Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003 Deel I) (28607);

het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003 Deel II - overig fiscaal pakket) (28608).

(Zie vergadering van 13 november 2002.)

De algemene beraadslaging wordt heropend.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Mede namens de heer Vendrik zou ik nog kort twee punten onder de aandacht willen brengen. Eerst een technisch punt. Is het juist, zo vraag ik de staatssecretaris, dat als de spaartegoeden worden gedeblokkeerd – zie het amendement-Van Vroonhoven – daardoor 7 mln euro vrijvalt? Dat zou namelijk precies de goede dekking zijn voor amendement nr. 28 dat ertoe strekt de stimuleringssubsidie voor schone auto's te handhaven. Ik hoor hierop graag het antwoord van de staatssecretaris. Ik ga ervan uit dat de coalitiefracties bij een bevestigend antwoord van de staatssecretaris ook voor amendement nr. 28 zullen stemmen.

Vervolgens wil ik de reactie vernemen van de staatssecretaris op het bericht in de Volkskrant van hedenmorgen over de relatie tussen de LPF en de vastgoedsector. Dat die relatie bestond, was ons al eerder duidelijk uit de woorden van de heer Harry Wijnschenk. Nu lijkt ook Ed Maas, voorzitter van de LPF, brieven gestuurd te hebben naar de staatssecretaris, alsmede naar woordvoerders van de verschillende coalitiefracties, met daarin het verzoek om af te zien van lastenverzwaring voor de vastgoedsector. De staatssecretaris heeft daarvan via de media afstand genomen met daarbij de opmerking: u moet eens weten wat ik allemaal over mij heen heb gehad. Wij zouden graag zien dat hij hier nog eens klip en klaar bevestigt dat hij afziet van de druk van zijn partijvoorzitter Maas. Vervolgens wil ik graag weten wat de staatssecretaris heeft gedaan. Heeft hij later nog met Maas en Zadelhoff gebeld om te horen of ze tevreden waren? Wat, als ze dat niet waren?

Tot slot vraag ik de staatssecretaris om ook in de toekomst zijn rug recht te houden bij de lijstbepaling van de LPF. Ik heb begrepen dat om twee uur alle mensen die zich kandidaat willen stellen dat hebben moeten laten weten.

De voorzitter:

U gaat nu wel erg ver buiten het kader van het amende ment over de vastgoedsector, waarover u de heropening heeft gevraagd.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik heb heropening gevraagd omdat de coalitiepartijen een amendement hebben ingediend dat ertoe strekt de vastgoedsector...

De voorzitter:

Dat is mij bekend, daarom heb ik bewilligd in uw verzoek.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Daarom wil ik graag van de staatssecretaris weten of hij aanvaarding van dat amendement nog steeds ten sterkste ontraad.

De heer Hofstra (VVD):

Ik vind dit een heel rare vertoning van mevrouw Bussemaker. Wij hebben tienduizend brieven gekregen van allerlei mensen uit het land. Onze pc's waren dagen onbruikbaar vanwege groen beleggen en dat soort zaken. Waarom pikt mevrouw Bussemaker er nu één zo'n brief uit? Dat verbaast ons heel erg. Zeker omdat het desbetreffende amendement ook door mij is ondertekend, voel ik mij ook een beetje in mijn goede naam aangetast door de opmerkingen die zij nu maakt. Ik vind echt dat het op deze manier niet kan.

De voorzitter:

Mevrouw Bussemaker, u mag een korte reactie hierop geven. Wij gaan nu namelijk niet een debat voeren over dit onderwerp, want de heropening is aangevraagd naar aanleiding van het amendement, waar straks over gestemd gaat worden.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

De heer Hofstra heeft zijn irritatie over de acties voor de groene energie de afgelopen dagen niet onder stoelen of banken gestoken. Wij hebben gisteren gedebatteerd over de verschillende amendementen, maar nu dient zich een nieuw feit aan, gezien de berichten in de Volkskrant. Ik doe niet anders dan de staatssecretaris vragen nog eens klip en klaar duidelijk te maken dat hij afstand neemt van deze gang van zaken.

Staatssecretaris Van Eijck:

Voorzitter. Allereerst mijn complimenten voor mevrouw Bussemaker, die buitengewoon nauwkeurig heeft gevolgd wat in de stukken is gewisseld met betrekking tot het amendement van mevrouw Van Vroonhoven. Voor alle duidelijkheid wil ik zeggen dat in het Strategisch akkoord was overeengekomen dat sprake zou zijn van een totale afschaffing van het spaarloon. Dat betekent dat daarmee automatisch ook de vrijstelling die daarop is gebaseerd in box 3 voor de forfaitaire rendementsheffing komt te vervallen. De opbrengst die daarvoor was ingeraamd, was een bedrag van 15 mln euro. U is bekend dat na de tweede nota van wijziging er een ander plan ligt. Dat houdt in dat de winstdelingsspaarregeling wordt afgeschaft, evenals de premiespaarregeling. Wij houden dan alleen de "echte" spaarloonregeling over. Wij hebben dat een versobering genoemd, omdat volgend jaar slechts 60% van de storting van het bedrag van dit jaar mogelijk zal zijn. Dat betekent automatisch dat de belastingopbrengst minder zal zijn, aangezien de vrijval van hetgeen gedeblokkeerd wordt, geringer zal zijn. Dat heeft consequenties voor de bedragen in box 3. Dat is overigens budgettair verwerkt. Het gaat dan om een opbrengst van nog maar 6 mln euro. Dat betekent dat daar 9 mln euro mee gemoeid is.

Mevrouw Bussemaker heeft terecht gezegd dat op het moment dat het amendement van mevrouw Van Vroonhoven wordt aangenomen er een vrijval wordt geagendeerd voor de jaren 2000 en 2001. Dat betekent dat er weer meer heffing terecht komt in box 3, forfaitaire rendementsheffing, namelijk een deel van die 9 mln en wel 6 mln euro. Die constatering is dus correct. Zo'n amendement heeft dus heel onverwachte effecten.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Dus hiermee bevestigt u dat het amendement op stuk nr. 28 gedekt is.

Staatssecretaris Van Eijck:

Als die dekking daarvoor wordt aangewend wel. Ik heb gisteren, na 16 uur met u te hebben mogen debatteren – overigens in een buitengewoon aangename sfeer – gezegd dat als er een fatsoenlijke dekking voor is, die tamelijk breed gedragen wordt, ik het oordeel graag aan de Kamer laat. Die constatering is dus correct.

Mevrouw Bussemaker heeft nog een tweede vraag gesteld. Die heeft betrekking op de correspondentie die heeft plaatsgevonden met de heer Maas. Dat is althans waar zij specifiek op heeft ingezoomd. Ik heb ook de kop gelezen, waarin staat: u moet eens weten wat ik allemaal over mij heen krijg. Dat had betrekking op alle appels die mijn kamer blokkeren en alle 16.000 handtekeningen voor groen beleggen. Er worden nogal wat acties in het leven geroepen om een staatssecretaris van Financiën te motiveren om toch vooral op bepaalde deelterreinen geen beleid uit te stippelen dat conflicterend is met de belangen van een bepaalde belangengroep. Dat volste recht heeft eenieder en dat volste recht heeft natuurlijk ook de vastgoedsector. Die vastgoedsector heeft zich breed gemeld. U bent niet geïnteresseerd in alle andere brieven, maar ik kan u verzekeren dat er nog veel meer zijn.

VHS onroerend goed – dat is het bedrijf waar wij het nu concreet over hebben – heeft een brief gestuurd met de datum 27 september 2002 aan het ministerie van Financiën, ter attentie van de staatssecretaris van Financiën enz. Mijn naam was overigens verkeerd geschreven. En dat door een partijgenoot, maar het is niet anders. Die brief betreft de gevolgen van het afschaffen van de afschrijving op beleggingsvastgoed en vangt aan met de mededeling: Aan de staatssecretaris van Financiën, de heer Van Eijck (nogmaals verkeerd geschreven)... Dan komt er een heel betoog. Ik heb natuurlijk alert gekeken of er een link werd gelegd met de achterban van de LPF. Daarvan is geen sprake, maar ik kan mij voorstellen dat u zegt dat u het zelf ook eens wilt lezen. U bent van harte uitgenodigd om dat te doen.

Vervolgens heb ik er een opmerking bijgeschreven, namelijk a.u.b. ambtelijk afdoen. De reden daarvoor was dat ik zeker in dit soort gevallen iedere schijn die ik tegen kan hebben, wil vermijden. Ik vond het netjes om de brede discussie aan te gaan, maar ik wilde dit in eerste instantie op ambtelijk niveau technisch wisselen. De directeur-generaal voor Fiscale Zaken de heer Brabers heeft contact op genomen met de desbetreffende groep. Overigens was deze brief ondertekend door de heer Maas met een c.c. aan de heer Van As en de heer Van Zadelhoff. Dit contact heeft geleid tot een technisch debat tussen fiscalisten. Van de brief ter zake heb ik een afschrift ontvangen, maar ook de vaste commissies voor Financiën en EZ. Bij het overleg is niet alleen iemand aanwezig geweest van VHS onroerend goed, maar er waren er in totaal vijftien partijen bij betrokken. Vervolgens zijn er nog andere brieven binnengekomen. Op een gegeven moment heb ik de volgende notitie geschreven: wij ontvangen veel brieven over de gevolgen van de aanpak van het afschrijvingsregime onroerende zaken, gaarne een algemene reactie hierop opstellen, mede conform het door mij afgelopen vrijdag gehouden betoog bij de beantwoording van vragen bij VNO-NCW. Op deze conferentie van fiscalisten heb ik uitgelegd waarom ik van mening ben dat het afschrijvingsregime voor onroerende zaken daadwerkelijk moet worden aangepakt, conform hetgeen in het Strategisch akkoord hierover is overeengekomen.

