Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | nr. 87, pagina 5087-5089 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | nr. 87, pagina 5087-5089 |
Vragen van het lid Van Heemst aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de politie het 0900-nummer beu is.
De heer Van Heemst (PvdA):
Voorzitter. Het 0900-servicenummer van de politie is de afgelopen jaren in heel veel opzichten een zorgenkindje geweest. Wij hebben vaak kritiek gehoord van mensen die dat nummer draaiden en het gevoel hadden dat zij van het kastje naar de muur werden gestuurd en niet direct goed en duidelijk werden geholpen. De PvdA-fractie heeft steeds gezegd dat mensen die dat nummer bellen, waar voor hun geld moeten krijgen. Dat zijn wij verplicht aan de burgers die de politie benaderen.
Wij hebben de afgelopen week kritische berichtgeving gezien. Het ging daarin niet over de service van de politie aan de burgers, maar om klachten van de politie zelf. De Nederlandse Politiebond heeft gemeld dat zij weinig vertrouwen heeft in de kwaliteiten van de mensen die de callcenters van het 0900-servicenummer bemannen. Zij hebben volgens de bond weinig ervaring en zijn niet goed opgeleid, waardoor zij bij de afwikkeling en de beoordeling van telefoontjes nogal eens fouten maken. Als gevolg daarvan wordt de politie soms niet of te laat gestuurd, wordt door het publiek verschafte informatie niet of onvoldoende goed gebruikt of gaat de politie onnodig ergens op af.
Ik stel de minister in dit verband drie heel overzichtelijke vragen: kent hij deze kritiek? Zo ja: wat vindt hij daarvan? Is hij met mij van mening dat de burger recht heeft op waar voor zijn geld? Een vierde vraag die ik hieraan toevoeg, luidt: is hij bereid om in geval van tekortkomingen afspraken te maken om deze te verhelpen? Ik heb verder nog een vraag voor mijn collega's van de CDA-fractie.
De voorzitter:
Nee, dat mag niet. U kunt vragen stellen aan de minister van BZK. Die vragen hebt u afgerond?
De heer Van Heemst (PvdA):
Die heb ik afgerond.
De voorzitter:
Het vragenuurtje is bedoeld voor vragen aan de regering.
De heer Van Heemst (PvdA):
Wat jammer nou. Daar komen zij weer heel gemakkelijk mee weg!
Minister Remkes:
Mevrouw de voorzitter. Ik zal mij in die discussie niet mengen.
Toen ik de berichten in de krant las, vermoedde ik dat de korpsbeheerder in Amsterdam binnenkort vragen zou moeten beantwoorden in de gemeenteraad van Amsterdam. Ik geef hiermee aan waar de verantwoordelijkheid ligt. De berichtgeving heeft met name betrekking op de Amsterdamse situatie.
De eerste vraag van de heer Van Heemst moet ik ontkennend beantwoorden; de berichten zijn nieuw voor mij. Voor zover mij bekend zijn dergelijke berichten ook niet terechtgekomen op het departement van BZK. Integendeel, mijn ambtsvoorganger heeft op 3 juli 2002 de Kamer over deze zaak een brief geschreven waarin nader op het functioneren van het telefoonnummer is ingegaan. De conclusies die mijn ambtsvoorganger toen aan een evaluatie heeft verbonden, waren overwegend positief. Het aantal klachten was teruggelopen. Natuurlijk zijn daarbij ook verbeterpunten gesignaleerd met name ten aanzien van de aansluiting op het backoffice. Er zijn echter afspraken gemaakt over een route om tot die verbeteringen te komen.
Ik kan de heer Van Heemst verder zeggen dat het korps de klachten niet herkent en er geen sprake is van een toename van het aantal klachten over dit nummer. Hetzelfde geldt voor het ministerie van BZK. In de afgelopen periode kregen wij slechts minimaal, ongeveer eenmaal per maand, een klacht over het functioneren van het nummer. In die zin heeft de berichtgeving mij verrast. Ik heb begrepen dat de politiebond morgen overlegt met het Amsterdamse korps over dit probleem. Naar mijn mening was de publiciteit over deze zaak daarom wat prematuur want ik vind dat in dit leven de juiste volgorde gehanteerd moet worden.
Hiermee heb ik aangegeven wat ik inhoudelijk over deze zaak kan zeggen. De heer Van Heemst heeft ook gevraagd naar mijn oordeel over de zaak in geval die op waarheid berust. Ik meen dat het functioneren in dat geval bezien moet worden. Ik ben het namelijk met hem eens dat burgers waar voor hun geld moeten krijgen.
De heer Van Heemst (PvdA):
Mevrouw de voorzitter. Ik ben blij met het antwoord van de minister. Als er geen reden is voor kritiek, dan moet dat ook gezegd kunnen worden. Ik denk dat er in de discussie een klein misverstand is gerezen. De kritiek die de afgelopen weken tot drie keer toe in de pers is geuit, draait niet zozeer om klachten van burgers over het functioneren van het 0900-nummer, maar is afkomstig van de politie die vindt dat in een aantal gevallen ondeskundig met klachten wordt omgegaan. Dat is een wezenlijk andere kwestie, want als gevolg daarvan wordt er misschien veel politiecapaciteit verknoeid en vermorst. Ik vraag de minister zich in die kritiek te verdiepen. Als dat nieuwe bevindingen oplevert, wellicht in combinatie met het overleg dat morgen plaatsvindt in Amsterdam, vraag ik hem de Kamer daarvan verslag te doen en aan te geven hoe hij het probleem denkt aan te pakken.
Voorts zou ik graag een reactie van de minister willen op de oproep van het CDA in de Telegraaf van 1 september om burgers in de toekomst weer rechtstreeks met de politie in hun woonplaats te laten bellen. Ik vraag de heer Van Fessem van de CDA-fractie waarop hij dat standpunt baseert en wat hij gaat doen om dat standpunt om te zetten in realiteit.
Minister Remkes:
Er is destijds gekozen voor dit landelijke nummer met een frontoffice/backofficesysteem om te bereiken dat er meer blauw de straat op kon. Dit laatste is altijd het streven van de Kamer geweest en ik heb er behoefte aan van de gelegenheid gebruik te maken om dat nog eens te onderstrepen. Ik heb geantwoord zoals ik heb gedaan, omdat de heer Van Heemst vroeg: vindt de minister dat burgers waar voor hun geld moeten krijgen? Daarbij kijk ik hoe het systeem, voor zover mij bekend, naar de ervaringen van burgers functioneert. Ik ben natuurlijk best bereid om in overleg met korpsbeheerders na te gaan of er enige grond bestaat voor de kritiek, die kennelijk intern leeft in het Amsterdamse korps, over het functioneren van de frontoffice/backofficesystematiek. Ik ben alleen nog niet zo ver dat ik vind dat het landelijke nummer afgeschaft moet worden.
De voorzitter:
Wil er nog iemand van de CDA-fractie reageren op de vraag van de heer Van Heemst?
De heer Algra (CDA):
Net als de minister is de CDA-fractie nog niet zo ver dat het landelijke nummer kan worden afgeschaft. Wij zijn het echter met de heer Van Heemst eens dat de burger waar moet krijgen voor zijn geld. De vervanger van de minister van Binnenlandse Zaken, de toenmalige minister van Economische Zaken, heeft in zijn antwoord op laatstelijk gestelde schriftelijke vragen aangegeven dat korpsbeheerders de ruimte hebben om een direct nummer beschikbaar te stellen aan bepaalde burgers of doelgroepen. De CDA-fractie kan zich daarin prima vinden.
De heer De Wit (SP):
Ik begrijp dat de minister er nog niet aan toe is om het landelijke nummer af te schaffen. De problemen met dit nummer zijn al veelvuldig aan de orde geweest. De minister verwijst naar de evaluatie, maar ik zal over dat punt verder geen vragen stellen. Wij spreken natuurlijk over de bereikbaarheid van de politie en over efficiëntie. Er zijn ouders die, om allerlei redenen, 0900-nummers willen blokkeren. Mijn fractie bereiken berichten dat in dat geval ook het 0900-nummer van de politie wordt geblokkeerd, zodat deze mensen de politie niet meer kunnen bellen. Kent de minister dit probleem en is hij wellicht bereid hiervoor een oplossing te zoeken?
Minister Remkes:
Ik ken het probleem met de blokkade van 0900-nummers niet, maar ik zal nagaan welke problemen zich in de praktijk voordoen.
