Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie heb ik benoemd in:

  • - de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Eski tot plaatsvervangend lid in plaats van de bestaande vacature en het lid Van Hijum tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het lid Algra tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het lid Mosterd tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Van Hijum tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het lid Van Hijum tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Van Hijum tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Mastwijk;

  • - de vaste commissie voor Justitie het lid Van Hijum tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen het lid Van Hijum tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Fessem;

  • - de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Van Hijum tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Ormel.

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Afgelopen vrijdag is er een barbaarse bomaanslag geweest in de Iraakse stad Najaf, waarbij meer dan honderd mensen de dood vonden. Onder de doden bevond zich ook de gematigde ayatollah Al Hakim. De bomaanslag lijkt inmiddels een grote schok te hebben veroorzaakt bij de sjiitische bevolking van Irak. Er zijn ook aanwijzingen dat de onrust onder de sjiitische bevolking van de provincie Al Muthanna, waar Nederlanders actief zijn, sterk is toegenomen.

Daarom wil ik mede namens de collega's Eurlings, Bakker en Koenders de regering, in het bijzonder de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie, een brief vragen over de gevolgen van deze bomaanslag, de negatieve effecten op de Irakese bevolking ten aanzien van de westerse aanwezigheid, zeker ook in Zuid-Irak en de provincie waarin de Nederlandse militairen actief zijn. Bovendien dient deze brief van de regering een vernieuwde, actuele en meer gedegen politieke en militaire veiligheidsanalyse te bevatten, die geënt is op de huidige, veel onzekerder situatie en op de diverse opties die worden besproken in verband met de samenstelling en aansturing van de buitenlandse troepen in Irak.

Wij Voorzitterontvangen deze brief graag op korte termijn; dat wil zeggen: deze week, uiterlijk donderdag eind van de dag, zodat wij zo nodig daarover snel kunnen debatteren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Koenders.

De heer Koenders (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Ik weet dat de vorige week het debat over de inlichtingendienst en de Nederlandse steun voor de oorlog in Irak formeel is afgesloten. Toch is het debat voor veel mensen daarmee niet afgelopen. Dat geldt zeker voor mijn fractie. Toen minister De Hoop Scheffer verleden week op het allerlaatste moment meldde, dat een voorpublicatie van het controversiële Engelse inlichtingenrapport "for your eyes only" over de bekende 45 minuten alleen door minister-president Balkenende is ingezien en niet is gedeeld met de verantwoordelijke ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken, werden wij helaas niet in staat gesteld om de minister-president hier te ondervragen. Inmiddels heeft de minister-president niet de Kamer, maar wel de media daarover ingelicht. De PvdA-fractie hecht er dan ook aan om nu een groter beroep te doen op de Kamer om ons in staat te stellen onze plicht te vervullen en een brief te vragen aan de minister-president, met daarin de volgende vragen.

1. Welke soort informatie heeft de minister-president gekregen van andere regeringsleiders gedurende de Irakcrisis en hoe is die getoetst en uiteindelijk betrokken bij de besluitvorming om politieke steun te geven aan de oorlog in Irak?

2. Hoe is de minister-president omgegaan met deze informatie "for your eyes only" en op welke wijze is deze informatie gedeeld met de verantwoordelijke ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie en breder het Nederlandse kabinet?

3. Heeft de minister-president deze informatie, die in de vorige twee vragen duidelijk is beschreven, met andere Europese regeringsleiders gedeeld? Ik vraag dit ook naar aanleiding van uitlatingen van de minister-president in die tijd.

De voorzitter:

Wilt u uw vragen afronden? Dit is te uitgebreid voor de regeling van werkzaamheden.

De heer Koenders (PvdA):

Sorry, voorzitter. Ik wil deze keer mijn vragen echt kunnen stellen. Ik hoop dat u mij dat toestaat. Verleden week werden wij niet in staat gesteld om inlichtingen te vragen aan de minister-president. Ik heb een paar vragen. Ik ga bijna afronden. Geeft u mij deze keer de mogelijkheid om mijn plicht te doen.

Heeft de minister-president deze informatie gedeeld met andere regeringsleiders en is daarover vervolgens gesproken met de minister van Buitenlandse Zaken in Nederland, die verantwoordelijk is voor het Europese beleid?

4. Hoe verhoudt deze handelwijze zich tot de staatsrechtelijke verhoudingen in Nederland, de collegialiteit van het kabinetsbeleid en de effectiviteit van het buitenlands beleid?

De heer Bakker (D66):

Ik vind dit een prima verzoek van de heer Koenders.

De heer Herben (LPF):

Ik sluit mij graag bij het verzoek van de heer Koenders aan. Ik zie de brief graag tegemoet, want ik wil vooral weten in hoeverre "for your eyes only" een rol heeft gespeeld in de besluitvorming.

De heer Koenders (PvdA):

Ik stel deze opmerking van de heer Herben op prijs, omdat verleden week zijn fractie bij monde van de heer Van As zei dat vooral profileringsdrang van mijn persoon de reden was om dit aan de orde te stellen. Ik ben blij dat de heer Herben nu ook de inlichtingenplicht van de Kamer van belang vindt.

De heer Herben (LPF):

Dit betreft een ander aspect van uw vragen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven