Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor morgen:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 in verband met het wegvallen van het woonplaatsvereiste voor bepaalde categorieën van personen, alsmede wijziging van de regels met betrekking tot de begroting en de verantwoording (vervallen woonplaatsvereiste) (28055);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet havenstaatcontrole in verband met richtlijn nr. 1999/97/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1999 (PbEG L 331) houdende wijziging van richtlijn nr. 95/21/EG inzake havenstaatcontrole (27921);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (veterinair complex) (27685).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Hoop Scheffer.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Namens de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie vraag ik, via u, het kabinet om zo mogelijk vandaag de commissies een brief te sturen waarin wordt aangegeven wat het te verwachten procedurele tijdpad is rond de discussie over een eventuele Nederlandse bijdrage aan een vredesmacht in Afghanistan. Morgenavond gaat de Kamer met reces. Zij verneemt uit de media met name waarover door de minister van Defensie wordt nagedacht. De Kamer moet adequaat betrokken kunnen worden bij het debat over de verdere uitzending. Het doet mij deugd dat de minister van Buitenlandse Zaken voor een ander debat hier aanwezig is. Hij kan dus direct kennisnemen van dit verzoek. Het zou bijzonder plezierig zijn als deze brief de Kamer vandaag nog kan bereiken, opdat de commissies morgen in procedurele zin kunnen nagaan wat hen te doen staat. Nogmaals, ik verzoek niet om een overleg over deze brief. Het gaat ons puur om de procedure, zodat duidelijk is wat ons later te doen staat.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik heb overigens uit de bewegingen van de minister van Buitenlandse Zaken kunnen opmaken dat hij daarin kan voorzien.

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Ruim een maand geleden heeft de president van de rechtbank in Rotterdam een uitspraak in kort geding gedaan naar aanleiding van de verdeling van de radiofrequenties. Wij hebben toen, via u, de staatssecretaris gevraagd om op korte termijn een inhoudelijke reactie op die uitspraak te geven. Ik stel vast dat die reactie er nog niet is. Ik vraag u, de staatssecretaris aan haar toezegging te herinneren en voor 1 januari a.s. alsnog met een reactie te komen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven