Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragen van het lid Van Haersma Buma aan de minister van Justitie over drugskoeriers die de 100%-controles omzeilen door drugs naar Nederland te smokkelen met een tussenstop op een Schengenluchthaven waar geen controles zijn.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Ik dank de minister van Justitie voor zijn aanwezigheid. Ik had eigenlijk gehoopt dat de staatssecretaris van Financiën ook aanwezig zou zijn omdat mijn vragen voor een groot deel de douane betreffen. Ik kan mijn vragen ook wel aan de minister van Justitie stellen ervan uitgaande dat hij deze namens het kabinet beantwoordt.

De voorzitter:

Ik onderbreek u even om aan te geven dat het mijn verantwoordelijkheid is dat alleen de minister van Justitie aanwezig is. Als u iemand daarop wilt aanspreken, dan moet u mij daarop aanspreken.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik zal het kabinet en de minister daar dan niet op aanspreken.

De aanpak van de drugssmokkel op Schiphol is al meermalen in de Kamer besproken, onder meer op 7 april jl. Wij hebben ons toen gerealiseerd dat een sluitende aanpak heel moeilijk is. Het bericht van vorige week donderdag in de Telegraaf was voor mijn fractie echter toch reden om de minister nadere vragen te stellen. De controle op Schiphol is weliswaar goed, maar andere Schengenluchthavens schijnen zo lek te zijn dat de bolletjes en de koffers met cocaïne gewoon via de andere Europese Nederland binnenkomen. Nederland spant zich maximaal in om de drugs tegen te houden, maar wat gebeurt er vervolgens in de rest van Europa? De smokkel lijkt van Schiphol naar Parijs of Frankfurt te zijn verschoven, waarna drugs met het vliegtuig of met de auto doorgevoerd worden naar Nederland. Aangezien Nederland in het verleden bekend stond om de export van en de handel in drugs, moet de regering naar mijn mening overgaan tot export van de succesvolle aanpak op het drugsterrein.

In dit verband stel ik de volgende vragen. Herkent de minister het beeld dat in het artikel in de Telegraaf wordt geschetst, namelijk dat drugs nu wellicht meer dan ooit via andere luchthavens Europa binnenkomen en op die manier naar Nederland worden gebracht? Heeft hij dit punt besproken met zijn collega's? Zet hij het punt assertief op de agenda vanuit het standpunt dat als Nederland zijn verantwoordelijkheid neemt, andere Europese landen dat ook moeten doen? Is de minister bereid om bilateraal of in Europees verband te komen tot afspraken? Als rechtstreekse verbindingen van het Caribisch gebied naar Frankrijk of van Zuid-Amerika naar Spanje vol zitten met cocaïne, dan moeten de betrokken Europese landen daar toch wat aan doen? Ik meen dat ik deze minister mag aanspreken op het aan de orde stellen van dit onderwerp bij zijn collega's.

Is het mogelijk om in Europees verband afspraken te maken met de bronlanden, bijvoorbeeld om scanners te plaatsen? Wellicht kunnen niet alleen op Curaçao voor de vluchten naar Nederland maar ook in Carácas voor de vluchten naar Parijs en in Colombia voor de vluchten naar Spanje scanners worden geplaatst. Is het mogelijk om de zwarte lijst die Nederland wil opstellen, op Europees niveau in te voeren?

Minister Donner:

Voorzitter. De vraag was of ik de situatie herken die wordt beschreven in het artikel in De Telegraaf. Ik constateer dat het artikel gaat over een hypothetische situatie en dat er geen concrete gegevens in worden vermeld. Derhalve moet de vraag zijn of het hypothetisch zo is. Er speelde verwarring over de Europese Unie en het Schengengebied. Het gaat mij primair om het Schengengebied, want daar vindt de controle aan de buitengrenzen plaats. In alle gevallen, zeker als er geen sprake is van overstappen, vindt controle plaats op de eindbestemming. Bij een tussenstop of een transfer vindt de controle ook plaats op de eindbestemming, dus hier in Nederland. De overgeladen ruimbagage wordt apart gelabeld, dus die is als zodanig herkenbaar. In de ruimen op Schiphol vindt controle plaats met drugshonden, met name van de witgelabelde koffers. Dat is anders dan een 100%-controle, maar de controle vindt dus normaal plaats. Het beeld dat er minder wordt gecontroleerd op andere vluchten, is in die zin niet juist.

Het probleem dat de heer Van Haersma Buma heeft geschetst en waarover zijn andere vragen gaan, is een heel ander probleem. Hij heeft gevraagd in hoeverre het verkeer zich richt op andere bestemmingen binnen Europa. Zoals ik de Kamer heb medegedeeld, heb ik mijn Europese collega's in kennis gesteld van de genomen maatregelen. Ik heb ze onlangs opnieuw een brief geschreven over de bevindingen, waarin een uitnodiging besloten lag om erover te spreken. Die bespreking, die op het niveau lag van de permanente vertegenwoordigers en de deskundigen, heeft in Brussel plaatsgevonden en had primair het karakter van een voorlichting van Nederlandse zijde over de getroffen maatregelen. Daarnaast hebben wij op Schiphol zowel Engelse als Duitse delegaties ontvangen om te laten zien hoe het daar werkt. De lijn van het met meer landen bespreken van het probleem, wordt binnen twee weken voortgezet in Nederland. Op een door Nederland georganiseerde conferentie wordt met de zeven betrokken landen verder gepraat over samenwerking op dit gebied.

De douanesamenwerking met de Fransen is geïntensiveerd. Op 10 juni heeft het laatste overleg op hoog niveau plaatsgevonden. De zwarte lijst wordt uitgewisseld met de Fransen. Met de heer Schily, die vorige week in Nederland was, is besproken dat de zwarte lijst ook met Duitsland wordt uitgewisseld. Daarnaast heeft het Verenigd Koninkrijk laten weten geïnteresseerd te zijn in de lijst. In andere landen wordt niet noodzakelijkerwijs met een zwarte lijst gewerkt. In gevallen waar strafrechtelijk wordt opgetreden is daarvoor ook geen noodzaak, omdat de desbetreffende personen in het Schengeninformatiesysteem kunnen worden gesignaleerd aan de buitengrenzen. Naarmate wij in Nederland weer tot gewone vervolging overgaan, zal dat de methode zijn om het te doen. Ik kan dus niet zonder meer zeggen dat er een Europese zwarte lijst komt; wat dat betreft is er een verschil. Wel wisselen wij nu al met de Fransen op basis van wederkerigheid gegevens uit over wie wordt aangetroffen in vliegtuigen en wie wordt betrapt. Nederland probeert de problematiek dus op verschillende manieren aan te pakken. Ik heb nooit het idee gehad dat 100%-controle betekende dat daarmee de kous af was en wij op onze lauweren konden gaan rusten. Er blijft een voortdurende stroom, en in dat licht zal er verder over de controles in de landen van herkomst moeten worden gesproken. Geleidelijk worden de controles uitgebreid, ook bij de indirecte vluchten; hierover wordt met andere landen gesproken. Die andere landen kunnen echter niet per definitie op dezelfde manier controleren als wij.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik ben verheugd dat er met andere landen wordt gesproken over de aanpak van de drugssmokkel op de manier waarop Nederland dat doet. Die zwarte lijst blijft iets bilateraals. Waarom kan dat niet op Europees niveau worden geregeld? In het vorige debat heb ik gevraagd om de paspoorten in te nemen van bolletjesslikkers en andere drugssmokkelaars die naar Schiphol komen. Kan ook dit punt worden besproken met die andere landen? Europa is één gebied en wij moeten niet proberen de grenzen op allerlei verschillende manieren dicht te krijgen.

Minister Donner:

Voordat wij dit met andere landen bespreken, moeten wij het eerst zelf hebben geregeld. Het innemen van paspoorten is onderwerp van discussie met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Paspoortwet.

Ik stel met enige vreugde vast dat het openbaar ministerie op de Nederlandse Antillen het probleem heeft opgelost door bij bolletjesslikkers af te zien van vervolging in ruil voor het paspoort. Daaraan wordt waarschijnlijk de voorwaarde verbonden dat er geen nieuw paspoort mag worden aangevraagd. Op die manier wordt daar op creatieve wijze meegewerkt om het drugsverkeer te voorkomen. Dit punt is zeker van belang voor de toekomst.

Naar boven