Vragen van het lid Arib aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat het kinkhoestvaccin duurder blijkt te zijn en dat de Tweede Kamer daarover niet goed zou zijn voorgelicht.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Vaccinatie is erg belangrijk voor individuele personen, maar ook voor de volksgezondheid. Het is dus ook van groot belang dat ouders kunnen vertrouwen op de informatie die zij van de overheid krijgen en dat zij ervan op aankunnen dat deze informatie op een juiste en zorgvuldige wijze is vastgesteld. De Kamer heeft hierover uitgebreid gesproken met de minister en zij heeft bij motie uitgesproken dat er op korte termijn een acellulair vaccin met minder bijwerkingen beschikbaar moet komen. De Kamer ging ervan uit dat met deze beslissing de rust was teruggekeerd. Er was immers veel onrust onder ouders over de bijwerkingen van het vaccin. Plotseling werden wij verrast met een ordinaire ruzie tussen het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) en de Gezondheidsraad. Die ruzie werd uitgebreid in de media uitgevochten, zoals in het dagblad Trouw van 21 en van 28 augustus 2004. Wat moeten ouders denken als er beschuldigingen over onder andere wetenschappelijke onjuistheid en tijdsdruk rondvliegen?

In de brief van 7 juni 2004 schrijft de minister dat hij weloverwogen heeft besloten tot invoering van het combinatievaccin per begin 2005. Hij schrijft dat er overleg is gevoerd met verschillende partijen, waaronder de Gezondheidsraad, het RIVM en het NVI. In de brief staat dat het NVI het belang van een zorgvuldige voorbereiding erkent en dat het invoering in 2005 steunt. Is dat nog steeds het geval? Wat vind de minister van de beschuldiging van de directeur van het NVI dat met het uitbrengen van het rapport van de Gezondheidsraad veel onrust is veroorzaakt? Wie is verantwoordelijk voor deze voorlichting?

In het artikel in Trouw staat de uitspraak van de directeur van het NVI, de heer Van der Zeijst, dat er 33 mln nodig is om het vaccin straks te kunnen invoeren. Uit alle stukken en uit de informatie die de minister mondeling heeft gegeven, blijkt echter dat er ongeveer 10 mln nodig is. Waarop is deze informatie gebaseerd? Wie heeft er gelijk, de minister of de heer Van der Zeijst?

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. De eerste vraag was of ik gelukkig ben met de ruzie tussen het NVI en de Gezondheidsraad die via de media wordt gevoerd. Dat is niet het geval en dat heb ik betrokkenen ook laten weten. De tweede vraag was of ik het eens ben met de kritiek van de NVI op de Gezondheidsraad. Ik kan mij er wel iets bij indenken. De wijze waarop de Gezondheidsraad zijn eerste advies naar buiten heeft gebracht, heeft veel onnodige twijfel gezaaid over de werkzaamheid van het huidige vaccin. Er is de indruk gewekt dat het huidige vaccin helemaal niet meer werkzaam zou zijn, terwijl het voor ernstige kinkhoest dezelfde werkzaamheid heeft als het nieuwe vaccin. Ik ben hier dan ook ongelukkig mee. Bovendien bleek na nieuw onderzoek naar aanleiding van kritiek van het NVI dat de schadelijke bijwerkingen van het oude vaccin geringer zijn dan wat eerder door de Gezondheidsraad naar buiten was gebracht. De Gezondheidsraad heeft deze fout hersteld. Dit stel ik op prijs, maar ik denk dat er door deze combinatie van factoren nodeloos onrust is gezaaid over het huidige vaccin, onrust die voor mij aanleiding is geweest om het nieuwe vaccin twee jaar eerder in te voeren.

Mevrouw Arib vraagt ook nog of ik de Kamer verkeerd over de kosten van het nieuwe vaccin heb ingelicht; die zouden 33 mln bedragen. Ik heb de Kamer nog helemaal niet geïnformeerd over de kosten van het nieuwe vaccin; die wist ik indertijd ook niet precies. Overigens zal de invoering geen 33 mln kosten, er zal incidenteel een bedrag van 20 mln mee gemoeid zijn, vooral in verband met de ongebruikte capaciteit van het NVI. Ik heb de Kamer wel laten weten dat de wens van de meerderheid van de Kamer om de invoering van het nieuwe vaccin nog met vier maanden te vervroegen dit bedrag 10 mln hoger zou doen uitvallen. De fracties die de motie op dit punt steunden, hebben daar geen acht op geslagen. Zij vonden het geen probleem, ik moest dat geld maar gewoon uitgeven. Ik begrijp de zorgen over de kosten van een en ander dus wel, maar ik zou het prijs hebben gesteld als de Kamer deze eerder tot uiting had gebracht. Ik ga door met mijn pogingen om het nieuw vaccin in 2005 te laten invoeren, maar niet om medisch-inhoudelijke redenen, doch alleen om de onrust rondom het vaccinatieprogramma te verminderen. Het is een zeer dure maatregel, want hij dient om 5500 huilbuien per jaar te voorkomen. Die traantjes worden dus heel erg duur betaald.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik ben blij dat de minister in elk geval die ordinaire ruzie afkeurt en dat hij er afstand van neemt, maar ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag of het NVI nog steeds achter het besluit staat om het nieuwe vaccin in het begin van 2005 beschikbaar te stellen. Verder vraag ik mij af hoe het mogelijk is dat de directeur van het NVI allerlei informatie naar buiten brengt en dat hij aangeeft dat de Kamer verkeerd is voorgelicht omdat het vaccin veel meer kost dan wat de minister de Kamer heeft verteld. Wie is er nu eigenlijk de baas, de minister of prof. dr. Van der Zeist?

Ik vind het echt belachelijk dat twee belangrijke organen op het terrein van de volksgezondheid in ons land elkaar vliegen proberen af te vangen in plaats van samen te werken. Dit geldt vooral voor het NVI, want dat is niet in staat gebleken, op tijd een vaccin op de markt te brengen. Door die vertraging is de onrust ontstaan. Ik vind dat het NVI open moet staan voor samenwerking en ik hoop dat de minister het daartoe zal dwingen.

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. Dat geruzie moet inderdaad afgelopen zijn, maar ik teken hier wel bij aan dat ik alle informatie die het NVI aan de Gezondheidsraad heeft verstrekt, in mijn argumentatie in het debat met de Kamer heb aangegeven. Zij heeft daar echter geen acht op geslagen, zij wilde zich er niets van aantrekken. Ik heb de totale kosten niet kunnen aangeven – die zullen in de begroting worden vermeld – maar de Kamer kan er toch nooit van uitgegaan zijn dat het twee jaar eerder invoeren van een vaccin geen kosten met zich mee zou brengen. Natuurlijk zijn daar meerkosten mee gemoeid en ik heb een indicatie daarvan gegeven door duidelijk te maken dat een vervroeging met vier maanden zelfs al 10 mln met zich mee zou brengen. Ik kon de kosten dus niet precies aanduiden, maar de Kamer had natuurlijk wel kunnen nagaan dat het in de papieren zou gaan lopen. Maar goed, ik sta nog steeds achter invoering van het nieuwe vaccin in 2005, maar wel met bloedend hart, omdat het medisch gezien eigenlijk onnodig is. Ik moet hier nu 20 mln in investeren; dit zal ik doen, maar het is een slecht investering, een investering die eigenlijk alleen maar nodig is om de onrust te verminderen.

De voorzitter:

Ik ga nu over naar het doen stellen van een paar aanvullende vragen; dat moet in zo'n kleine tien minuten kunnen.

Mevrouw Kant (SP):

Daarom ga ik de discussie over wel of niet een nieuw vaccin niet opnieuw met de minister aan. Die discussie hebben wij gevoerd en een meerderheid van de Kamer heeft een andere opvatting dan de minister: er komt een nieuw vaccin. Dat is goed; dat is goed omdat het beter is en het is goed omdat het een positief effect heeft op het vertrouwen in het vaccinatieprogramma.

Mijn vraag betreft het volgende. De minister zegt nu meerdere keren dat hij gaat proberen het op 1 januari in te voeren. In antwoord op mijn Kamervragen heeft hij daarvan gezegd dat dit mogelijk is. Ik wil graag iets concreter van de minister horen of het per 1 januari een onderdeel zal gaan uitmaken van het nieuwe vaccinatieprogramma, dan wel of er kansen zijn dat het weer vertraging oploop.

Minister Hoogervorst:

Ik doe mijn best, maar tot het onmogelijke is niemand gehouden. Ik ben ook nog bezig met de openbare aanbesteding. Ik doe gewoon mijn belofte gestand dat ik mijn best doe om het per 1 januari 2005 in te voeren. Ik begrijp dat mevrouw Kant over het inhoudelijke niet meer wil praten, maar met de nieuwe informatie die wij nu hebben, is het wel duidelijk dat wij een vreselijke discussie met elkaar hebben gevoerd. Wat dat betreft zou ik het op prijs stellen, als de Kamer daar ook blijk van zou willen geven. Wij gaan nu maar gewoon door. Ik wil niet zeggen dat een bedrag van 20 mln helemaal over de balk is gegooid; wel zou ik daar andere nuttige bestemmingen voor weten. Gezien alle onrust die is ontstaan, wil ik er echter wel mee doorgaan.

Mevrouw Kant (SP):

Ik maak hier bezwaar tegen. Ik heb aangegeven dat ik omwille van de tijd niet opnieuw inhoudelijk de discussie met de minister aanga over de werkzaamheid en de bijwerkingen van het vaccin. Er is een besluit gevallen, genomen door de meerderheid van de Kamer. Vervolgens krijg ik van deze minister een jijbak, namelijk dat het aangeeft hoe belachelijk die discussie eigenlijk was. Dat vind ik een beetje ongepast. Die discussie is gevoerd; er zijn heel goede redenen om een nieuw vaccin in te voeren. Ik wil benadrukken dat ik het erg belangrijk vind dat het zo spoedig mogelijk wordt ingevoerd.

Minister Hoogervorst:

Ik geloof niet dat dit een antwoord vergt, voorzitter.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Ik vind toch dat de minister veel afstand neemt van iets dat in eerste instantie zijn eigen besluit al was. Nog vóór het overleg met de Kamer heeft de minister te kennen gegeven dat hij op basis van het advies van de Gezondheidsraad bereid was om per 1 januari voor een vervangend acellulair middel te zorgen. Nu hoor ik de minister zeggen: ik doe dit omwille van een paar huilbuitjes, omdat u mij in deze positie heeft gedrongen. Nu, dat is niet het geval en ik hoor dat ook graag van deze minister.

Vindt de minister nu wel of niet dat het advies van de Gezondheidsraad op grote lijnen een deugdelijk advies is geweest? Zo niet, dan zou ik de minister zelfs willen ontraden om het zo te doen, want ik vind dat hij op dit moment alleen maar aan die onduidelijkheid bijdraagt. Ik heb overigens als D66-fractie geen reden om aan te nemen dat het advies niet deugdelijk was. Als dat wel zo is, dan hoor ik dat graag van de minister. Als de minister zegt dat hij dit niet weet, laat dan alsjeblieft een paar anderen van het Cochrane-instituut er nog eens naar kijken.

De minister spreekt van een paar huilbuitjes. Ik heb ook de cijfers gezien, ook van het NVI; zij zeggen dat zelfs bij 60% acellulair vaccin dit in elk geval al 141 ziekenhuisopnamen zal voorkomen. Dat vind ik méér dan een paar huilbuitjes.

Minister Hoogervorst:

Ik neem geen afstand van mijn eerdere beslissing. Mijn eerdere beslissing was niet gebaseerd op de inhoud van het rapport van de Gezondheidsraad, want dat vond ik op zichzelf onvoldoende grond om deze beslissing te nemen. Het was gebaseerd op de onrust die er inmiddels op grond van het rapport was ontstaan en ten aanzien waarvan de Gezondheidsraad mij ook verteld heeft er ongelukkig mee te zijn hoe dit is gegaan. Naderhand is er nog een nieuw feit ontstaan, te weten het feit dat de Gezondheidsraad zijn cijfers over de bijwerkingen naar beneden heeft moeten bijstellen. En als je het dan hebt over de bijwerkingen: het gros van de bijwerkingen bestaat uit een huilbui van meer dan drie uur. Ik denk dat iedereen die in het gelukkige bezit van kinderen is, weet dat dit wel eens voorkomt. Nu, als ik met een investering van 20 mln euro in totaal ongeveer 5000 huilbuien voorkom in Nederland, dan denk ik dat ik mijn geld misschien wel beter had kunnen besteden.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vind dat de minister zichzelf nogal tegenspreekt. Was hij al op de hoogte van de bevindingen van het NVI toen wij in de Kamer over dit onderwerp debatteerden? Wist hij toen al van de onenigheid tussen het NVI en de Gezondheidsraad? Zo ja, waarom heeft hij ons daarvan dan niet op de hoogte gesteld? Als wij dat toen hadden geweten, hadden wij dat kunnen laten meetellen. Nu zegt de minister dat wij onrust stoken, maar dat komt doordat nu duidelijk wordt dat de minister wist en wat wij niet wisten, maar waarom wisten wij destijds niet wat de minister wel wist?

Minister Hoogervorst:

Keer op keer heb ik gezegd wat het belangrijkste argument van het NVI was. Ik heb het ook in de brief van 7 juni geschreven. Het argument was: het huidige vaccin is veilig en nuttig, het beschermt tegen ernstige gevallen van kinkhoest. De hogere effectiviteit van het nieuwe vaccin betreft vooral de minder ernstige kinkhoest. Dat is het hoofdargument.

In de hoogte van de kosten heb ik u in zekere mate inzicht gegeven. Ik kon natuurlijk nog niet vertellen wat die waren. Ik weet nu nog niet hoe hoog die zijn, want de openbare aanbesteding is nog niet afgerond. Wel heb ik u inzicht geboden door te zeggen dat zelfs een versnelling van vier maanden tot een kostenpost van 10 mln extra zou leiden. Dus dat die versnelling flink in de papieren zou lopen kon de Kamer weten. Alleen, u was daar helemaal niet in geïnteresseerd. Er is ook geen enkele vraag over gesteld. Daar ging het in de discussie ook helemaal niet om.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):

U geeft hiermee geen antwoord op mijn vraag. Mijn vraag was: wist u dat er zoveel onenigheid was vanwege het advies? Vindt u niet dat u dat ons had moeten vertellen?

Minister Hoogervorst:

In de brief die ik nu voor me heb staat dat ik van mening verschil met de Gezondheidsraad. Daarin neem ik in feite het standpunt van het NVI in.

Ik wist dat er gediscussieerd werd over de mate aan bijwerkingen, maar kende niet de uitkomst van die discussie. Daar wilde ik niet in treden. Ik wist verder dat de Gezondheidsraad een nieuw advies zou uitbrengen. Zodra dat er was, heb ik u daarvan op de hoogte gesteld.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter. In het vorige debat verschilden wij niet van mening met deze minister. Dat doen wij nu ook niet. Het moge duidelijk zijn: er zijn nu geen zorginhoudelijke elementen om te zeggen dat het huidige vaccin niet goed zou zijn. Integendeel! Het vaccin is veel beter. Ik heb nog wel een vraag over de kosten.

De minister zegt dat het bedrag van 33 mln niet juist is. Dat bedrag wordt genoemd op de voorpagina van een landelijk dagblad. De minister schat nu het bedrag op 20 mln.

Minister Hoogervorst:

Iets meer.

De heer Buijs (CDA):

Maar u weet dat met 750.000 inentingen tegen de huidige prijs die op de private markt geldt, namelijk € 250, voor een bedrag zorgen dat lager is dan 20 mln. Ik hoop dat de minister er met een Europese aanbesteding alles aan zal doen om de kosten niet onnodig hoog te laten oplopen. Daarbij denk ik vooral aan de rol van de farmaceutische industrie.

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. Ik zal de Kamer precies informeren over de totale kosten. Ik wijs er evenwel op dat de grote hap van de kosten niet de vaccinatie zelf betreft, maar het feit dat een deel van het NVI gedurende twee jaar leegloop heeft, terwijl de capaciteit, de deskundigheid op peil moet worden gehouden. Daardoor ontstaan de grote kosten, door de onbenutte capaciteit.

Naar boven