Aan de orde is het debat over de opvolging van de Nederlandse eurocommissaris.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. De PvdA-fractie is voorstander van een debat in de Kamer over de positie van eurocommissaris met openbare kandidaturen. Er zou een lijst met drie kandidaten kunnen worden vastgesteld die aan de voorzitter van de Commissie wordt voorgelegd. Dat is op 20 mei jl. ook door onze fractievoorzitter Wouter Bos naar voren gebracht. De reactie van minister Zalm was toen: dat doen wij niet zo, dat willen wij niet. Dat is helder. Vervolgens heeft de heer Bos aan minister Zalm gevraagd of dit voorstel werd afgewezen omdat er wellicht al een deal was gesloten over de nieuwe commissaris. Het antwoord van minister Zalm was glashelder: daarover was geen afspraak gemaakt.

Fractievoorzitter Van Aartsen van de VVD heeft in de Volkskrant van 13 november evenwel gezegd dat tijdens de kabinetsformatie tussen de drie coalitiepartijen de mondelinge afspraak is gemaakt dat Bolkestein nog een periode in Brussel mocht als hij dat wilde. Deze uitspraken kunnen niet allebei waar zijn. Wat de heer Zalm heeft gezegd, is glashelder. Wat de heer Van Aartsen heeft gezegd, is ook glashelder. Deze uitspraken sluiten elkaar echter uit. Daarom stel ik zowel aan de minister-president als aan de minister van Financiën, die beide betrokken zijn geweest bij de onderhandelingen over de formatie, de vraag of er bij de formatie nu wel of geen afspraken zijn gemaakt over de volgende Nederlandse eurocommissaris. Anders gezegd: is er afgesproken dat Bolkestein mag blijven? Om gedoe hierover in de toekomst te voorkomen, vraag ik ook of de regering bereid is, het debat over de nieuwe Nederlandse eurocommissaris in alle openbaarheid in de Kamer te voeren.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij het betoog van de heer Timmermans. De uitspraken van de heer Zalm, de schriftelijke antwoorden van de heer Balkenende en de uitlatingen van de fractievoorzitter van de VVD kunnen niet allemaal waar zijn. Dit debat dient eenvoudigweg om helderheid hierover te verschaffen.

Ik wil de minister-president twee vragen stellen. Is het in het kader van de conceptgrondwet een optie dat nationale parlementen, indien hun een commissarispositie toevalt, een keuze kunnen maken uit drie publieke kandidaten? Heeft de regering hiervoor al kandidaten beschikbaar van binnen of buiten het kabinet?

De heer Van Baalen (VVD):

Voorzitter. Een week geleden ontving de vaste commissie voor Europese Zaken eurocommissaris Bolkestein. Iedereen die daar aan tafel zat, zei toen dat wij een uitstekende commissaris hadden in Brussel. Volgens mij was dit debat dus eigenlijk niet nodig geweest. Toch wil ik er een bijdrage aan leveren. Voor de VVD-fractie is het van groot belang dat de man of vrouw die Nederland in de Europese Commissie vertegenwoordigt op draagvlak kan rekenen, ervaring heeft op het Europese gebied en verstand heeft van Europese zaken. Kortom, iemand die zijn of haar werk kan doen. Als wij in de persoon van de heer Bolkestein een uitstekend functionerende eurocommissaris hebben, als de heer Bolkestein verder wil – daartoe heeft hij zich bekend in uitspraken in diverse media – dan ligt het in de lijn der verwachting dat het kabinet besluit, de heer Bolkestein voor een nieuwe termijn voor te dragen. Is de minister-president het met deze redenering eens?

De heer Timmermans (PvdA):

Ik wil iedere suggestie vermijden dat de PvdA-fractie dit debat zou hebben aangevraagd om over de kwaliteiten van de heer Bolkestein te spreken. Die suggestie doet de heer Van Baalen nu. Daar gaat het ons absoluut niet om. Het gaat ons alleen om de gevolgde procedure en om eventuele afspraken daarover.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik mis in dit debat de heer Van Aartsen. Hij zou kunnen verhelderen waarom hij de uitspraak heeft gedaan zoals hij deed. Ik vraag het bij dezen aan zijn plaatsvervanger. Waarom heeft de heer Van Aartsen gesproken zoals hij gesproken heeft?

De heer Van Baalen (VVD):

Dit is de derde keer in een week dat ik de woorden van hetzij de heer Zalm, hetzij de heer Van Aartsen uitleg. Ik doe dat meestal wel met kennis van zaken, dus ik wil ook u wel een antwoord geven. Als u de heer Van Aartsen ziet, kunt u hem vragen of het klopt. De heer Van Aartsen had het niet over een formeel besluit van de onderhandelaars. Dat hadden wij anders teruggevonden in het regeerakkoord, zwart op wit als formeel besluit. Hij had het meer over een gevoelen tussen de onderhandelaars dat de heer Bolkestein, zo hij dat wenste, voor herverkiezing in aanmerking komt. Zo heb ik in ieder geval de heer Van Aartsen begrepen. Mocht u dat een onbevredigend antwoord vinden, dan moet u het hem echt zelf vragen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Zo hebben wij allemaal de heer Van Aartsen niet begrepen.

De heer Van Baalen (VVD):

U hebt hem gesproken, neem ik aan?

De heer Vendrik (GroenLinks):

Nee, ik heb zijn uitspraken in de krant gelezen. De heer Van Aartsen zegt dat er een mondelinge afspraak is gemaakt tijdens de kabinetsformatie over de opvolging van de heer Bolkestein. Vervolgens zegt hij daar nog bij: ik hoop niet dat CDA en D66 zich daar onder uit kunnen wurmen. Dat is wat hij zegt en ik vraag u, mijnheer Van Baalen, als woordvoerder van de VVD-fractie, om dat te verklaren in dit debat. Het lijkt mij tamelijk wezenlijk.

De heer Van Baalen (VVD):

Ik heb u de verklaring al gegeven. Dat is de mijne. Misschien dat u die deelt. Het gaat over het gevoelen dat tussen de onderhandelaars bestond over deze zaak. Nogmaals, de premier en de vice-premier zullen u, denk ik, hun lezing van de zaak geven.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Als het geen afspraak was, maar een gevoelen, een kwestie van wat ging er door je heen toen je aan de onderhandelingstafel zat, wat voelde je toen, had de heer Van Aartsen zich dan niet minimaal wat zorgvuldiger kunnen uitdrukken? Had hij dan niet kunnen zeggen dat er nogal wat heenging door de onderhandelingspartners, dat zij veel gevoelens hadden en dat het dus geen afspraak was, maar misschien een beetje gevoel? Dat is toch wel iets anders.

De heer Van Baalen (VVD):

Voorzitter. Ik zal de heer Van Aartsen vragen wat hij voelde toen hij dit met de Volkskrant besprak.

De heer Timmermans (PvdA):

Ik ben nu al weken bezig met de heer Van Baalen en voortdurend klopt de krant niet, of de journalist heeft het verkeerd opgeschreven, of ik lees de verkeerde kranten, of ik kijk naar de verkeerde televisieprogramma's.

De heer Van Baalen (VVD):

Of u hebt de goede bril niet op.

De heer Timmermans (PvdA):

Hier staat toch heel helder een letterlijk citaat van de heer Van Aartsen: mondelinge afspraak. Helderder kan het niet zijn. Dat kunt u toch niet omschrijven als een gevoelen dat er een keer onder het genot van een glas is geuit?

De heer Van Baalen (VVD):

Wat zijn mondelinge afspraken? Hebben wij nu hier afgesproken dat Frits Bolkestein zichzelf opvolgt? Of is er een gevoel? Nogmaals, het is aan de onderhandelaars. Ik zat daar niet bij en daarvoor ga ik mij ook niet verontschuldigen.

De heer Eerdmans (LPF):

Voorzitter. Of er tijdens de kabinetsformatie door de onderhandelaars wel of geen afspraken zijn gemaakt over de eventuele opvolging van eurocommissaris Bolkestein is een zaak die zich aan onze waarneming onttrekt. Het is een zaak van de coalitiepartners of dit onderwerp deel uitmaakt van de huwelijkse voorwaarden. Voor de LPF-fractie en voor Nederland is het zaak dat de beste persoon wordt benoemd. Om iedere schijn van achterkamertjespolitiek te vermijden stellen wij voor dat het kabinet daarom een voordracht doet aan de Tweede Kamer en om het democratische gehalte te verhogen, verdient het aanbeveling dat tenminste drie kandidaten worden voorgedragen. Wij verzoeken het kabinet te bezien of er andere personen zijn die in het Europa van nu vergelijkbaar gezag genieten als de heer Bolkestein en die bereid zijn, zich kandidaat te stellen. De LPF-fractie wil een openbare sollicitatieprocedure. Wij willen een advertentie in de krant. Wij vinden dat in deze sollicitatieprocedure de juiste drie kandidaten moeten worden geselecteerd en dat deze moeten worden voorgedragen. Ik wil daarover nu alvast een motie indienen.

De voorzitter:

Ik geef toestemming voor het indienen van deze motie omdat ik ervan uitga dat wij dit debat in één termijn voeren.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de ambtstermijn van de huidige Nederlandse commissaris in de Europese Commissie binnenkort afloopt;

van mening dat de benoeming van de opvolger van deze Nederlandse eurocommissaris op transparante wijze moet geschieden en aan democratische controle onderhevig moet zijn;

verzoekt de regering, via een openbare sollicitatieprocedure de werving voor een nieuwe eurocommissaris te laten geschieden en uit de aangemelde kandidaten drie personen ter benoeming voor te dragen aan de Tweede Kamer, waarbij tevens de mogelijkheid wordt geschapen voor de Tweede Kamer om met deze kandidaten over hun sollicitatie te debatteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans en Timmermans. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1(29308).

De heer Eurlings (CDA):

Voorzitter. In het hier gevoerde debat over het eindrapport van de informatie van 20 mei 2003 is door vier direct betrokkenen heel duidelijk gesteld dat er geen afspraken zijn gemaakt over de vraag wie de nieuwe Nederlandse eurocommissaris moet worden. Die vier personen waren de heer Korthals Altes, de heer Dittrich, de heer Zalm en de heer Verhagen. Ik heb geen enkele reden om te twijfelen aan de waarheid van hetgeen deze vier direct betrokkenen in dit openbare debat hebben uitgesproken.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Valt ook een mondelinge afspraak daar niet onder?

De heer Eurlings (CDA):

Ik citeer hier vier direct betrokkenen. Zij hebben ons hier nadrukkelijk verzekerd dat er geen afspraken zijn gemaakt. Daarmee is voor mij de kous af. Ik heb niet bij die onderhandelingen gezeten. Men moet mensen vertrouwen op wat zij hier in het openbare debat stellen. Ik heb geen reden om aan hun woorden te twijfelen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Kan de heer Eurlings ons meedelen wat er aan de onderhandelingstafel door de heer Verhagen heenging waar het dit onderwerp betreft? Ging er iets door hem heen of was dat niet het geval?

De heer Eurlings (CDA):

Ik vraag me af wat er door u heengaat op het moment dat u in een serieus debat dit soort vragen stelt. Hoe kan ik weten wat er door iemand heengaat die aan een onderhandelingstafel zit? Vraag dat aan de heer Verhagen zelf als u hem een keer tegenkomt. Wij hebben hier te maken met officiële stukken en officiële uitspraken. De vier mensen die officieel hebben onderhandeld en het resultaat hier officieel hebben gepresenteerd, zeggen for the record dat er geen afspraken over zijn gemaakt. Ik beschouw die uitspraken als waar zo lang het tegendeel niet is bewezen. Ik heb geen enkele reden om aan die duidelijke uitspraken te twijfelen.

De heer Timmermans (PvdA):

Vorige week kwalificeerde de minister van Buitenlandse Zaken enige uitspraken van de heer Van Aartsen in dat interview dat ik citeerde als onzin en dom. Mag ik uit uw opmerkingen opmaken dat u het feit dat Van Aartsen zegt dat er een mondelinge afspraak is gemaakt ook als onzin wil kwalificeren?

De heer Eurlings (CDA):

Nee, dat mag u niet. De enige conclusie die u mag trekken is dat uitspraken in een krant van een minder direct betrokkene die er een andere visie op heeft, mij geen reden geven om aan de uitspraken die door de genoemde vier personen zijn gedaan in het debat te twijfelen.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter. Ik twijfelde even of ik naar voren moest komen om het woord te voeren of niet. Ik vind het namelijk eigenlijk een onzindebat. Ik vond het eigenlijk wel verrassend dat de grootste oppositiepartij, de PvdA, hier een debat over aanvroeg terwijl iedereen die ermee te maken heeft al heeft gezegd dat er geen afspraak over is gemaakt, ook geen mondelinge. Waarom moeten wij dat dan allemaal nog hier bespreken? Ik wil hier op de katheder nog eens zeggen wat ik ook in de publiciteit heb gezegd, namelijk dat er tussen de drie coalitiepartijen niet is afgesproken, ook niet mondeling, dat de heer Bolkestein per se de nieuwe eurocommissaris moet worden.

Minister Balkenende:

Voorzitter. De vraag van de heer Timmermans naar aanleiding van publicaties in kranten is helder: hoe zit het met een eventuele afspraak? Bij de formatiebesprekingen zijn geen afspraken gemaakt over het aanblijven van de heer Bolkestein, ik bevestig datgene wat de heer Eurlings zegt. Er is hierover toen ook niet gesproken. Ik heb in die tijd wel een keer een informeel gesprek met de heer Zalm gehad over het mogelijk continueren van de activiteiten van de heer Bolkestein. Ik heb toen gezegd dat voortzetting van zijn werk een voordeel zou kunnen zijn bij het verkrijgen van een belangrijke post in de Europese Commissie. Wat ik toen heb gezegd, sluit naadloos aan bij een opmerking die de heer Verhagen onlangs heeft gemaakt. Maar dat was geen afspraak, het ging erom dat het een voordeel zou zijn als iemand met een bepaalde status in de nieuwe Commissie door kon gaan met zijn werk en als er daardoor voor Nederland een belangrijke portefeuille uit de bus kon komen. Er zijn dus bij de formatie geen afspraken over gemaakt en het onderwerp is daarbij ook niet aan de orde geweest.

De heer Van Baalen maakte een opmerking over het functioneren van de heer Bolkestein. Wij hebben al vaker meegemaakt dat een Commissaris goed functioneerde en dat dit een reden was om hem zijn werk te laten voortzetten. Ik wijs in dit verband op de eerste paarse coalitie, die indertijd de heer Van den Broek als eurocommissaris heeft gehandhaafd op grond van argumenten die toen golden. Ik kan me voorstellen dat dit voor de heer Bolkestein ook zou kunnen gelden, maar op dit moment is dit nog niet aan de orde. Wij zullen wel zien of hij door wil gaan en een definitief besluit zal in het kabinet genomen worden, zo simpel is het.

Ik heb uiteraard goede nota genomen van opmerkingen over de procedure en ik denk dat de heer Timmermans volkomen gelijk heeft. Er is hierover al een keer gesproken en ik ken zijn opvattingen en die van de heer Bos op dit punt. De heer Eerdmans heeft ook duidelijk gemaakt hoe hij dit ziet. Verder is er gerefereerd aan de opvatting van de heer Zalm dat er geen openbaar debat over de Nederlandse kandidaat zou moeten worden gevoerd. Dit is eerlijk gezegd ook mijn opvatting, dus niet iedereen denkt hierover hetzelfde. Er is nog wel een probleem, want hoe zal de procedure volgend jaar precies zijn? Zullen wij dan te maken hebben met de voordracht van één persoon per lidstaat? Zal de nieuwe voorzitter van de Commissie om de methode te volgen die bij de Conventie is voorgesteld, namelijk drie kandidaten per lidstaat? Wij weten het niet en ik denk dat de opstelling van het kabinet intussen niet veranderd is. Het is aan het kabinet om op dit punt afwegingen te maken, maar zoals ik al aangaf, is het wat prematuur om dit nu te doen, omdat nog niet precies bekend is welke procedure er volgend jaar gevolgd zal worden.

Kort en goed, er zijn geen afspraken gemaakt, er is wel een gesprek geweest over de consequenties van het eventuele aanblijven van de heer Bolkestein voor de portefeuille die Nederland zou kunnen binnenhalen. Ik ben ook duidelijk geweest over de procedure.

Dit brengt mij bij de motie van de heer Eerdmans. Hij spreekt van een openbare sollicitatieprocedure met drie kandidaten en van een debat in deze Kamer. Ik moet de Kamer aanneming van deze motie ontraden, omdat ik een andere opvatting heb over hoe dit zou moeten worden aangepakt. Bovendien is er nog een heel andere kwestie, namelijk de interactie van regeringen en de nieuwe voorzitter van de Commissie. Deze zal moeten bepalen hoe hij zal omgaan met de verdeling van de portefeuilles. Ik denk dus dat het aandragen van geschikte kandidaten door de verschillende lidstaten een subtiel spel zal zijn. Ik wil er niet op vooruitlopen, want het duurt nog enige tijd. Ik heb begrip voor de opvatting van de heer Eerdmans, maar ik heb helaas een ander standpunt.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. De premier maakt helder in hoeverre er over de mogelijke opvolging van de heer Bolkestein is gesproken. Daar heb ik geen vraag over, maar ik wijs er wel op dat de heer Van Aartsen in krantenberichten een heel andere indruk heeft gewekt dan het beeld dat de premier nu schetst. Ik neem aan dat de premier dit met mij eens is. Hoe kwalificeert hij dit?

Minister Balkenende:

Laten wij voorkomen dat de zaak in scherpslijperij ontaardt. Ik heb aangegeven dat het argument genoemd werd dat het handhaven van een goed functionerende Commissaris een voordeel kan opleveren, omdat zijn ervaring van invloed kan zijn op de toedeling van belangrijke portefeuilles.

Er is geen afspraak gemaakt. Dat is helder. De heer Van Baalen doelde eigenlijk op een gevoelen, maar we moeten helder zijn: er is geen afspraak. We vinden wel dat er voordelen verbonden kunnen zijn aan het aanblijven van de heer Bolkestein. Zoals gezegd was dat niet aan de orde, omdat niet bekend is of de heer Bolkestein aanblijft. Het onderwerp moet sowieso in het kabinet aan de orde komen. Er is wel eenzelfde gevoelen over de mogelijke voordelen van het aanblijven van de heer Bolkestein. De motieven daarvoor heb ik gegeven. Ik meen dat wij het daarbij moeten laten.

De voorzitter:

Ik geef vervolgens het woord aan de minister van Financiën, tevens vice-premier.

Minister Zalm:

Voorzitter. Ik heb aan de woorden van de premier niets toe te voegen. Ik ben meegekomen voor de gezelligheid.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. Ik weet dat de heer Zalm altijd zeer vereerd is als hij hier mag optreden. Hij heeft eerder over dit onderwerp in deze Kamer met Wouter Bos gesproken. Daarom wil ik graag uit zijn mond – en dat kan met één zin – een bevestiging van de woorden die hij toen zei: er is geen deal.

Minister Zalm:

Klopt!

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag te stemmen over de ingediende motie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Vanwege het motief dat hij daarvoor heeft gegeven, dank ik de minister van Financiën voor zijn aanwezigheid hier. Uiteraard werd ook de aanwezigheid van de minister-president gewaardeerd. Hij heeft hier echter zijn werk gedaan zoals hij dat altijd doet.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven