Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, als hamerstuk aan de agenda van morgen toe te voegen:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:
Tevens stel ik voor, toe te voegen aan de stemmingslijst van volgende
week:
Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 23908 (R1519), nrs.
65 en 66 en 29580 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, dat wat deze
Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken
zijn goedgekeurd.
Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Aangezien voor de stukken 23490, nrs. 327 en 328, 29573 en 29616 de termijnen
zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Ik stel voor, de stukken 25098, nr. 20, 29200-X, nr. 63 en 29200-XII,
nrs. 130 en 132 voor kennisgeving aan te nemen.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Van Vroonhoven-Kok.
Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):
Voorzitter. Vanmorgen is een algemeen overleg gehouden over de belastingfraude
bij bouwbedrijven. Ik verzoek u vriendelijk het verslag van dit algemeen overleg
op de plenaire agenda te plaatsen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en het punt toe te voegen aan
de agenda van volgende week.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Samsom.
De heer Samsom (PvdA):
Voorzitter. Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg "nucleair"
op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en het punt toe te voegen aan
de agenda van volgende week.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Gerkens.
Mevrouw Gerkens (SP):
Voorzitter. Ik verzoek u vriendelijk het verslag van het algemeen overleg
over stationsfietsenstallingen, dat vanmorgen gehouden is, op de agenda van
de plenaire vergadering te plaatsen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en het punt toe te voegen aan
de agenda van volgende week.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Koenders.
De heer Koenders (PvdA):
Voorzitter. Vorige week dinsdag heb ik tijdens de regeling van werkzaamheden
mede namens de fractie van GroenLinks het verzoek gedaan tot een debat over
een artikel in NRC Handelsblad over massavernietigingswapens. Afgesproken
is dat er op basis van een brief van de regering een debat plaats zal vinden.
Die brief is er inmiddels. Ik wil hier gemeld hebben dat wij graag vasthouden
aan het houden van een debat daarover met de ministers van Buitenlandse Zaken,
van Defensie en mogelijkerwijs, afhankelijk van de inhoud van de brief, ook
met de minister van Binnenlandse Zaken. Ik heb er nog twee opmerkingen bij.
Ten eerste staat in de brief dat op mijn verzoek werd gevraagd naar bepaalde
documenten. Het is duidelijk dat dit verzoek door de Kamer als geheel werd
gedaan. Misschien kan de regering toelichten waarom die documenten niet ter
beschikking zijn gesteld aan de Kamer. Ten tweede wil ik hieraan het verzoek
verbinden om het zogenoemde rapport-Goldsmith, dat in dat artikel
wordt genoemd, aan de Kamer ter beschikking te stellen. De minister-president
heeft in eerdere debatten toegezegd dat de gehele versie van dat rapport aan
de Kamer ter beschikking kan worden gesteld. Dat is tot nu toe niet gebeurd.
De heer Ormel (CDA):
Voorzitter. Het rapport-Goldsmith is nog niet eens verstrekt aan de leden
van het Britse parlement. Het lijkt mij dus een onmogelijk verzoek aan de
minister-president.
De heer Koenders (PvdA):
Ik kan daar alleen op antwoorden dat ik afga op een belofte van de minister-president
aan deze Kamer om dit rapport als geheel aan de Kamer ter beschikking te stellen.
U kunt daar de Handelingen op nalezen. Ik houd hem graag aan deze belofte.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister-president, de
minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Verder stel ik voor, volgende week een debat te houden over de brief en
indien aanwezig de aanvullende informatie, met spreektijden van 3 minuten
per fractie.
De voorzitter:
Nu rest mij niets anders dan de vergadering te schorsen, hoewel ik het
vervelend vind, zeker in de laatste weken voor het reces, om zo'n groot gat
te moeten laten vallen in de vergadering. Soms is het echter vanwege internationale
verplichtingen van bewindslieden niet mogelijk om een planning te maken zonder
een wat langere schorsing.
De vergadering wordt van 14.53 uur tot 17.00 uur geschorst.