92ste vergadering

Dinsdag 31 augustus 2004

14.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 145 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Adelmund, Albayrak, Algra, Aptroot, Arib, Van As, Atsma, Azough, Van Baalen, Bakker, Balemans, Van Beek, Blok, Blom, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Van den Brink, Brinkel, Bruls, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cornielje, Çörüz, Crone, Van Dam, Depla, Dezentjé Hamming, Van Dijk, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans, Van Egerschot, Eijsink, Eski, Ferrier, Van Fessem, Fierens, Geluk, Van Gent, Gerkens, Giskes, Griffith, De Haan, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Heemskerk, Van Heemst, Herben, Hermans, Hessels, Van Hijum, Hirsi Ali, Hofstra, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Jager, Joldersma, Jonker, Kalsbeek, Kant, Karimi, Koenders, Koomen, Koopmans, Kortenhorst, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Van der Laan, Lambrechts, Lazrak, Leerdam, Van Lith, Luchtenveld, Marijnissen, Mastwijk, Van Miltenburg, Mosterd, Nawijn, De Nerée tot Babberich, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Van Oerle-van der Horst, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Rambocus, Rijpstra, Rouvoet, Samsom, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets, Smilde, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Straub, Stuurman, Szabó, Tichelaar, Timmer, Timmermans, Tjon-A-Ten, Tonkens, Varela, Veenendaal, Vendrik, Verbeet, Verburg, Verdaas, Vergeer, Verhagen, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Vos, Bibi de Vries, Jan de Vries, Klaas de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen, De Wit en Wolfsen,

en de heren Balkenende, minister-president, minister van Algemene Zaken, Hoogervorst, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Verdonk, minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, de heren Wijn, staatssecretaris van Financiën, Van Hoof, staatssecretaris Ingekomen stukkenvan Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en mevrouw Ross-van Dorp, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Van Heteren, wegens ziekte;

Van Dijken, wegens ziekte, de gehele week;

Heemskerk, wegens bezigheden elders;

Van der Staaij, wegens bezigheden elders, alleen voor de middagvergadering;

Van Velzen, wegens familieomstandigheden.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Geachte medeleden. Op deze eerste officiële vergaderdag van de Kamer na het zomerreces heet ik u allen hartelijk welkom. Zo te zien heeft u een deel van de afgelopen recesperiode kunnen besteden aan vakantie. De gebeurtenissen in die periode in Irak, waarbij als gevolg van aanvallen op de daar gestationeerde Nederlandse militairen voor de tweede maal een Nederlandse militair is omgekomen, doen ons allen beseffen dat die afgelopen periode niet voor iedereen een tijd van ontspanning en bezinning kon zijn, zeker niet voor die Nederlandse militairen die zijn uitgezonden naar diverse brandhaarden in de wereld, in het bijzonder Irak. Zij voeren daar een missie uit onder moeilijke en vaak gevaarlijke omstandigheden. Aan het begin van onze nieuwe parlementaire periode wil ik stilstaan bij die gebeurtenis. Ik teken daarbij aan dat vorige week de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie met de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over Irak hebben gesproken en ook hebben stilgestaan bij het overlijden van de militair. Namens u allen zal ik de familie van de overleden militair, wachtmeester van de Koninklijke marechaussee Jeroen Severs, onze gevoelens van deelneming overbrengen.

Ingekomen is een brief van 14 juli 2004 van het oud-lid van de Kamer Eurlings, waarin hij mij meedeelt dat hij de Kamer met ingang van 20 juli 2004 verlaat in verband met zijn lidmaatschap van het Europees Parlement. De twee lidmaatschappen zijn, zoals wij allen weten, niet verenigbaar. Wij zullen over twee weken in deze zaal afscheid van de heer Eurlings nemen. Van dit ontslag is mededeling gedaan aan de voorzitter van het Centraal Stembureau en aan de minister van BZK.Voorzitter

De overige ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik geef het woord aan mevrouw Kalsbeek tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het Onderzoek van de geloofsbrieven.

Mevrouw Kalsbeek:

voorzitter der commissie

De commissie voor het Onderzoek van de geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op mevrouw C.W.A. Jonker te Maarheeze. De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat zij terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om haar toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient zij wel eerst de eden af te leggen zoals die zijn voorgeschreven bij de wet van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120.

De commissie verzoekt u tot slot, de Kamer voor te stellen, het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank namens de Kamer de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

Mevrouw Jonker is in het gebouw der Kamer aanwezig.

Ik verzoek de griffier, haar binnen te geleiden.

Nadat mevrouw Jonker door de griffier is binnengeleid, legt zij in handen van de voorzitter de bij wet voorgeschreven eden af.

De voorzitter:

Het is mij een voorrecht om u als eerste te feliciteren met uw benoeming tot lid van de Tweede Kamer. Ik verzoek u, de presentielijst te tekenen en wederom – u bent namelijk bij ons teruggekomen – in ons midden plaats te nemen. Ik stel mij voor dat na afloop van het vragenuur en de regeling van werkzaamheden de leden in staat worden gesteld u te feliciteren, waarvoor ik dan zal schorsen. Maar ik maak graag gebruik van de mogelijkheid en het voorrecht om u nu te feliciteren. Hartelijk gelukgewenst!

Naar boven