De heer Eerdmans (LPF):
Voorzitter. Ik ben wat verbaasd om te horen dat de minister spreekt van één klacht per maand, als het gaat om de bereikbaarheid van het 0900-nummer. Alleen al drie van mijn fractiegenoten hebben in dezelfde week een klacht doorgegeven, dus ik vraag me af of het cijfer dat de minister noemt, wel juist is.
Minister Remkes:
Even voor de duidelijkheid, het gaat om het functioneren van het landelijke telefoonnummer. Ik heb bepaald niet willen suggereren dat er over het optreden van de politie in dit land slechts één klacht per maand zou binnenkomen...
De heer Eerdmans (LPF):
Het gaat om klachten over de bereikbaarheid.
Minister Remkes:
Nee, het gaat om het functioneren van het telefoonnummer, daar praten wij nu over.
De heer Eerdmans (LPF):
Dan praten wij inderdaad over hetzelfde, wij verschillen alleen van mening over het aantal klachten. Ik zou graag vernemen door wie het callcenter nu bemand wordt. Zijn dat opgeleide politiemensen of is het administratief personeel? Daar zouden wij nog een flinke slag kunnen slaan als het om bureaucratie en efficiëntie gaat.
Minister Remkes:
Dat zijn natuurlijk geen mannen met een pet op. Wij hebben er in de afgelopen jaren naar gestreefd om in functies waarin dat mogelijk is, politiemensen te vervangen door burgerpersoneel, om te bewerkstelligen dat er meer blauw op straat zou komen. Dit is er een evident voorbeeld van, het zijn dus burgers die de telefoon opnemen.
Mevrouw Van der Laan (D66):
Voorzitter. Onze fractie steunt de pogingen van de minister om zoveel mogelijk politieagenten op straat te krijgen door te voorkomen dat zij achter hun bureau of aan de telefoon moeten zitten, maar dit neemt niet weg dat het 0900-nummer goed bereikbaar moet zijn. Bovendien moet de service na het bellen eigenlijk net zo goed en liefst beter zijn dan wanneer het telefoontje rechtstreeks naar een politieagent zou gaan. Zou de minister in kaart kunnen brengen om welke soort klachten het gaat, hoe vaak die klachten binnenkomen en of het daarbij gaat om de bereikbaarheid of om de eigenlijke afhandeling, maar ook hoeveel personeel erdoor op de politiebureaus is vrijgemaakt om de straat op te gaan?
In aanvulling op de vraag van de heer De Wit over de 0900-nummers zou ik er nog aandacht voor willen vragen dat bij mensen die hun telefoonrekening niet betalen of problemen hebben met de betaling, veelal eerst de betaalde nummers worden afgesloten, zodat zij de politie niet meer kunnen bellen. Wellicht kan de minister ervoor zorgen dat het 0900-nummer van de politie anders wordt behandeld dan de normale nummers uit deze serie.
Minister Remkes:
Voorzitter. Ik heb op dit punt een duidelijke algemene opvatting: mensen moeten gewoon hun rekeningen betalen, dat is de beste remedie voor dit soort problemen. Mevrouw Van der Laan maakt deze kwestie wel erg breed. Natuurlijk ben ik graag bereid om met de Kamer te praten over het functioneren van de politie en de taakverdeling in deze organisatie, maar ik zou die gesprekken graag binnen de reguliere kaders daarvoor voeren. Wij hebben immers ook met de Kamer afgesproken dat het aantal rapportageverplichtingen zal worden teruggebracht. Er zijn bepaalde gelegenheden om de Kamer te informeren waarbij elementen als deze ook aan de orde kunnen komen. Ik ben graag bereid om dan ook in te gaan op de elementen die mevrouw Van der Laan noemt.
Mevrouw Van der Laan (D66):
Voorzitter. Ik ben het helemaal met de minister eens dat mensen hun rekeningen moeten betalen, het probleem is alleen dat zij bij afsluiting van de 0900-nummers 112 gaan bellen, omdat dat wel gratis is. Als wij dit willen voorkomen, moet het 0900-nummer gewoon een ander karakter krijgen.
Minister Remkes:
Dit was volgens mij meer een opmerking dan een vraag, voorzitter.
De voorzitter:
Waarvan akte.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20022003-5087-5089.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.