specifieke maatregelen en het lijkt mij typisch de taak van de minister-president om een oordeel te geven over de balans tussen de verschillende soorten maatregelen. Ik kan mij voorstellen dat voor het produceren van die brief de tijd voor het kabinet een probleem is. De reactie van de fractie van de PvdA verbaast mij echter enigszins, omdat er bij mijn fractie een groot gevoel van urgentie leeft. Het lijkt haar daarom niet goed nogmaals meer dan een maand te wachten met het spreken over een brief die betrekking heeft op terreurbestrijding. Met de minister-president is sinds 2 november jl. niet gesproken over de gebeurtenissen. Ik hecht er dan ook aan te zeggen dat het mogelijk moet zijn dat voor het reces te doen.

De voorzitter:

Ik geef de leden die dat willen, nogmaals kort de gelegenheid een procedurele reactie te geven en daarna doe ik de Kamer een voorstel.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Er mag geen misverstand over bestaan dat ook mijn fractie zich ervan bewust is dat dit een urgent onderwerp is en dat zij daarover nader wil spreken. Dat is er de reden van dat de heer Van Heemst zojuist een VAO heeft aangevraagd over het debat dat gisteren over terrorisme is gevoerd. Daarbij zal natuurlijk vooral worden ingegaan op de vraag wat er vandaag, morgen en overmorgen moet gebeuren en welke zaken gisteren al afgehandeld hadden moeten zijn.

Ik zeg alleen dat het mij voor het kabinet onmogelijk lijkt die brief waarnaar nu wordt gevraagd, dinsdag hier beschikbaar te hebben. Daarbij komt dat wij er geen behoefte aan hebben, het begrotingsdebat van het ministerie van Algemene Zaken daarmee verder te belasten. Dan doel ik niet op datgene wat wij al hadden afgesproken. De goede volgorde lijkt ons volgende week het VAO te houden over terrorisme of datgene wat daarover wordt afgesproken en na het reces een hoofdlijnendebat met de minister-president te voeren waarin de balans verder kan worden opgemaakt.

De heer De Wit (SP):

Kortheidshalve sluit ik mij aan bij de woorden van mevrouw Hamer. Het lijkt mij in ieder geval onjuist de begroting van het ministerie van Algemene Zaken nog verder te belasten. Ik meen dat dit ook blijkt uit het voorstel van mevrouw Hamer. Mijn fractie heeft er geen bezwaar tegen na het reces met de minister-president op hoofdlijnen te debatteren. Wij hechten echter wel aan die volgorde.

De heer Rijpstra (VVD):

Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van mevrouw Hamer namens de PvdA-fractie. Mijn fractie vindt ook dat wij na het reces een debat met de fractievoorzitters kunnen houden, als wij de brief hebben ontvangen. Er komt een VAO over het debat dat gisteren is gehouden. Wij denken dat dit op dit moment voldoende is. Dan kunnen wij na het reces een groot debat houden.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. Nu ik heb begrepen wat mevrouw Halsema onder hoofdlijnen verstaat, lijkt het mij verstandig om het te knippen. Wij kunnen volgende week het VAO naar aanleiding van het algemeen overleg van gisteren houden, de behandeling van de AZ-begroting houden voor wat zij is en volgend jaar zorgvuldig een debat houden naar aanleiding van de brief, maar dan in één debat.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ik kan tellen en zie ook dat er onvoldoende steun is. Ik moet wel zeggen dat het mij verbaast dat men een debat met de minister-president over de gebeurtenissen sinds 2 november beschouwt als een belasting van de AZ-begroting, terwijl ik zou zeggen dat het gaat om een verdere versterking van het debat dat voor volgende week is gepland met de minister-president. Ik blijf bij mijn verzoek, maar als er geen steun voor is, zal ik in elk geval namens mijn fractie zo goed mogelijk met de minister-president volgende week een debat voeren over de gebeurtenissen sinds 2 november. Ik beschouw dat ook als de kern van het debat dat gevoerd zal worden tijdens de behandeling van de AZ-begroting.

De voorzitter:

Mijn voorstel en misschien wel constatering na deze gedachtewisseling is dat het debat volgende week blijft zoals was voorzien. Dat wil zeggen: het normale debat over de begroting van Algemene Zaken plus de brief over de communicatiestrategie en met het oog daarop de eerdere beslissing om drie minuten toe te voegen aan de spreektijd die fracties van hun begrotingsspreektijd over hebben of willen besteden aan de AZ-begroting. Het staat de fracties uiteraard vrij om de onderwerpen die binnen die twee agendapunten vallen, aan de orde te stellen in het debat volgende week.

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering ter informatie door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder de minister-president.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven