Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. drie brieven van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling dat zij in haar vergadering van 12 juni 2001 de haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstellen van wet, gedrukt onder de nummers 27630, 26043 en 27220, heeft aangenomen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

2. de volgende brieven:

drie, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, inzake Srebrenica (26122, nr. 22);

  • een, ten geleide van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Internationaal Joegoslavië Tribunaal inzake de positie van de ICTY-stagiairs in Nederland (27785);

  • een, ten geleide van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bolivia inzake internationaal luchtverkeer tussen Aruba en Bolivia (27787, R685);

een, van de minister van Justitie, ten geleide van een hoofdlijnennotitie Wet Raad voor de rechtspraak (27182, nr. 41);

een, van de staatssecretaris van Justitie, over de beleidsontwikkeling op het gebied van het landgebonden asielbeleid (19637, nr. 589);

een, van de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, ten geleide van de notitie oudkomers, de derde meting van de stand van zaken wachtlijsten NT2 en een rapportage van de werkzaamheden van de Taskforce Inburgering (TI) (27083, nr. 17);

een, van de staatssecretaris van Financiën, ten geleide van het kabinetsstandpunt over het rapport van de werkgroep Moltmaker "De warme, de koude en de dode hand" (27789);

een, van de staatssecretaris van Defensie, over antitankmijnen en alternatieve middelen voor antipersoneelsmijnen (24292, nr. 26);

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ten geleide van het Nationaal actieplan ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2001 (21501-18, nr. 147);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake interpellatie inzake spoedeisende hulp in Spijkenisse e.o. (27790).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van het advies "Een gelaagd Europa; de verhouding tussen de Europese Unie en subnationale overheden";

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het jaarverslag TNO 2000;

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, inzake geschiedenis;

een, van de minister van Financiën, ten geleide van de consultatienota "Bemiddeling in financiële diensten";

twee, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, inzake publicatie beleidsregels;

  • een, ten geleide van de voortgangsrapportage Actieplan emancipatietaakstellingen departementen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

4. de volgende brieven:

een, van M.R. Eskandari c.s., ten geleide van een verklaring van voormalige leden van de Organisatie van Iraanse Volksmodjahedin;

een, van A.P. de Kerck, ten geleide van haar pleidooi, gehouden voor de kantonrechter in Tiel d.d. 5 juni 2001;

een, van J.N.M. Jansz, inzake de nieuwe Vreemdelingenwet.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies.

Naar boven