Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

De voorzitter:

Zoals u hebt gezien, hebben wij vijf series mondelinge vragen. Ik zal deze strak verdelen over het uur dat wij hebben, en moet daarom wat strenger voorzitten dan vorige week het geval was.

Vragen van het lid Albayrak aan de staatssecretaris van Justitie over het capaciteitsgebrek in het grenshospitium Schiphol, waardoor geweigerde asielzoekers genoodzaakt zijn zich op te houden in de vertrekhallen.

Mevrouw Albayrak (PvdA):

Voorzitter. Een jaar of twee geleden zag ik een documentaire op televisie over een afgewezen asielzoeker in Frankrijk die al vele jaren op een van de vliegvelden van Parijs woonde. Ik dacht dat wij dat in Nederland gelukkig niet hadden, maar dit beeld kwam vrij hard terug, toen ik afgelopen weekend de voorpagina van De Telegraaf zag. Mijn conclusie was dat Nederland blijkbaar ook een twilight zone heeft. Er zijn afgewezen asielzoekers die door de vertrekhallen van Schiphol ronddolen en daar zelfs nachten doorbrengen.

Als je via Schiphol reist, bijvoorbeeld om op vakantie te gaan, is dat beeld niet ongewoon. Er liggen vaak mensen op de banken te slapen, maar dan denk je: ach, wat erg, een vertraagde vlucht, maar er blijken nu mensen te slapen die daar bewust door de IND zijn neergezet. In afwachting waarvan, vraag ik mij af. Is dat in afwachting van hun eerstvolgende vlucht, omdat zij niet zijn toegelaten tot de asielprocedure? Of is het in afwachting van een uitgebreider identiteitsonderzoek?

De fractie van de Partij van de Arbeid vindt het onacceptabel dat dit soort taferelen zich in Nederland voordoen. In het artikel werd gezegd dat het komt door capaciteitsgebrek in het grenshospitium Amsterdam-Zuidoost. Om die reden leg ik de staatssecretaris de volgende vragen voor. Wie zijn deze mensen? Waarom slapen zij op Schiphol? Is het een incident of structureel? Komt het vaker voor, terwijl wij er nog niet van hebben gehoord? Is er kortgeleden een capaciteitsgebrek ontstaan of is dit structureel?

De Kamer heeft aangedrongen op een snellere AC-afdoening, waardoor bij de eerste aanmelding meteen nul op rekest wordt gegeven, als er redenen zijn om te twijfelen aan de asielmotieven van iemand. De staatssecretaris heeft dat voor elkaar gekregen. De AC-afdoening is nu ruim 30%. Als er meer mensen worden afgewezen, zou je verwachten dat er meer capaciteit in het grenshospitium is, of elders in Nederland, om deze mensen op te vangen of op te sluiten, totdat zij daadwerkelijk uitgezet kunnen worden. Waarom is daar niet op ingespeeld? Acht de staatssecretaris het wenselijk uit humanitair en veiligheidsoogpunt dat mensen van wie de identiteit niet duidelijk is, ronddolen op de lokatie Schiphol, die al een risicolokatie is wat betreft het bredere veiligheidsvraagstuk?

De voorzitter:

Uw tijd is om, dus ik moet het woord geven aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Kalsbeek:

Om te beginnen wil ik mevrouw Albayrak in die zin geruststellen dat er geen sprake van is dat asielzoekers al vele jaren ronddolen op Schiphol. Wat is de situatie? Er zijn vier asielzoekers die daar enige dagen hebben verbleven. Dat is een heel klein aantal, vooral als je het afzet tegen de aantallen mensen die op Schiphol langskomen en de aantallen mensen die daar tijdelijk bivakkeren, bijvoorbeeld omdat hun papieren niet in orde zijn. Per jaar verwerkt Schiphol 40 miljoen mensen. Per jaar hebben bijna 10.000 mensen, ruim 9400, geen goede papieren. Dat kan een verlopen paspoort betreffen, het ontbreken van een visum of zelfs een vervalst paspoort. Daarvan zijn bijna 7000 mensen reguliere vreemdelingen. Zij geraken dus helemaal niet in de asielprocedure. Ongeveer 2600 mensen zeggen op het moment van aanhouding dat zij asiel willen aanvragen. Die mensen gaan naar het aanmeldcentrum en vervolgens naar het grenshospitium. Dat zijn dus niet de mensen die daar rondzwerven. De vier asielzoekers waar het over gaat, hebben een lange tijd in het grenshospitium verbleven. Op een dag komt er echter een einde aan de vrijheidsbeneming die deze mensen opgelegd kan worden. Zij komen dus vrij. Dan staat de Nederlandse overheid voor de afweging of zij alsnog op Nederlands grondgebied worden toegelaten of dat zij op Schiphol worden gezet. Het laatste heeft zich nu een beperkt aantal keren voorgedaan. Er waren namelijk aanwijzingen in het dossier van de betrokken mensen dat zij alsnog zouden vertrekken.

Het overleg met Schiphol hierover is inmiddels opgestart, zij het te laat. Mij wordt gerapporteerd dat het ernaar uitziet dat Schiphol er geen overwegende bezwaren tegen heeft als dit incidenteel voor de duur van een paar dagen gebeurt met enkele uitgeprocedeerde asielzoekers. Dat wekt ook geen verwondering als men weet dat 10.000 mensen per jaar zonder papieren enige tijd moeten wachten voordat zij weer terug kunnen keren naar hun land van herkomst. Dan is het niet waarschijnlijk dat met deze vier mensen de grootste problemen zullen ontstaan.

Mevrouw Albayrak heeft ook nog gevraagd naar het capaciteitsgebrek in het grenshospitium. Het is waar dat het grenshospitium nu helemaal vol zit. Er is geen enkele plaats meer. Het afdoeningspercentage in de aanmeldcentra is zeer gestegen. Het is inmiddels ruim 40 en er zijn zelfs uitschieters van boven de 50. Het gaat dus zoals wij dat willen. Als iemand in het aanmeldcentrum te horen krijgt dat hij niet wordt toegelaten tot de asielprocedure, dan is er ook geen opvang. Op Schiphol wordt men in het grenshospitium geplaatst om te voorkomen dat men alsnog, zij het niet legaal, wordt toegelaten tot het grondgebied van Nederland. Mevrouw Albayrak moet ook beseffen dat er altijd een eind komt aan vreemdelingenbewaring, waar een grenshospitium natuurlijk een variant van is.

Mevrouw Albayrak (PvdA):

Ik ben enigszins verbaasd door dit antwoord van de staatssecretaris. Het lijkt alsof hiermee een nieuwe maatregel wordt ingevoerd. De vreemdelingenbewaring kan volgens de rechter maximaal zes maanden duren. Als die zes maanden voorbij zijn, moeten wij iets met deze mensen. Dan worden ze naar Schiphol gebracht in de hoop dat ze vervolgens vertrekken. Is dit een nieuwe maatregel? Is er zicht op het vertrek van de vier personen in kwestie? Los daarvan wil ik hier gezegd hebben dat het onacceptabel is dat dit wordt geïntroduceerd als stap die volgt op de vreemdelingenbewaring. Zolang er geen uitzicht op vertrek is, zal de staatssecretaris daar de consequenties uit moeten trekken.

Wij hebben al eerder voorgesteld om meer te doen aan preventie, bijvoorbeeld het kopiëren van documenten voordat mensen een vliegtuig binnengaan, zodat kopieën voorhanden zijn als mensen hun documenten kwijt maken. Mensen moeten ooit documenten gehad hebben om een vlucht naar Nederland te kunnen nemen. Is er uitzicht op het vertrek van de vier mensen in kwestie? Kan de staatssecretaris ons verzekeren dat dit in de toekomst niet meer zal gebeuren en dat dit incidenteel is? Zijn wij op dit moment in staat om meer te doen om te voorkomen dat mensen zonder documenten Nederland binnen reizen?

Staatssecretaris Kalsbeek:

Er is geen nieuwe maatregel toegevoegd aan vreemdelingenbewaring. Wij hebben vreemdelingenbewaring en een grenshospitium. Op een dag moeten mensen uit het grenshospitium gelaten worden. Dan sta je voor een lastige keuze. Dan kun je mensen de facto alsnog tot Nederland toelaten. Wij zetten ze namelijk buiten de poort van het grenshospitium en dan zijn zij in Nederland, maar dan zijn zij er uiteraard wel illegaal. Nogmaals, het alternatief passen wij maar toe voor een enkeling, omdat wij aanwijzingen hebben dat zij dan wél zullen vertrekken. Dat kan zijn omdat wij weten dat er zicht op uitzetting is, of omdat wij indicaties hebben uit het dossier, dat er bijvoorbeeld familie is die op de een of andere manier wel voor paperassen kan zorgen. Dan vertrekt men alsnog. De benaming "een nieuwe maatregel" vind ik veel te stevig; dat is helemaal niet aan de orde. Wij staan voor een heel lastig dilemma, zoals dat altijd geldt voor het laatste eind van deze procedure. In een aantal gevallen wordt dan hiertoe overgegaan. Zoals gezegd is het incidenteel en kan dat nooit meer dan enkele dagen zijn. Wij doen dat uiteraard in goed overleg met de luchthaven Schiphol.

Mevrouw Albayrak vraagt een beetje naar de bekende weg. Zij spreekt over het kopiëren van documenten. Dat is mooi, maar dan moet je die documenten natuurlijk wel hebben. Als mensen in een vliegtuig stappen, zullen zij deze documenten wel hebben. Op het moment dat zij zich melden in het kader van de paspoortcontrole, hebben zij die documenten in de regel niet meer. Als zij dan ook verzwijgen wie zij zijn, kun je vervolgens moeilijk nagaan waar zij vandaan komen. Weten wij dat wel, dan is claimen bij de luchtvaartmaatschappij het eerste dat wij doen, opdat de mensen met het eerstvolgende vliegtuig teruggaan. Overigens gebeurt dat bij de meesten ook op die manier.

Kunnen wij garanderen dat dit in de toekomst niet meer gebeurt? Nee, niet garanderen. Het is geen erg gewenste methode – als je het al een methode kunt noemen – maar het zal een enkele keer blijven voorkomen. Dit lijkt in zekere zin op het losse eind dat je ook creëert bij het beëindigen van de opvang. Ook dan komt er een dag dat je als overheid zegt: hier hebben wij niets meer te doen.

De heer Dittrich (D66):

Ik snap het antwoord van de staatssecretaris niet. Ik was vorige week in het buitenland. Ondanks dat wij hebben afgesproken dat wij in Schengenlanden het paspoort niet hoeven te laten zien, moest ik dat tonen voordat ik het vliegtuig instapte. Ik kon mijn paspoort zo gauw niet vinden en reken maar dat ik buiten de rij werd gezet; zonder dat ik mijn paspoort liet zien, kwam ik het vliegtuig niet in. U zegt dat je van mensen die per vliegtuig zijn aangekomen op Schiphol, wel moet weten uit welk land zij vertrokken zijn. Bij elke balie moet je echter je papieren laten zien. Daar kunnen dus kopieën van worden gemaakt, die meegegeven kunnen worden aan het vliegtuigpersoneel om dat vervolgens op Schiphol af te geven. Als er vervolgens mensen op Schiphol staan, kunnen deze vergeleken worden met die kopieën en weet je altijd uit welk vliegtuig zij komen. Hoe kan de staatssecretaris hier nu zeggen dat dit niet altijd duidelijk is?

Staatssecretaris Kalsbeek:

Daar hebt u op zich gelijk in. Dat kun je in overleg met luchtvaartmaatschappijen doen. Het is absoluut waar dat je altijd papieren bij je hebt als je in een vliegtuig stapt. De ellende is alleen dat je die niet altijd bij je hebt op het moment dat je je meldt voor de asielprocedure, of zelfs op het moment dat het vliegveld wilt verlaten. Dat gebeurt niet alleen bij asielzoekers, maar ook bij reguliere vreemdelingen. U hebt gelijk dat dit te ondervangen is, maar dat is een megaproces waarbij je met heel veel partijen te maken hebt en ook geen rechtstreekse zeggenschap hebt.

De heer Kamp (VVD):

Ik begrijp van de staatssecretaris dat het grenshospitium helemaal vol is en dat zij daarom geen goede opvangcapaciteit voor onder andere deze mensen heeft. Wat heeft zij gedaan om ervoor te zorgen dat binnenkort extra opvangcapaciteit beschikbaar komt, zodat deze mensen alsnog in bewaring worden gehouden, zoals het hoort?

Staatssecretaris Kalsbeek:

Ik wijs er nogmaals op dat de capaciteit één aspect van het probleem vormt; de rechter vormt het andere aspect. Verder hebben wij een- en andermaal, namelijk bij de Voorjaarsnota en bij de begroting, claims ingediend voor uitbreiding van de capaciteit. Ik hoop zeer dat het nieuwe kabinet die claims zal honoreren.

Mevrouw Van Vroonhoven-de Kok (CDA):

Wij begrijpen dat het gaat om maar enkele mensen en om een korte periode. Hoe staat de staatssecretaris tegenover de gedachte van een gesloten wachtruimte op Schiphol, achter de douane?

Staatssecretaris Kalsbeek:

Dat is een mogelijkheid die wij nu ook nader bezien. Dit heeft echter niet louter voordelen. Een nadeel is bijvoorbeeld, dat hiermee toch weer een vorm van opvang wordt gecreëerd, zij het dan op Schiphol. Ik sta er daarom zelf wat terughoudend tegenover, maar het is wel één van de opties die wij in het overleg met Schiphol bespreken.

De heer Varela (LPF):

Wat gaat u doen met de mensen die niet worden opgevangen in de asielcentra? De aanleiding voor deze vraag is het artikel in De Telegraaf van vorige week, waaruit bleek dat 60 gemeenten in Nederland weigeren om uitgeprocedeerde asielzoekers uit te zetten. Wie draagt dan bij aan de kosten?

Staatssecretaris Kalsbeek:

Dat is hetzelfde probleem, maar op een heel ander vlak. U weet dat asielzoekers op een dag zijn uitgeprocedeerd. Wij vangen hen op gedurende de hele tijd dat de procedure loopt. Dat is slechts enkele dagen als het gaat om de procedure in de aanmeldcentra, maar het kan bij de andere procedure heel lang zijn. Er komt een dag dat het voorbij is. Men heeft de uitspraak van de rechter mogen afwachten enz. Wij zeggen dan als overheid: sorry, u moet nu terugkeren, wij vangen u niet langer op. Wij hebben daarover goede afspraken met de gemeenten. Er zijn wel gemeenten die het ondertussen moeilijk zijn gaan vinden, want die hebben deze mensen op hun grondgebied wonen, terwijl er ook vaak relaties zijn tussen mensen die in die gemeenten wonen en asielzoekers die op een dag uitgeprocedeerd raken. Maar niettegenstaande deze brief werkt de overgrote meerderheid van de gemeenten buitengewoon loyaal mee aan de uitvoering van het beleid, hoe ongelooflijk moeilijk dat voor hen soms ook is.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Enige tijd geleden bezocht ik het grenshospitium, wat ik overigens eenieder kan aanraden die rozige gedachten heeft over de wijze waarop vreemdelingen hier worden gehecht. Wat mij toen erg verbaasde, was dat er behalve asielzoekers die het land niet in mochten ook criminele illegalen zaten. Is dat nog zo? Die horen er niet thuis. Wij vinden dat criminelen en vreemdelingen gescheiden behoren te worden en wij vinden dat het grenshospitium daarvoor niet is bedoeld. Als die groepen samen geplaatst worden, is de grens van de capaciteit snel bereikt. Mijn vraag is dus: is het nog zo en, zo ja, wat gaat u daaraan doen?

Staatssecretaris Kalsbeek:

Ik zeg het met enig voorbehoud, omdat ik het antwoord op deze vraag niet op voorhand heb kunnen checken, maar volgens mij hebt u er gelijk in dat die mensen door elkaar zitten. Dat is het geval omdat in het grenshospitium al die mensen in gesloten opvang worden gehouden die moeten vertrekken. Dat kunnen ook criminele illegalen zijn. Dat klopt.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Maar, voorzitter ...

De voorzitter:

Alleen een verduidelijking als dat nodig is.

Staatssecretaris Kalsbeek:

Ik zeg er wel bij dat die criminele illegalen afgestraft moeten zijn. Wij hebben dit debat al eerder gehad. Mensen die afgestraft zijn en moeten worden uitgezet, zijn daarmee gewoon mensen geworden en niet meer crimineel. Je moet het juridisch zuiver bekijken: als iemand zijn detentie heeft uitgezeten en moet worden uitgezet en ter fine van zijn uitzetting in vreemdelingenbewaring wordt genomen in het grenshospitium, dan is hij daarmee niet meer een crimineel zoals wij dat in het gewone spraakgebruik zeggen, maar iemand die op zijn uitzetting zit te wachten.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter...

De voorzitter:

Nee, geen nadere vraag. U weet het: één vraag per vragensteller.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Maar, voorzitter, u wilde mij net de ruimte voor verduidelijking geven en die wil ik graag ...

De voorzitter:

Op het moment dat ik u die ruimte wilde geven, dacht ik dat daaraan behoefte was, maar dat denk ik nu niet meer.

Naar boven