Ik zeg nogmaals dat ik hier niet van afwijk. In mijn vaste overtuiging is het verstandig om in elk geval de afschrijvingssystematiek op onroerende zaken aan de kaak te stellen. Zo dit niet leidt tot het door mij gewenste regime omdat er een kamermeerderheid is voor het desbetreffende amendement, dan hoop ik toch dat dit in de toekomst alsnog gerealiseerd zal worden.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Waarom is uitgerekend deze brief naar buiten gekomen en niet die vele andere brieven die ook bij u zijn binnengekomen?

Staatssecretaris Van Eijck:

Dat zal ik u vertellen. de Volkskrant vindt het natuurlijk fantastisch om aan mij te vragen of ik ooit een brief van de heer Maas over vastgoed heb gekregen. Mijn antwoord daarop is "ja", want die brief heb ik gekregen. Als ik dan vervolgens zeg dat ik nog een groot aantal brieven hierover heb gekregen, heeft de Volkskrant niet de chique eigenschap om dit in het brede pallet mee te wegen. Dat is haar oordeel. Ik zeg natuurlijk niets over de Volkskrant, maar misschien toch wel.

De heer Van As (LPF):

Ik bewonder deze overenergieke staatssecretaris bijzonder. Dat weet hij overigens. Ik wijs hem erop dat de Nederlandse regeling afwijkt van die in andere Europese landen. Wij hebben derhalve verzocht om te bezien of Nederland kan aansluiten op de regelingen die in de rest van Europa gelden.

Staatssecretaris Van Eijck:

In Europa worden verschillende systemen gehanteerd. Er is indertijd een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om alleen het begrip "winst" in Europees perspectief te harmoniseren. In Nederland kennen wij het goed koopmansgebruik, in Duitsland kent men Massgeblichkeit en in Engeland is er weer een ander principe. Dat blijkt niet effectief te zijn. Het argument om de Europese situatie als uitgangspunt te nemen, is wat mij betreft niet opportuun. Ik wijs op de gedachtewisseling die eerder in dit huis heeft plaatsgevonden over de vergelijking met de regeling in Duitsland, namelijk een vast percentage op onroerend goed, en met de regeling in Noorwegen. In Noorwegen had men indertijd een volstrekt afwijkend regime voor het vastgoed ingevoerd, maar dit heeft men na een halfjaar weer teruggedraaid. In verschillende landen worden onder verschillende omstandigheden verschillende systemen gehanteerd. Dat rechtvaardigt niet om een onderwerp dat zo aard en nagelvast aan Nederland verbonden is als een onroerende zaak onderdeel, te laten zijn van een betoog inzake harmonisering.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik dank de staatssecretaris voor zijn heldere antwoord. De heer Maas is echter niet zomaar een directeur van een vastgoedbedrijf. Hij is voorzitter van de commissie die de verkiezingslijst voor de LPF opstelt. Is de staatssecretaris met mij van mening dat de kans op belangenverstrengeling zeer aanwezig is?

Staatssecretaris Van Eijck:

Uw constatering is buitengewoon scherp. Op grond van uw analytisch vermogen doet u een sterk beroep op mijn mededeelzaamheid ter zake. Ik weet dat. Het is volstrekt helder dat de heer Maas voorzitter is van de LPF en dat ik hier namens de LPF als staatssecretaris sta.

De voorzitter:

Ooit heeft de LPF u voorgedragen. Daarom mag u hier op verzoek van de Kroon staan. Maar u bent net zo welkom.

Staatssecretaris Van Eijck:

Fantastisch. Ik ben de Kroon daarvoor overigens buitengewoon erkentelijk. Ik vind het één groot genoegen. Aan wat mevrouw Bussemaker zei, kan ik geen vraag koppelen, behalve dan dat zij een bevestiging wil van haar constatering. Die heb ik hierbij gegeven.

De heer Herben (LPF):

Ik vind de vraag van mevrouw Bussemaker buiten de orde. Ik heb een professor in mijn fractie, maar die zal zich niet met onderwijs bemoeien. Ik heb artsen in mijn fractie, maar die zullen zich nooit meer met medische zaken bemoeien. Ik heb zelf bij Defensie gewerkt, maar ik zal mij niet meer met Defensie bemoeien. Mevrouw Bussemaker gaat met haar suggesties wel heel erg ver. Ik vind het bijna onder de gordel. Ik zou het graag hierbij willen laten en willen overgaan tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Alles staat uiteraard in de Handelingen, inclusief het woord "bijna".

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven