Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (28933).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. De onderwijsbegroting is vanmorgen bij het debat over de Voorjaarsnota in combinatie met VBTB al uitgebreid aan de orde geweest. Ik wil het algemene debat daarover – wat betreft uitkeringen, prijsbijstellingen en incidentele loonontwikkelingen – en onze teleurstelling over het feit dat er ook op het onderwijs bezuinigd wordt, hier niet herhalen. Kortheidshalve verwijs ik naar de tekst van het amendement dat wij op dit punt hebben ingediend. Hetzelfde geldt voor het onderdeel cultuur, waarop wij een amendement hebben ingediend dat compenserend werkt voor de bezuinigingstaakstelling op dat terrein.

Naar aanleiding van de beantwoording van de vragen bij deze suppletoire begroting resten er nog drie punten waarop bij de behandeling van de onderwijsbegroting onvoldoende duidelijkheid is gegeven.

Het eerste punt betreft de educatieve televisie. Ik heb bij de behandeling van de onderwijsbegroting een amendement op dit punt ingediend, Kamerbreed gesteund. Op de begroting is voor de educatieve televisie een bedrag opgenomen. Tot onze verbazing blijven wij van de instellingen brieven ontvangen, die zeggen nog steeds niets op hun rekening te hebben ontvangen. Vorige week nog kregen wij met veel bombarie een presentatie van een aantal wethouders en educatieve instellingen voor educatieve televisie. Toen had ik het idee dat de film opnieuw werd afgedraaid, letterlijk en figuurlijk. Hoe staat het hiermee? In de toelichting van het amendement hebben wij gevraagd of andere ministeries bereid zijn om het bedrag aan te vullen. Kan de minister aangeven wanneer de instellingen aan de slag kunnen?

Het tweede punt betreft de efficiencykorting van het hoger onderwijs. Op de suppletoire begroting is nog steeds een taakstelling van 36 mln opgenomen. Wij hadden begrepen van de minister-president naar aanleiding van een vraag van de heer Bos bij het debat over het regeerakkoord dat de efficiencykorting hoger onderwijs van tafel was. Voor ons is nu niet duidelijk hoe dit zit. Kan de minister hierover duidelijkheid verschaffen?

Het derde punt betreft de ICT. Zoals bekend, staan de scholen voor een belangrijke keuze: gaan zij door met nl.tree of niet? Daarover moeten zij voor 1 oktober een besluit nemen. Er zijn bedragen voor opgenomen op de begroting, alleen de bedragen per school zijn nog steeds niet bekend. Het is voor de scholen van belang om die bedragen te kennen om een keuze te kunnen maken. Ik heb begrepen dat zij pas per 1 augustus bericht krijgen. Dan hebben zij nog maar heel beperkt de tijd. Is dat bedrag nu wel of niet opgenomen op de begroting? Waarom is de scholen hiervan nog niets bekend? Er staat ook een vergoeding op de begroting voor de scholen die in de zogenoemd minder rendabele gebieden staan, wat inhoudt dat zij bijvoorbeeld via schotelverbinding aansluiting hebben op ICT voor de deskundigen. Wij hebben veel brieven gekregen waaruit blijkt dat die vergoeding niet passend is op wat de scholen in die gebieden zouden moeten besteden. Is daarvoor een voorziening opgenomen in deze suppletoire begroting?

Minister Van der Hoeven:

Voorzitter. Ik heb begrepen dat ik niet hoef terug te komen op de ingediende amendementen, die vanochtend uitgebreid aan de orde zijn geweest. Dan resteren drie vragen van mevrouw Hamer. Ik begin met de vraag die te maken heeft met ICT. In de enveloppe van Balkenende-I hebben wij 45 mln euro plus 10 mln euro voor de scholen gereserveerd, zodat zij vanaf 2004 zelf de markt op kunnen gaan en zelf keuzes kunnen bepalen. De definitieve besluitvorming over die enveloppe moet echter nog plaatsvinden. Ook de verwerking in de begroting kan pas plaatsvinden in de begroting van 2004. In de begroting van 2003 is hierin voorzien, want tot en met 31 december 2003 is de oude situatie nog van kracht. Vanaf 1 januari 2004 is het nieuwe geld nodig. Dat staat in de enveloppe van Balkenende-I.

Wat hebben wij verder gedaan? Het ministerie is in overleg met nl.tree over de afronding van het contract. Gisteren heb ik, samen met de staatssecretaris, nl.tree per brief gewezen op de verplichtingen die men in de komende periode nog moet nakomen. Daarover is de Kamer meteen geïnformeerd. Op 28 mei 2003 zijn de scholen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het BVE schriftelijk geïnformeerd over de huidige stand van zaken als gevolg van de opzegging van het centrale contract per eind 2003, over de grootte van de reservering voor het inrichten van een centrale voorziening en de extra koopkracht van de scholen, over de toekomstige wijze van informatievoorziening en over de telefonische helpdesk. Wij willen dat de scholen op zo kort mogelijke termijn duidelijk wordt gemaakt om hoeveel geld het gaat. Uitgaande van die 45 mln euro, denk ik dat wij globaal zullen uitkomen op een extra bedrag van 15 euro per leerling, maar dat vraagt wel een politiek mandaat. Dat politieke mandaat kan pas worden gegeven op Prinsjesdag, maar ik begrijp de bezorgdheid van mevrouw Hamer, want de scholen hebben dan nog heel erg weinig tijd om hierin nog te voorzien in 2004. Ik ben daarom voornemens om te bekijken of wij die datum naar voren kunnen halen, maar daar heb ik nog enig politiek overleg voor nodig. Ik zeg echter graag toe dat ik hier zo snel mogelijk op terugkom. Ik ben het zeer met mevrouw Hamer eens dat wij te maken hebben met urgentie.

Mevrouw Hamer (PvdA):

In de brief van 28 mei staat dat de scholen dit op 1 augustus zouden horen. Mij is niet helder wat tussen nu en 1 augustus nog bekend zou moeten worden wat nu nog niet bekend is. Prinsjesdag valt immers ver na 1 augustus.

Minister Van der Hoeven:

Daar hebt u gelijk in. Het probleem zit erin dat het geld verantwoord wordt in de begroting van 2004. Dat betekent dat ik een mandaat nodig heb om daarop vooruit te kunnen lopen. Ik deel echter uw mening op dit punt. Ik zal dan ook alles in het werk stellen om dat bericht zo snel mogelijk naar de scholen te doen gaan. Ik heb al gezegd dat men bij de verdeling van de 45 mln euro moet denken aan ongeveer 15 euro per leerling.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Wij zitten met die datum van 1 augustus. U zegt dat u dat bericht zo snel mogelijk wilt sturen. Ik vraag u daarom om dat zo snel mogelijk vanaf nu te laten gebeuren; dan kunnen wij die datum van 1 augustus vergeten.

Minister Van der Hoeven:

Ik voel de urgentie evenzeer als mevrouw Hamer.

Mevrouw Hamer stelde ook een vraag over de minder rendabele gebieden. Ook daarvoor geldt dat wij in ieder geval voor 2004 – ook op dit punt praten wij immers over de begroting voor 2004 – zullen bekijken hoe wij daaraan tegemoet zullen komen. Ik ben nog niet zover dat ik kan zeggen of dat voor de volle 100% zal gebeuren, maar het punt staat op mijn netvlies gegrift. Als je iets aan ICT wilt doen, moet je immers ook dit probleem benoemen en moet je bekijken wat je daaraan kunt doen, ook in termen van geld. Dat kan ik echt pas in het kader van de begroting voor 2004 doen.

Mevrouw Hamer heeft een vraag gesteld over de educatieve televisie. Ik ken het amendement uiteraard, maar het overleg met de andere ministeries is nog gaande.

Haar tweede vraag was hoe wij verder gaan met de functie voor continuering en verdere ontwikkeling van educatieve televisie. Het is bekend dat hiertoe een consortium in het leven is geroepen van het Albeda College, ROC van Amsterdam en van Utrecht en de Mondriaan Onderwijsgroep. Dit consortium is bezig met de oprichting van een expertise- en coördinatiecentrum ETV.nl. Dit centrum zal zich bezighouden met de ontwikkeling van een concept, de uitrol naar andere steden, onderzoek en effectmeting en de aankoop en het beheer van producties.

Het consortium is nog bezig met de opstelling van een project- en activiteitenplan voor dit expertise- en coördinatiecentrum. Ik zeg u toe dat het geld beschikbaar is zodra dit plan is ingediend en goedgekeurd en nadat het centrum zijn juridische rechtsvorm heeft gekregen. Aan die twee voorwaarden is tot nu toe nog niet voldaan. Ik ga ervan uit dat dit in ieder geval in september aanstaande het geval zal zijn.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Begrijp ik het goed dat de belemmering niet bij het ministerie ligt, maar in de snelheid waarmee partijen aan de andere kant werken? Dit lijkt mij een belangrijk signaal.

Minister Van der Hoeven:

Dat heeft u goed gezegd.

Mevrouw Hamer heeft nog gevraagd naar de efficiencykorting. Ik ben bang dat hier sprake is van een misverstand. Ik heb het hele debat gevolgd en de efficiencytaakstelling gaat gewoon door. De minister-president heeft hierover geen misverstand laten bestaan. Iets anders is de besteding van de gelden van de enveloppe. Ook op dit punt was de minister-president helder. Het bedrag van 700 mln euro uit enveloppe nummer twee is bedoeld voor de hele onderwijsparagraaf. Er wordt een aantal prioriteiten genoemd van dit kabinet. Op basis van die prioriteiten zal ik een verdeling voorstellen van dit bedrag van 700 mln euro over de hele onderwijsparagraaf. Daarnaast is er het bedrag van 100 mln euro WBSO, maar dat is geld van het ministerie van Economische Zaken.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven