Noot 1 (zie blz. 1912)

INTERPELLATIEVRAGEN

Deze vragen zijn heden aan de orde.

Interpellatievragen van het lid Bakker (D66) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de werving van mensen met een Irakese achtergrond.

1

Betekent de toezegging die aan Irakese asielzoekers is gedaan dat terugkeer naar Nederland mogelijk was, dat sprake was van betrokkenheid van de Nederlandse regering bij de Amerikaanse werving van mensen met een Irakese achtergrond in Nederland?1

2

Hoe verhoudt uw antwoord op vragen van het lid De Graaf, dat de deelname van twee Irakese asielzoekers aan de wervingsacties geen bijzondere consequenties zou hebben voor de asielaanvraag,2 zich met de toezegging aan de Irakese asielzoekers dat terugkeer naar Nederland mogelijk was?

3

Is er sprake van een bijzondere toezegging, aangezien een asielzoeker normaliter tijdens zijn asielprocedure niet voor langere tijd naar het buitenland kan vertrekken, zeker niet naar het land van herkomst?

4

Hoe wist de regering dat bij werving twee Irakese asielzoekers betrokken waren? Welke in Nederland verblijvende personen zijn nog meer «geworven» door de VS voor activiteiten in Irak?

5

Waren er nu wel of geen Nederlandse ambtenaren aanwezig bij de Amerikaanse screening, zoals de twee Netwerk-Irakezen stellen?

6

Wanneer en op welke wijze is de Irakese asielzoekers toegezegd dat terugkeer naar Nederland mogelijk was?

7

Is op de asielzoekers druk uitgeoefend, in de zin dat al dan niet meewerken aan het verzoek van de VS mogelijk consequenties zou hebben voor de uitkomst van de asielprocedure?

8

Zijn er nog andere feiten en gebeurtenissen met betrekking tot de (voorbereidingen voor) oorlog in Irak, waarover de Kamer tot dusverre niet op de hoogte is gesteld? En zo ja, welke?

1 Aanhangsel-Handelingen nr. 309, vergaderjaar 2003–2004

2 Aanhangsel-Handelingen nr. 1034, vergaderjaar 2002–2003.

Naar boven