Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel mee dat de bespreking van het verslag van het algemeen overleg over de zeehondenopvang hedenmiddag niet door zal gaan wegens verblijf in het buitenland van de minister.

Op verzoek van de fractie van de VVD heb ik een aantal benoemingen gedaan in commissies, te weten:

  • - de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Schippers tot plv. lid in plaats van het lid Snijder-Hazelhoff;

  • - de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Szabó tot lid in plaats van het lid Schippers en het lid Schippers tot plv. lid in plaats van het lid Szabó;

  • - de vaste commissie voor Financiën het lid Snijder-Hazelhoff tot plv. lid in plaats van het lid Schippers;

  • - de vaste commissie voor Justitie het lid Hirsi Ali tot plv. lid in plaats van het lid De Vries.

Het woord is aan de heer Eerdmans.

De heer Eerdmans (LPF):

De winkeldiefstalplaag in Nederland leidt tot een jaarlijkse miljardenschade. Ook hebben al honderden winkels hun deuren moeten sluiten als gevolg van de winkelcriminaliteit. Vorige week leidde een winkeldiefstal opnieuw tot een incident bij de Albert Heijn in Amsterdam Oost, waarbij de twee franchisers van VoorzitterAlbert Heijn – die de dief te pakken kregen –met groot machtsvertoon werden opgepakt en gearresteerd. Los van dat incident wil mijn fractie voorstellen de minister van Justitie vóór het zomerreces te interpelleren en dan met name over drie vragen:

  • a. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het convenant dat vijf maanden geleden, in januari, is gesloten tussen winkeliers en andere betrokkenen zoals het OM en de politie? Wat is daarmee sindsdien gebeurd?

  • b. Wat kan de rol zijn van winkeliers in geval van winkeldiefstallen?

  • c. Wat is de rol van de politie en wat mogen wij bij de bestrijding van winkelcriminaliteit van de overheid verwachten? Waar liggen de prioriteiten bij het OM en bij de politie?

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik zou een dergelijk verzoek niet willen tegenhouden. Het lijkt mij echter verstandig om naast de minister van Justitie ook de minister van Binnenlandse Zaken uit te nodigen, omdat het met name de politie betreft.

Mevrouw Griffith (VVD):

Er wordt gevraagd om een brief van de minister. Morgen hebben wij procedurevergadering...

De voorzitter:

Even ter correctie: het verzoek was om een interpellatiedebat en niet zozeer om een brief.

Mevrouw Griffith (VVD):

Ik begrijp ook dat het gebruikelijk is om daar niet altijd nee op te zeggen, maar ik wil voorstellen om morgenmiddag om 16.00 uur bij de procedurevergadering van Justitie aan de ministers van Binnenlandse Zaken, Justitie en Economische Zaken een brief te vragen en het niet langs de weg van een interpellatiedebat te doen.

De heer Van Heemst (PvdA):

Ik begrijp dat wij niet te veel bewindslieden moeten vragen, maar ik dacht dat er een staatssecretaris was die met name verantwoordelijk is voor het MKB. Verder dacht ik dat de vorige staatssecretaris ook medeondertekenaar is geweest van het convenant waar de heer Eerdmans op doelde. Ik zou het op prijs stellen als ook de staatssecretaris betrokken werd bij de interpellatie of bij een overleg.

De heer Eerdmans (LPF):

Ik denk dat het verstandig is om aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken te vragen of zij voorafgaand aan de interpellatie een brief aan de Kamer willen zenden inzake dit onderwerp. Ik steun ook het verzoek om voor de interpellatie de staatssecretaris van Economische Zaken te vragen aanwezig te zijn.

De voorzitter:

Vraagt u naar aanleiding van wat mevrouw Griffith zei nu ook om een brief?

De heer Eerdmans (LPF):

Het kan zinvol zijn om voorafgaand aan de interpellatie een brief te ontvangen van de minister waarin hij ingaat op de vragen.

De voorzitter:

Het is het een of het ander. Als u om een interpellatie vraagt, wordt deze in beginsel snel gehouden. Als het mogelijk is om deze in te passen in de agenda, gebeurt dat deze week nog. Een interpellatie wordt gehouden op basis van een serie vragen. U kunt ook om een brief vragen. Dan is de volgende stap dat wordt bezien wat een eventuele procedure ten aanzien van die brief is. Dat kan een debat zijn of iets anders. Dat is aan de Kamer.

De heer Eerdmans (LPF):

Ik handhaaf mijn verzoek om een interpellatie.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan dit verzoek te voldoen en om te proberen deze interpellatie, waarbij in elk geval de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie aanwezig moeten zijn en zo mogelijk de bewindspersoon op Economische Zaken die verantwoordelijk is voor het MKB, deze week te laten plaatsvinden en op zijn laatst volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Dit gaat over voetbal, dus dat zal u interesseren. Ik heb vorige week schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Economische Zaken over de lopende zaak tussen de NMa en de Eredivisie NV. Het is een spoedeisende zaak, want deze zou gevolgen kunnen hebben voor de verkoop van beeldrechten van voetbalwedstrijden vanaf augustus dit jaar. Ik heb die antwoorden ondanks mijn laatste vraag, die tot spoed maande, nog niet ontvangen. Ik verzoek u om de minister van Economische Zaken te vragen of hij deze week nog een brief aan de Kamer wil zenden met de antwoorden op mijn vragen, zodat deze brief desgewenst in de loop van de volgende week nog met het kabinet kan worden besproken.

De voorzitter:

Ik stel voor om dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Economische Zaken en wellicht de staatssecretaris van Sport.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven