Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Van 't Riet tot plv. lid in plaats van het lid Schimmel.

Het woord is aan de heer Geluk.

De heer Geluk (VVD):

Voorzitter. Evenals vorig jaar worden wij nu geconfronteerd met een uitspraak van de rechter over bestrijdingsmiddelen, nu over de opgebruiktermijn van het middel chloorthalonil. Dit middel wordt door heel veel boeren gebruikt bij de teelt van de zogenaamde kleine gewassen, bijvoorbeeld spruitkool en knolselderij. Door het wegvallen van het gebruik van dit middel wordt de teelt van deze gewassen onmogelijk en zullen de gewassen op het veld wegrotten. Hierdoor zullen deze teelten verdwijnen.

Ik constateer dat er geen goed toelatingsbeleid is, waardoor wij telkens verzanden in juridische procedures. Mijn fractie spreekt haar zorg daarover uit. Door het in de afgelopen maanden gevoerde beleid van het College van toelating bestrijdingsmiddelen, waarvoor de regering verantwoordelijk is, hebben boeren wel kunnen planten en zaaien, maar kunnen zij straks niet oogsten. Wie gaat dit betalen? Is de overheid hiervoor aansprakelijk te stellen?

Deze vragen zijn de reden dat wij minister Pronk en staatssecretaris Faber om een brief willen vragen, waarin uitgebreid wordt ingegaan op de ontstane situatie, het dwingen van telers om illegaal te spuiten, de onzorgvuldigheid van de regelgeving en het uitblijven van beleid bij het CTB en de maatregelen die de regering denkt te treffen.

De voorzitter:

Mijnheer Geluk, uw bijdrage heeft voor de regeling van werkzaamheden wel erg veel inhoud.

De heer Geluk (VVD):

Ik mag toch zeker deze vragen wel stellen?

De voorzitter:

Nee, eigenlijk niet, want u mag nu geen mondelinge vragen stellen. Deze vragen behoort u eigenlijk schriftelijk te stellen namens de commissie. Ik wil daar nu echter niet dieper op ingaan. Probeert u af te ronden.

De heer Geluk (VVD):

Gezien de urgentie wil ik vragen of deze brief binnen een week aan de Kamer kan worden gezonden. De Kamer kan dan rustig met reces gaan. Maar natuurlijk is dat niet het belangrijkste; de boeren hebben recht op duidelijkheid.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik ondersteun dit verzoek, voorzitter. Ik voeg aan de bijdrage van de heer Geluk echter een opmerking toe en wel dat in de brief aandacht moet worden besteed aan het Europese harmonisatiebeleid. Daar zit namelijk ook een knelpunt.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van den Berg.

De heer Van den Berg (SGP):

Voorzitter. Zoals bekend, heeft mijn fractie meermalen aandacht gevraagd voor de problematiek van de Kerktelefoon. Staatssecretaris De Vries heeft ons in een brief van 28 maart meegedeeld dat er binnen enkele weken meer duidelijkheid zou zijn en dat de Kamer nader zou worden geïnformeerd. Het is nu echter juni en deze nadere informatie heeft de Kamer nog steeds niet bereikt.

Uit een recent rapport van de stichting IKD blijkt verder dat de beloofde alternatieven de komende jaren feitelijk niet toepasbaar zullen zijn. Dat roept de vraag op hoe in deze overgangsperiode aan deze ernstige problematiek tegemoet kan worden gekomen. Het betreft immers kwetsbare groepen die met zeer grote kostenstijgingen worden geconfronteerd. Ik verzoek daarom om een brief waarin de regering bij monde van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat reageert op de ontstane situatie en op de vraag of deze situatie aanleiding moet zijn om een overgangsregeling te treffen voor deze kwetsbare groepen.

Ik verzoek u erop aan te dringen dat deze brief de Kamer met enige spoed bereikt, opdat wij nog ruim voor de zomer hierover beslissingen kunnen nemen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Blok.

De heer Blok (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek de Kamer om het verslag van het algemeen overleg over maatschappelijk verantwoord ondernemen van 7 juni op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Heeft dat haast?

De heer Blok (VVD):

Dat valt wel mee.

De voorzitter:

Dus het zou volgende week kunnen?

De heer Blok (VVD):

Ja.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer daartoe op een later tijdstip een voorstel doen.

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Aanstaande maandag vindt het voorjaarsoverleg plaats tussen de regering en werkgevers en werknemers. In de media circuleren berichten over de voorstellen die de minister daar zal doen. In de krant van vandaag staat een voorstel, waarmee beoogd zou worden om de afstand tussen uitkeringen en lonen te vergroten. Ik wil de minister vragen om de Kamer een brief te sturen, waarin hij aangeeft wat de inzet is van het kabinet in het voorjaarsoverleg, met name inzake de afstand tussen lonen en uitkeringen.

De voorzitter:

Ik neem aan dat u deze brief graag zo snel mogelijk wilt ontvangen?

De heer De Wit (SP):

Dat klopt.

De voorzitter:

Dat is meestal het geval in deze tijd van het jaar. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Dittrich.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter. Op 30 mei heeft de vaste commissie voor Justitie overleg gevoerd met staatssecretaris Kalsbeek over adopties uit Guatemala. De staatssecretaris heeft toen toegezegd om binnen twee weken met een brief te komen, maar die brief hebben wij nog niet ontvangen. Het is van belang om daar op korte termijn over te kunnen debatteren. Kunt u dit deel van het stenogram doorgeleiden naar de regering? Ik wil de staatssecretaris verzoeken om binnen een week met de brief te komen, zodat er nog een plenair debat mogelijk is voor het zomerreces.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter. De heer Dittrich sprak over een overleg van 30 mei. Vandaag is het 13 juni, dus de idus van maart is nog niet verstreken.

De heer Dittrich (D66):

Nee, maar wij hebben contact opgenomen met het departement. Wij weten dat wij de brief helaas niet kunnen verwachten. U was niet bij dat overleg aanwezig, maar de hele vaste commissie drong er toen op aan dat die brief naar ons gestuurd zou worden. Het is echt noodzakelijk om daarover te debatteren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Vorig jaar tijdens een plenair debat in oktober heeft de staatssecretaris van Justitie toegezegd, te komen met een notitie over de scheiding tussen het kerkelijk en het burgerlijk huwelijk. Die notitie is er nog steeds niet en ik maan de staatssecretaris tot spoed.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven