Noot 1 (zie blz. 5586)

Volledig verslag commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven

Er zijn 27 geloofsbrieven in handen van de commissie gesteld. Voorts heeft de commissie het proces-verbaal van de zitting van het Centraal Stembureau op 15 juni 2004 ontvangen. In dat proces-verbaal is de uitslag vastgesteld van de verkiezing van de leden van het Europees Parlement, in gevolge de stemming die is gehouden op donderdag 10 juni 2004.

De processen-verbaal betreffende stemming en stemopneming voor het Europese Parlement zijn in opdracht van de Commissie hier in de Kamer nauwgezet en snel nagezien. De commissie wil graag haar dank uitspreken aan allen uit het ambtelijk apparaat die daaraan hebben bijgedragen. Uit de controle is niet gebleken van zodanige bezwaren of fouten dat er twijfel hoeft te bestaan over de uitslag.

Via de processen verbaal heeft de commissie weer kennis kunnen nemen van een groot aantal opmerkingen en voorvallen. Soms gaat het om details die, als zij niet worden gecorrigeerd, tot groter ongenoegen bij kiezers kunnen leiden of de betrouwbaarheid van de stemming zouden kunnen gaan aantasten. Een uitgebreid overzicht is opgenomen in het rapport dat de commissie heeft opgesteld en waarvan ik U verzoek het als noot aan de Handelingen toe te voegen. Enkele van deze opmerkingen wil ik graag hier onder Uw aandacht brengen.

Een positief signaal is het feit dat het aantal klachten over de slechte vindbaarheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid van stembureaus, in het bijzonder voor gehandicapten en ouderen, duidelijk afneemt. Het behoort uiteraard bij de voorbereidingen van verkiezingen een punt van aandacht te blijven maar men is kennelijk op de goede weg. Over de inrichting of locatie van stembureaus kwamen ditmaal wel andersoortige klachten binnen. In stemdistrict Achtkarspelen 9 beklaagde een kiezer zich over het feit dat dit stembureau in een kerkelijk centrum is ingericht. Ondermeer in Geldrop-Mierlo 13 en in Amsterdam 149 beklaagden kiezers en leden van de stembureaus zich over de (rommelige) inrichting van het stembureau en over de activiteiten die gedurende de dag in vrijwel dezelfde ruimte plaatsvonden: informatiebijeenkomsten, bingospellen en harmonierepetities.

Het aantal stemmachines dat gedurende de verkiezingsdag storingen vertoonde bleek ditmaal klein maar aan het einde van de dag openbaarden zich met name in Den Haag op enkele stembureaus problemen met het printen van het proces-verbaal. De controle vooraf van de machines behoort dus een punt van aandacht te blijven. Deze noodzaak van zorgvuldige controle vooraf kwam in het bijzonder in de stemdistricten Eindhoven 57 en 58 aan het licht waar de beide stemmachines onderling verwisseld bleken te zijn. De kiezers van district 57 hebben nu op stemmachine 58 gestemd en omgekeerd. Voor de uitslag is deze vergissing niet van belang maar de organiserende gemeente en de leden van beide stembureaus had deze vergissing moeten opvallen!

Ook ditmaal werd bij de processen-verbaal weer in enkele gevallen de sleutel aangetroffen van de stemmachine van het betrokken stembureau (Den Bosch 66 en 81). Deze sleutels zijn aan de gemeente teruggezonden.

Onze commissie heeft in het verleden al verscheidene malen gewezen op traditionele misslagen die bij de opstelling van het proces-verbaal worden begaan. De invulling van het proces-verbaal is kennelijk voor talrijke leden van stembureaus te ingewikkeld. De gemeenten zouden er goed aan doen de leden van de stembureaus hierover vooraf terdege te informeren, zo mogelijk aan de hand van een specimen van het proces-verbaal en met behulp van cijfervoorbeelden. De instructie van de leden van de stembureaus behoeft ook verbetering op het punt van het stemmen bij volmacht en via een kiezerspas. Dit is, zoals bekend, voor veel kiezers al een moeilijk te doorgronden regeling maar leden van stembureaus dienen wel goed geïnformeerd te zijn. In Waalre 3 en Valkenswaard 12 deden zich hierbij problemen voor.

Van ernstige slordigheid is in alle ongeveer tienduizend nagekeken processen-verbaal slechts in een beperkt aantal gevallen sprake. Wel dringt de commissie erop aan dat de stembureaus de telstroken van stemmachines onverbrekelijk hechten aan het proces-verbaal conform het wettelijk voorschrift. Nu leverde een gemeente (Gorinchem) in het geheel geen telstroken van de stembureaus aan, waardoor de controle ernstig werd belemmerd. De totaalresultaten van deze gemeente, gevoegd bij de processen-verbaal van de afzonderlijke stembureaus van die gemeente, gaven de commissie echter voldoende zekerheid over de betrouwbaarheid en juistheid van de uitslag.

Een nieuw en ernstig verschijnsel dat de commissie niet is ontgaan en haar zorgen baart, is de agressie die leden van stembureaus soms ontmoeten. Dit verschijnsel varieert van een hinderlijke vorm van kattenkwaad waarbij de aanwijzingsbordjes voor het stembureau worden verhangen (Den Bosch 46) tot ernstiger vormen. Zo moesten de leden van stembureau Harderwijk 18 zich verbaal agressief gedrag laten welgevallen. In stemdistrict Den Bosch 560 werden ingeleverde oproepkaarten van de tafel van het stembureau gegrist en verscheurd. In stemdistrict Rotterdam 38 werden de leden van het stembureau beledigd en met een mes bedreigd. Daarop is hulp van de politie ingeroepen. Overigens heeft de politie van Rotterdam in het genoemde geval adequaat gereageerd en dat stemt tot tevredenheid. De commissie maakt nadrukkelijk melding van deze voorvallen zodat gemeenten hiervan kennis kunnen nemen en hierop kunnen anticiperen. Zij kunnen bijvoorbeeld leden van stembureaus informeren over wat hen te doen staat indien zij zich geconfronteerd zien met geweldgebruik.

In stemdistrict Arnhem 49 meldde zich een kiezer met een oproepkaart die zij wenste in te leveren vanwege het feit dat zij ook voor de verkiezingen in Italië voor het Europees Parlement een oproep had ontvangen en daar gebruik van wilde maken. Het zal duidelijk zijn dat deze kiezer, indien zij deze misslag niet zelf had gemeld, eenvoudig tweemaal had kunnen stemmen. De gemeenten dienen bij de controle van het kiesregister hierop alert te zijn teneinde deze dubbelingen te voorkomen. Ook anderszins is de actualiteit van het kiesregister een onderwerp dat de voortdurende aandacht van de gemeenten behoeft zodat niet alleen verhuizingen snel worden verwerkt maar ook voorkomen wordt dat er pijnlijke vergissingen worden begaan waarbij op naam van personen die reeds geruime tijd zijn overleden toch een oproepkaart wordt verzonden.

In een groot aantal stemdistricten beklaagden de kiezers zich over de wijze waarop de kandidatenlijsten waren verspreid. Een aantal kiezers zei helemaal geen kandidatenlijst te hebben ontvangen, anderen hadden eerst zeer kort voor de verkiezingsdag een lijst ontvangen. Ook het feit dat in een aantal gemeenten de kandidatenlijsten verspreid zijn tezamen met en tussen een groot aantal reclamefolders heeft aanleiding gegeven tot klachten bij kiezers.

Het hoofdstembureau van Kieskring 12 (Den Haag) vroeg aandacht voor de inzichtelijkheid van elektronisch stemmen. Dit punt is ook opgebracht door stemdistrict Utrecht 93. In het laatste geval ging het om de inzichtelijkheid bij het stemmen via een stemcomputer zoals die vrij algemeen bij de gemeenten in gebruik is. Voor Den Haag is deze zaak gecompliceerder omdat daar bij deze verkiezingen ook het Experiment Kiezen via Internet of Telefoon is gehouden. Door het hoofdstembureau is nog eens onder de aandacht gebracht dat de controleerbaarheid van het elektronisch vaststellen van het aantal stemmen beperkt is. De afnemende inzichtelijkheid van het elektronisch proces vergroot de kwetsbaarheid van dit proces. Het hoofdstembureau wil niet twijfelen aan de waarheidsgetrouwheid van de uitslagen maar vraagt zich af of de publieke inzichtelijkheid en transparantie niet vergroot zouden dienen te worden. Daarbij zouden andere dan de traditionele waarborgen moeten worden getroffen. Het hoofdstembureau geeft als mogelijkheid het gewaarborgd opslaan van de broncode van de stemmachines, waaraan dan steekproefsgewijs zou kunnen worden getoetst. De commissie stelt voor dit onderwerp te betrekken bij het regelmatig overleg dat de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met de betrokken bewindslieden voert over kiesrechtaangelegenheden.

Resumerend: onze commissie is niets gebleken van omstandigheden, welke aanleiding zouden geven om te twijfelen aan de juistheid van de aantallen uitgebrachte stemmen, zoals deze door het Centraal Stembureau zijn vastgesteld. De nalezing van het proces-verbaal van de zitting van het Centraal Stembureau geeft onze commissie ook geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Het is onze commissie gebleken, dat voor allen die door het Centraal Stembureau tot lid van het Europese Parlement benoemd verklaard zijn, die verklaring terecht is geschied.

Alle benoemden hebben binnen de daartoe gestelde termijn meegedeeld dat zij hun benoeming aannemen.

Uit de omstandigheid, dat een aantal benoemden al lid van het Europese Parlement is of is geweest, blijkt dat zij de vereiste leeftijd hebben bereikt. Dat blijkt ook uit de stukken, gevoegd bij de geloofsbrieven van de overig benoemden. Voorts blijkt uit een verklaring van alle benoemden, dat zij geen betrekkingen bekleden welke onverenigbaar zijn met het lidmaatschap van het Europese Parlement. Verder is aan de commissie ten aanzien van geen van hen gebleken van enige omstandigheid, die hun Nederlanderschap of hun nationaliteit van één van de andere lidstaten van de Europese Unie in twijfel zou moeten doen trekken. Ook hebben wij geen omstandigheid aangetroffen ten gevolge waarvan zij van het kiesrecht uitgesloten zouden zijn op grond van artikel 54 der Grondwet of een vergelijkbare regeling in één van de andere lidstaten van de Europese Unie.

De commissie stelt daarom vast, dat (op grond van de nationale wettelijke bepalingen) de volgende tot lid van het Europese Parlement benoemden als zodanig kunnen worden toegelaten: (in alfabetische volgorde)

Belder, B. (Bas) (m), Apeldoorn

van den Berg, M.J. (Max) (m), Amsterdam

Berman, M. (Thijs) (m), Sergy (Frankrijk)

Blokland, J. (Hans) (m), Capelle a/d IJssel

Bozkurt, E. (Emine) (v), Zaandam

van Buitenen, P.K.T.J. (Paul), Breda

Buitenweg, K.M. (Kathalijne) (v), Amsterdam

van den Burg, H.C.J. (Ieke) (v), Amsterdam

Corbey, D.J.M. (Dorette) (v), Haarlem

Doorn, L. (Bert) (m), Wassenaar

Eurlings, C.M.P.S. (Camiel) (m), Valkenburg a/d Geul

de Groen, E. (Els), Bennekom

Hennis-Plasschaert, J.A. (Jeanine) (v), Amsterdam

in 't Veld, S.H. (Sophie) (v), Brussel (België)

Lagendijk, J.J. (Joost) (m), Brussel (België)

Liotard, K.T. (Kartika) (v), Borculo

Maat, A.J. (Albert Jan) (m), Paterswolde

Maaten, J. (Jules) (m), Rijswijk (ZH)

Manders, A.J.M. (Toine) (m), Asten

Martens, M.J.T. (Maria) (v), Nijmegen

Mastenbroek, E. (Edith) (v), Amsterdam

Meijer, E.T.M. (Erik) (m), Rotterdam

Mulder, J. (Jan) (m), Meppel

van Nistelrooij, L.J.J. (Lambert) (m), Nuland

Oomen-Ruijten, M.G.H.C. (Ria) (v), Maasbracht

Wiersma, J.M. (Jan Marinus) (m), Leiden

Wortmann-Kool, C.M. (Corien) (v), Zeist

De commissie stelt de Kamer voor, om dit te berichten aan de voorzitter van het Europese Parlement en aan de benoemden. Zoals gebruikelijk stelt de commissie voor, om een afdruk van haar rapport aan de minister en aan de vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toe te zenden ter kennisname.

Naar boven