Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | nr. 55, pagina 4025-4034 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | nr. 55, pagina 4025-4034 |
Aan de orde is het debat over het vervoersverbod voor vee.
(Zie regeling van werkzaamheden van heden.)
De voorzitter:
De Kamer had aan de minister gevraagd, een verklaring af te leggen aan het begin van het debat. Het zou aardig zijn als er dan ook een aantal Kamerleden waren om daarnaar te luisteren. U kunt het natuurlijk ook later in de Handelingen lezen, maar dat is niet de bedoeling. Volgens mij had ik gezegd dat dit onderwerp meteen na het vorige aan de orde zou zijn. Het is soms de gewoonte om dan een beetje mee te luisteren.
Minister Brinkhorst:
Mevrouw de voorzitter! Ik ben de Kamer erkentelijk voor het houden van dit spoeddebat. Het is verstandig dat ik eerst zeg welke maatregelen met ingang van 13.00 uur zijn getroffen. Er is inmiddels ook een persbericht uitgekomen. Ik neem aan dat de Kamer daar de beschikking over heeft. Ook de regeling die inmiddels in de Staatscourant gepubliceerd is, is bekend. Er is om 13.00 uur een maatregel genomen waarbij een tijdelijk vervoersverbod van alle mond- en klauwzeergevoelige dieren is afgekondigd. Wij rekenen daaronder schapen, geiten, runderen, varkens, herten en andere evenhoevigen. Dat verbod is, zoals ik zei, om 13.00 in werking getreden.
Mevrouw de voorzitter! De motivering van het vervoersverbod is dat in Frankrijk inderdaad MKZ is uitgebroken. Gisteravond zijn klinische verschijnselen vastgesteld in Frankrijk op een bedrijf waar zich een 110-tal runderen bevond in de omgeving van een schapenhouderij. Deze stond al onder controle omdat hier in februari jl. Britse schapen waren aangekomen. De dieren zijn vannacht gedood en worden heden vernietigd. Nederland heeft hier hedenochtend om 10.04 uur kennis van genomen. Om 10.15 hedenmorgen is dit bevestigd in het Permanent veterinair comité. Ik voeg daaraan toe dat het gerucht dat er een drietal andere gevallen zouden zijn in Frankrijk, ongeveer 10 minuten geleden door de Franse woordvoerder in het PVC is ontkend.
Voorzitter! Frankrijk kent sinds donderdag 8 maart jl. een im- en exportverbod en vanaf 6 maart jl. een algeheel vervoersverbod van MKZ-gevoelige dieren en paarden. Parallel daaraan bestaat in Nederland, zoals ik ook heb aangekondigd in mijn brief van gisteren, een importverbod voor MKZ-gevoelige dieren. De Kamer weet dat voor de inwerkingtreding van het exportverbod reeds MKZ-gevoelige dieren vanuit Frankrijk in Nederland zijn geïmporteerd. Om de versleping van die dieren te voorkomen, is gedurende de tracering van de geïmporteerde dieren een vervoersverbod ingesteld. Dieren die op het moment van inwerkingtreding van het vervoersverbod worden getransporteerd, mogen nog op de plaats van bestemming worden afgeleverd. De handhaving zal door de AID gebeuren. Zo nodig kan bijstand van de politieregio's worden ingeroepen.
Voorzitter! Ik ga nog even in op de vraag die in verschillende geledingen leeft, waarom niet eerder een algeheel vervoersverbod voor MKZ-gevoelige dieren is ingeroepen. Ik ben daarop in mijn brief van 12 maart ingegaan. Ik roep nog even in herinnering dat we vanaf het eerste moment van de uitbraak in het Verenigd Koninkrijk een algeheel verzamelverbod hebben ingevoerd en een totaal vervoersverbod van schapen en geiten, gepaard gaande met een vervoer van een op een – van boer tot boer of van boer tot slachterij – van andere MKZ-gevoelige dieren. Dit totaalpakket dat Nederland op 22 februari reeds had ingevoerd, is Europees geharmoniseerd met ingang van 8 maart door de mededeling van de Europese Commissie en is ook parallel geschakeld in Duitsland en België, waar identieke maatregelen bestaan. Nederland gaat echter op een punt verder. Nederland heeft anders dan Duitsland niet het een-op-eensysteem voor schapen. Nog verder gaan dan de zeer strenge maatregelen die in Nederland bestaan, zou significante welzijnsproblemen hebben opgeleverd, met name gelet op het feit dat deze maatregelen wellicht voor een langere termijn dienen te gelden, wat inmiddels het geval lijkt te zijn. Men zal zich herinneren dat zich tijdens de varkenspest ook significante problemen hebben voorgedaan die weer tot andere moeilijkheden hebben geleid.
Het spreekt vanzelf dat dit een beoordeling is die ik van uur tot uur geef, zoals dat de afgelopen paar weken is gebeurd. De maatregelen zijn zo scherp mogelijk en kunnen op ieder ogenblik, wanneer daar aanleiding toe is, worden aangescherpt. Dat heb ik hedenmorgen gedaan na het bekend worden van de ontwikkelingen in Frankrijk. Tegen de achtergrond van de tracering die nu plaatsvindt en de klinische inspectie per bedrijf in Nederland, maar ook tegen de achtergrond van de nadere ontwikkelingen in Frankrijk, zal ik de Kamer nog voor het algemeen overleg dat wij voor donderdag hebben gepland, nader berichten over de laatste stand van zaken en de eventuele nadere aanvullende maatregelen.
Het bericht dat in Duitsland mond en klauwzeer zou zijn uitgebroken, kan ik gelukkig ontkennen. De vermoede gevallen daar zijn negatief. Ongeveer vijf minuten geleden heeft mij echter wel het bericht bereikt, dat er in Italië een serieuze verdenking bestaat bij vanuit het Verenigd Koninkrijk geïmporteerde schapen. Zij bevinden zich thans op een rustplaats en zijn nog niet naar de eindbestemming afgevoerd.
De heer Waalkens (PvdA):
Mevrouw de voorzitter! Ik ben heel erg blij dat wij dit spoeddebat nu kunnen houden, zodat wij de maatregelen die per heden ingaan, nog eens even tegen het licht kunnen houden.
De fractie van de Partij van de Arbeid is uitermate verheugd over het feit dat nu een tijdelijk algemeen vervoersverbod is afgekondigd. Daar is ook alle aanleiding voor. De situatie in het Verenigd Koninkrijk is niet onder controle. Op het vasteland van Europa bestaat de reële dreiging van een uitbraak van mond en klauwzeer en die lijkt, nu een uitbraak is geconstateerd in Normandië, steeds dichterbij te komen. Ik maak mij dan ook ernstige zorgen over de ruimingsprotocollen die in Frankrijk en Italië gelden. In het ene land doet zich een uitbraak voor, in het andere land bestaat een ernstige verdenking. De ruimingsprotocollen in Frankrijk en Italië hebben ons ertoe gebracht, al eerder te pleiten voor een tijdelijk vervoersverbod. Wij weten immers dat internationale dierstromen tot een reëel gevaar voor een uitbraak in Nederland leiden. De incubatietijd ligt tussen 2 à 4 dagen en 14 à 18 dagen. Het is daarom van belang, dag één te markeren. Op het moment dat je de zaak stil legt, gaat de incubatietijd in. Dan kun je de zaak overzien. In dat licht bezien, hebben wij met het importverbod van Franse en Italiaanse dieren afgelopen vrijdag misschien wel dag één gemarkeerd. Een volledig nationaal vervoersverbod past daar volledig bij. In een persbericht is dan ook een tijdelijk vervoersverbod afgekondigd.
Uit de varkenspest moeten wij een les trekken: je redt het niet door in toenemende mate maatregelen te nemen. Je moet andersom beginnen. Je moet hard en tijdig ingrijpen – een totaal vervoersverbod past daarbij – en afpellen naarmate de dreiging weggaat. Nu haal je het naar je toe, terwijl je probeert maatregel op maatregel te nemen om daarmee een uitbraak van mond- en klauwzeer voor te zijn.
De fractie van de Partij van de Arbeid vindt de huidige maatregelen dus onvoldoende. De hygiënemaatregelen die zijn afgekondigd voor het vervoer, hebben eerder tot meer dan tot minder vervoersbewegingen geleid. Dat is absoluut ongewenst.
Ik houd er een pleidooi voor om naast het tijdelijk vervoersverbod een verplichte bezoekersregistratie voor alle bedrijven op te zetten. Voor de varkenshouderijen is dit geïmplementeerd, maar voor de rundveebedrijven en andere bedrijven is het nu van uitermate groot belang om een bezoekersregistratie in te stellen. Wij moeten alle bedrijven verplichten om dat op te schrijven.
Ik wil graag afsluiten met twee of drie opmerkingen.
De voorzitter:
Dat moet wel snel, want wij hebben een spreektijd van drie minuten afgesproken.
De heer Waalkens (PvdA):
Wij vragen nog aandacht voor het ontheffingenbeleid, maar dat moet wel zeer voorzichtig gebeuren. Wil de minister nog eens ingaan op de Europese context, afstemming in PVC, Europese Commissie en de nationale maatregelen?
Dan kom ik bij het punt van het dierenwelzijn. Lessen uit de varkenspest hebben aangegeven dat wij niet in gebruik zijnde ruimtes op de bedrijven creëren om een calamiteit te overzien. Is het dan zo dat de les uit de varkenspest niet is neergeslagen in een AMvB huisvesting?
In de brief van 12 maart staat dat het vooralsnog niet aan de orde is om een tijdelijk vervoersverbod in te stellen. Ik vind het op z'n minst vreemd dat wij nu op basis van een uitbraak wel een vervoersverbod voorgelegd hebben gekregen.
De heer Oplaat (VVD):
De minister heeft gekozen voor een algeheel vervoersverbod voor evenhoevigen. Hoor ik de heer Waalkens nu pleiten voor een vervoersverbod voor alle diersoorten, dus ook voor paarden?
De heer Waalkens (PvdA):
Ik pleit voor een harde maatregel over de volle breedte.
De heer Atsma (CDA):
Mevrouw de voorzitter! Vandaag is in Frankrijk op een rundveehouderijbedrijf mond- en klauwzeer geconstateerd. Wat wij vreesden, is daarmee werkelijkheid geworden. Kennelijk heeft het virus via de import van schapen de oversteek gemaakt van Groot-Brittannië naar het vasteland van Europa, ondanks alle maatregelen die zijn getroffen. Het is overigens het eerste geval in Frankrijk sinds 1981; laten wij hopen dat dit voorlopig het laatste geval is. Frankrijk heeft inmiddels een export- en vervoersverbod ingesteld. Wat dat betreft is er op dit moment, voorzover wij kunnen nagaan, in Frankrijk redelijk adequaat gereageerd.
Uit Frankrijk is de afgelopen weken vee naar Nederland gekomen. Dat vee valt op dit moment kennelijk niet of onvoldoende te traceren. Het is dan ook terecht dat ruim aandacht wordt gevraagd voor het toekennen van de hoogste prioriteit aan dat traceringsonderzoek. Dat is natuurlijk bedoeld om het risico van besmetting of verspreiding van het virus zoveel mogelijk uit te sluiten. In het verlengde hiervan is in Nederland tijdelijk een algeheel vervoerverbod ingesteld voor schapen, runderen, geiten, varkens en andere evenhoevige dieren. Wat ons betreft zou dat algehele vervoersverbod, in navolging van wat de heer Waalkens heeft gezegd, iets verder mogen gaan. Tot het moment dat de dieren getraceerd zijn, ondersteunt de CDA-fractie in elk geval de lijn van een algeheel vervoersverbod. Het kan binnen enkele dagen bekend zijn. Laten wij dat vooral hopen. Daarna pleiten wij in algemene zin voor handhaving van het vervoersverbod met uitzondering van slacht en dracht. Met andere woorden, wij willen de één-op-ééntransporten, van boer naar boer, uit een oogpunt van dierenwelzijn wel mogelijk maken.
Gesteld dat wij eerder tot een vervoerverbod hadden besloten. Was dit dan te voorkomen geweest? Wij stellen vast dat er in Nederland niet te traceren dieren uit Frankrijk zijn. Wij hadden eerder besloten tot een vervoersverbod, waar sommigen toe hebben opgeroepen, niet in de laatste plaats de sector. Was dit dan te voorkomen geweest? Hoe gaan andere EU-landen en de landen van waaruit Nederland vee importeert met deze mond- en klauwzeerperikelen om?
Ook speelt nog het aspect van de invoer van vlees en vleesproducten. Het gaat toch niet aan om op de luchthaven uit voorzorg bijvoorbeeld elk broodje te moeten inleveren, terwijl tegelijkertijd vlees en vleesproducten uit derde verdachte landen – zoals Frankrijk en Argentinië maar er zijn wellicht ook nog andere landen te noemen – worden geïmporteerd? Hoe gaan wij en andere EU-landen daar nu mee om?
Valt de import van vlees en vleesproducten überhaupt nog wel te controleren binnen de Europese Unie waarbinnen toch eigenlijk niet meer kan worden gesproken van grenzen tussen de verschillende landen?
Voorzitter! Op het punt van de hygiëne zouden wij ook wel vergelijkbare vragen kunnen stellen. Het komt nog steeds voor dat vrachtwagens vanuit Engeland naar het vasteland gaan en vervolgens in Nederland terecht komen. Het komt ook voor dat vrachtwagens vanuit Frankrijk via België naar Nederland komen, maar ook naar andere Europese landen. Hoe wordt ten slotte gehandeld met alle evenementen en activiteiten waarbij dieren betrokken zijn?
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voorzitter! Ook de fractie van GroenLinks vindt het zeer belangrijk dat ook Nederland besloten heeft tot een algeheel vervoersverbod voor dieren, maar zij vraagt zich overigens met de fracties van de PvdA en het CDA af of dat verbod niet voor alle dieren zou moeten gelden. Het gaat immers om een zeer besmettelijke ziekte en moet je dan niet echt het zekere voor het onzekere nemen en over de gehele linie een verbod instellen?
Net als de fracties van de PvdA en het CDA hebben wij verleden week al gepleit voor het instellen van een algeheel vervoersverbod, zeker toen duidelijk werd dat er ook in Frankrijk zeer ernstige aanwijzingen van het voorkomen van deze ziekte waren en ook de minister vond dat er vanuit dat land niet meer geëxporteerd zou mogen worden, waartoe overigens Frankrijk zelf ook heeft besloten. Waarom is toen niet meteen tot dit algeheel vervoersverbod besloten?
Uit de brief van de minister heb ik begrepen dat eerder wel varkens uit het Verenigd Koninkrijk naar Nederland geëxporteerd mochten worden en dat heeft mij nogal bevreemd. Het lijkt mij dat dit niet had mogen gebeuren.
Voor iedereen is natuurlijk duidelijk dat deze maatregel dierenwelzijnproblemen kan opleveren. Kan, omdat de incubatietijd van deze ziekte beperkt is, niet binnen redelijk korte termijn worden bezien of de maatregel moet worden aangehouden en of de aantasting van het dierenwelzijn niet beperkt kan blijven?
Zou er geen algemene Europese maatregel moeten komen dat swill nergens meer gebruikt mag worden?
Ik vind het jammer dat de brief van de minister, die wij gisteren hebben gekregen weinig ingaat op de voor- en nadelen van het non-vaccinatiebeleid. Hij geeft daarin aan nog deze zomer te komen met een studie, maar ik vind dat eerlijk gezegd wel erg laat. Mijn fractie zou graag al eerder inzicht willen hebben in de voor- en nadelen van een non-vaccinatiebeleid en zou ook graag van de minister vernemen waarom voordat die uitbraak in Nederland plaatsvindt toch niet met een vaccinatiebeleid wordt begonnen al is het maar voor een bepaald gebied.
De heer Van der Vlies (SGP):
Mevrouw de voorzitter! Onze samenleving in het algemeen en de agrarische sector in het bijzonder worden door enkele gevoelige gesels getuchtigd. Ik noem de BSE-crisis, de dreiging van mond- en klauwzeer en de weersomstandigheden in het afgelopen najaar. Er gaat een sprake van uit: maakbaarheid, beheersbaarheid, menselijk kennen en kunnen stuiten iedere keer weer op grenzen die tot bezinning nopen. En dit aan de vooravond van biddag. Het is opmerkelijk.
De minister heeft zojuist een algeheel vervoersverbod afgekondigd. Dit raakt de sector en trouwens de hele kolom diep. De aanleiding voor zijn maatregel is de uitbraak van mond- en klauwzeer in Frankrijk en een in ons land uit te voeren onderzoek naar ingevoerde dieren uit Frankrijk.
De minister beperkt het vervoersverbod tot evenhoevige dieren. Het vervoer van kippen en paarden wordt dus niet beperkt. Ik vraag hem dit te motiveren. Ik sluit mij dus nog niet aan bij de optie van collega Waalkens om het verbod breder te maken. Ik wil eerst weten of dit wel nodig is.
Dit is een tijdelijk verbod en dan dringt de vraag zich op hoe lang het van kracht zal zijn en hoe lang nodig is voor een betrouwbaar onderzoek om tot deugdelijke waarnemingen te komen. Hoe langer dit tijdelijke verbod moet gelden, hoe meer effecten het zal hebben op het boerenerf, in de stal en op het dierenwelzijn door overvolle stallen. Hoe lang kan zo'n verbod worden volgehouden? Ik wijs dan op de slacht- en drachtsituatie en op de mogelijkheid van een eventueel ontheffingenbeleid voor knelgevallen, zoals in het verleden ook wel is gevoerd. Het is natuurlijk niet mijn bedoeling het systeem diffuus te maken en de handhaafbaarheid in gevaar te brengen, maar de realiteit gebiedt wel eens noodmaatregelen.
Overigens is het een vervelende coïncidentie dat juist nu een beschamende beeldvorming ontstond over een redevoering die de minister gisteravond heeft gehouden en die hij zojuist in de Kamer op het gewraakte punt heeft weerlegd waarin dierwelzijnsaspecten het onderwerp vormden.
Ik wijs op de consequenties voor de vleesgroothandel als het vervoersverbod langer dan enkele dagen duurt. Wat zal er dan gebeuren? De consument vraagt om vlees. Het is dan heel goed mogelijk dat kant-en-klare vleesproducten worden ingekocht. Dat betekent opnieuw import, maar hoe veilig is dat voedsel uit Argentinië en andere landen? Ik denk dat de minister op dit punt een begin van een beleid moet formuleren opdat wij niet door de ontwikkelingen op dit punt worden overvallen.
Als het ooit zover komt dat tot een verplichting tot inenting wordt beslist, vraag ik indringend aandacht voor diegenen die van oudsher in ons land als gewetensbezwaarden worden erkend tegen die vorm van voorbehoeden. De minister heeft over dit onderwerp op 27 februari jl. een brief ontvangen. Ik vraag hem daaraan aandacht te besteden.
De heer Poppe (SP):
Mevrouw de voorzitter! Iedereen hier beseft dat wij worden geconfronteerd met een zeer serieus probleem. Het zojuist ingestelde algehele vervoersverbod van eenhoevigen is terecht, maar ook ik stel de vraag of dit wel genoeg is, met name omdat na de uitbraak in Rennes in Frankrijk de besmettingshaard het vaste land heeft bereikt. Ook de mobiliteit van mensen en goederen is een grote risicofactor. De wielen van de vrachtwagens uit Engeland worden ontsmet met natronloog. Ik vind dit echter een schijnmaatregel, want de hele vrachtwagen kan de besmetting overbrengen evenals de chauffeur en de goederen die worden vervoerd.
Vorige week zijn er nog mond- en klauwzeer gevoelige dieren uit Frankrijk in Nederland ingevoerd. Het zal nog een hele zoekpartij worden om die dieren op te sporen. Het verzoek van de PvdA-fractie om een bezoekersregistratie is wel zeer ingrijpend. Men moet dan namelijk niet alleen bijhouden welke transacties op het bedrijf zijn verricht, maar ook of de kinderen naar school zijn gegaan en of zij vriendjes mee naar huis hebben genomen. Hieruit blijkt echter wel dat het grote gevolgen zou hebben als deze ellende in Nederland zou zijn aangekomen.
De minister heeft ons in zijn brief van 12 maart nog eens duidelijk gemaakt hoe besmettelijk deze virusziekte is. Dat besmettingsgevaar wordt alleen maar groter door de hoge mobiliteit in Europa. Verder zijn er straks de bekende wielerwedstrijden in Frankrijk en komen de vakanties ook al weer dichtbij.
Voorzitter! Als de veenbrand die in Engeland is begonnen en daar zo vreselijk doorwoekert, het vaste land heeft bereikt, moeten wij vrezen dat die veenbrand ook in Europa om zich heen zal slaan. Dat roept de vraag op of een vervoersverbod voldoende is. Verder moeten wij dan beslissen of wij ervoor kiezen om deze plaag te bestrijden door middeleeuwse brandstapels zoals in Engeland dan wel, als daar ruimte voor is, door destructie of door preventief enten. Ik heb overigens nog geen reactie, zelfs geen ontvangstbericht, ontvangen op de brief die ik samen met de heer Waalkens hierover per e-mail heb verstuurd. Kan de minister alsnog op deze brief ingaan? In die brief vragen wij wat de consequenties zijn als in Europa het non-vaccinatiebeleid op de brandstapel wordt gezet en hoe een en ander in landen buiten de EU is geregeld.
Uit de brief van 12 maart blijkt dat de minister in de Landbouwraad zonder succes heeft gepleit voor beëindiging van het non-vaccinatiebeleid dat sinds het begin van de jaren negentig van kracht is. Zijn voorstel heeft het klaarblijkelijk niet gehaald en dat is een treurige zaak. De SP-fractie denkt dat de Kamer de minister zal moeten verzoeken, het vaccinatiebeleid binnen Europa aan de orde te blijven stellen. De noodzaak om dit te doen is alleen maar groter geworden nu er door de uitbraak in Rennes in Frankrijk een nieuw feit is gecreëerd. Tot nu toe dachten wij namelijk dat het vaste land de dans wel zou ontspringen, omdat er zoveel water tussen het Verenigd Koninkrijk en Europa ligt. Ik verzoek de minister al met al met klem om in te zetten op vaccinatie. Kan hij aangeven hoe snel eventueel met vaccinatie kan worden begonnen en of er voldoende entstof voorradig is?
Voorzitter! Ten slotte nog de vraag wat het algehele vervoersverbod betekent voor het dierenwelzijn. Door dit verbod zullen de stallen immers vollopen. Hoelang zal het vervoersverbod voor eenhoevigen overigens gelden? Wat betekent het voor de boeren? Deze krijgen namelijk te maken met hogere kosten voor voer en veterinaire hulp. Hoe denkt de minister dat de samenleving deze gevolgen kan opvangen? Dit zijn belangrijke vragen, maar mijn belangrijkste oproep is toch dat op Europees niveau moet worden ingezet op vaccinatie. Het non-vaccinatiebeleid moet op de brandstapel en niet de beesten!
De heer Oplaat (VVD):
Mevrouw de voorzitter! Ik bedank de minister voor zijn uiteenzetting.
De angst zit er goed in bij de mensen. Bijeenkomsten worden afgelast, zelfs verjaardagsfeesten worden afgezegd en oudere mensen halen herinneringen op aan vroeger en waarschuwen voor deze verschrikking. Zo ook mijn eigen buurman, die mij terloops nog wel toevoegde dat angst een slechte raadgever is.
De VVD-fractie heeft met grote zorg kennis genomen van de eerste besmetting met het MKZ-virus op het Europese vaste land. Mijn fractie heeft al eerder aangegeven dat er in dat geval direct een vervoersverbod in het leven zou moeten worden geroepen voor de evenhoevigen. De VVD-fractie steunt deze maatregel van de minister dan ook. Wij hebben dan ook weinig behoefte om met dit onderwerp politiek te bedrijven. Het heeft weinig zin om elkaar te overbieden op dit dossier; pas achteraf weten wij immers of wij het goed aangepakt hebben. Had het vervoersverbod er eerder moeten komen? Hebben wij te veel of te weinig gedaan? Die vragen worden allemaal achteraf gesteld. De VVD heeft er in ieder geval vertrouwen in dat de minister er alles aan zal doen om erger te voorkomen. Natuurlijk willen wij wel meedenken en wij proberen ook dingen aan te geven om nog erger te voorkomen. Maar nogmaals, wij willen niet op de stoel van de minister gaan zitten, want zijn positie is niet benijdenswaardig.
Mijn fractie vraagt zich af of de maatregelen van vandaag wel afdoende zijn. Met name het feit dat de mest van deze dieren vrijelijk door Nederland getransporteerd en uitgereden kan worden baart ons nogal wat zorgen. Er zou sprake kunnen zijn van besmetting door geïmporteerde runderen of schapen uit Frankrijk. De reden van de afkondiging van een vervoersverbod is immers dat wij niet weten of er sprake is van besmetting in Nederland. Dat moet nu allemaal nog worden uitgezocht. Als er een besmet bedrijf is, waarvan de mest door Nederland wordt getransporteerd en, al dan niet vermengd met andere partijen, wordt uitgereden, bestaan er toch ook grote risico's. Hoe denkt de minister daarover? Deelt hij onze zorg op dit punt? Hoe schat hij de risico's in van het transport van de mest in Nederland? Is een vervoersverbod veterinair gezien überhaupt wel zinvol, als er geen regels worden gesteld ten aanzien van het transport van mest? Hoe wordt omgegaan met gemengde bedrijven? Geldt het vervoersverbod voor het hele bedrijf, ook als er paarden op het bedrijf aanwezig zijn? Of geldt dit verbod alleen voor evenhoevigen? Kan de minister hier nader op ingaan?
Dan zijn er natuurlijk nog de andere vervoersbewegingen van de voerleveranciers, de transporteurs van melk, de KI, de controleurs van de AID, de gezondheidsdienst, de milieuvergunningcontroles enzovoort. Hoe gaan wij daarmee om? Gaat de minister hygiëne-eisen stellen aan transport van veevoer, sperma, en dierlijke producten, zoals melk? Of gaat hij uit van vrijwilligheid? Wat zijn de gevolgen van het vervoersverbod voor het dierenwelzijn? Wat adviseert de minister reizigers, die een weekendje willen wandelen op het platteland in Frankrijk of Engeland?
Een andere punt van zorg is de huidige situatie in Engeland. De Engelse minister Brown heeft zich het afgelopen weekend aardig in de vingers gesneden met zijn uitspraak dat de MKZ-epidemie in Engeland over haar hoogtepunt heen zou zijn. Het tegendeel is gebleken. Kan de minister aangeven in hoeverre de situatie in Engeland te vergelijken is met die in Frankrijk? Kloppen de berichten dat dieren van het besmette bedrijf in Frankrijk al naar een groot aantal provincies getransporteerd waren, voordat de ziekte werd vastgesteld? De VVD-fractie wenst de minister veel wijsheid toe. Hij hoeft zich niet te schamen voor zijn optreden op dit dossier tot nu toe.
De heer Atsma (CDA):
De heer Oplaat heeft een aantal voorbeelden genoemd van aanvullende maatregelen die getroffen zouden kunnen worden. Wat vindt hij zelf van deze maatregelen?
De heer Oplaat (VVD):
Ik heb daar mijn zorg over uitgesproken. Ik wil daar graag een reactie op krijgen van de minister. Waarom is bijvoorbeeld het transport van evenhoevigen wel verboden en niet de mest van diezelfde dieren? Misschien heeft de minister daar heel legitieme redenen voor. Ik heb die kennis niet in huis, maar de minister heeft die wel en ik vraag hem die aan ons voor te leggen.
De heer Stellingwerf (Christen-Unie):
Voorzitter! Bij een zo besmettelijke ziekte als mond- en klauwzeer gaan de ontwikkelingen razendsnel. Datzelfde geldt ook voor eventuele maatregelen. Gisteren was een tijdelijk totaal vervoersverbod nog niet aan de orde, maar in verband met de recente uitbraak in Noord-Frankrijk moet vandaag als voorzorgsmaatregel wel tot een dergelijk verbod worden besloten. De aanleiding is ernstig, want de besmetting heeft nu het Europese vasteland bereikt. De gevolgen van een langdurig algeheel vervoersverbod zijn ook ernstig. Maar wat het zwaarste is, moet in deze situatie het zwaarste wegen. Wij kunnen de aanpak van de minister op dit punt dus ondersteunen. De vraag is wel hoe de gevolgen van het vervoersverbod kunnen worden opgevangen. Op welke manier kan worden voorkomen dat het middel uiteindelijk erger zou kunnen worden dan de kwaal? Ik denk nog met afschuw terug aan het vervoersverbod tijdens de varkenspestepidemie. Destijds werden zes miljoen dieren afgemaakt, deels omdat die dieren ziek waren, maar vooral ook omdat er absoluut niet vervoerd mocht worden. De dieren groeiden daardoor uit hun hokken en moesten worden vernietigd, met als triest dieptepunt het massaal doodspuiten van pasgeboren biggen. Dat scheelde vlees en dus kosten. De minister schrijft terecht dat hij die situatie wil vermijden. Het is daarnaast duidelijk dat de tijdelijkheid van het nu afgekondigde verbod van groot belang is, bijvoorbeeld voor de slacht van dieren. Het gaat immers ook daarbij om leven en dood en ik ben daarom blij met de benadering van de minister. Hij zal van uur tot uur de vinger aan de pols moeten houden.
Een consequente uitvoering van de maatregelen is van groot belang. Er kunnen dan ook grote vraagtekens worden gezet bij het jojobeleid in Engeland. Na de eerste serie uitbraken werd daar het vervoerverbod opgeheven, terwijl gisteren nog 25 uitbraken werden geregistreerd. Kan de minister daarop reageren? Ook in Nederland lijken wat betreft natuurgebieden en kinderboerderijen wisselende maatregelen te zijn genomen ten aanzien van de openstelling van terreinen.
Met betrekking tot het vervoer van andere diersoorten ligt het probleem niet zozeer bij de dieren als wel bij de vrachtwagens en het personeel, want die brengen de ziekte over. Na de BSE bepaalt nu de mond- en klauwzeeruitbraak ons bij de grenzen van de grootschaligheid en de intensivering van de veehouderijen. Nogmaals blijkt dat er hierover een fundamentele discussie gevoerd moet worden. Dat geldt ook voor het vaccinatiebeleid, maar daar zal bij een andere gelegenheid over gesproken moeten worden.
Wat zou Nederland doen bij een uitbraak? Zou vernietiging plaatsvinden in destructiebedrijven of op het land, zoals in Engeland? Is daarover nagedacht?
De heer Ter Veer (D66):
De uitbraak in Frankrijk van mond- en klauwzeer is een lelijke tegenvaller, een streep door de rekening. Het virus opereert kennelijk heel heftig. In virologentermen noemt men dat "virulent". Frankrijk ondervindt de ziekte nu aan den lijve, Duitsland houdt de adem nog in en wat Italië betreft, kijken wij belangstellend toe. De waarneming daar verdient extra aandacht en zorg.
De discussie betreft in feite voedselveiligheid en consumentenvertrouwen. De Engelse minister Brown heeft op dit punt niet een mooie staat van dienst. Hij heeft kortgeleden nog gezegd dat de epidemie over het hoogtepunt heen en onder controle was, terwijl de afgelopen dagen tientallen bedrijven aan de lijst zijn toegevoegd. Sommige bedrijven bevinden zich in gebieden waar tot dusver geen sprake was van mond- en klauwzeer en waar men niet begrijpt dat de ziekte daar heeft kunnen komen. Het consumentenvertrouwen krijgt een geweldige knauw. Op televisie zijn hellevuren te zien, waarna blijkt dat een en ander niet goed genoeg verbrand is en het leger moet worden ingezet.
Het instellen van een algeheel vervoersverbod is een draconische maatregel. De fractie van D66 is het eens met het besluit van de minister om dat tot vandaag niet in te stellen. Welzijnsproblemen en bevoorrading leggen relatief veel gewicht in de schaal en daarom dient een dergelijk besluit pas genomen te worden als dat onontkoombaar is. Welzijnsproblemen kunnen zich op twee fronten voordoen. Op het moment dat dieren klaar zijn voor de slacht en niet afgevoerd kunnen worden, ontstaan de welzijnsproblemen die wij kennen uit de tijd van de varkenspest: veel te zware dieren en overvolle stallen. Daarnaast kunnen er welzijnsproblemen ontstaan bij biggen en nuchtere kalveren. Biggen worden bij zeugenbedrijven geboren en moeten daarna naar varkensmestbedrijven. Toen biggen ten tijde van de varkenspest niet afgevoerd konden worden, moesten ze worden afgemaakt hetgeen tot heftige discussies over ethische toelaatbaarheid leidde. Op dit moment hopen de nuchtere kalveren zich op in de melkveehouderijbedrijven. Op termijn zal ook daar sprake zijn van welzijnsproblemen.
Het bevoorraden van winkels komt bij een totaal vervoersverbod tot stilstand. Het is ongewenst dat er in dat geval niet-Nederlands vee geslacht mag worden en uit andere landen vleesstromen op gang komen. Een algeheel vervoersverbod, inclusief de paarden: D66 wil een rol voor de veterinaire adviseurs niet uit het oog verliezen. Elke maatregel is weer verdergaand en meer ingrijpend. Wat is de volgorde in de volgende stappen? Denkt de minister eerst aan een verbod op transport van mest? Heeft de LTO daarvoor gepleit? Komen dan pas de paarden in beeld? De situatie verandert van uur tot uur, van dag tot dag. Ik heb het idee dat de minister tot dusverre adequaat heeft gehandeld en de zaak onder controle heeft. Wij bereiden ons voor op een discussie donderdag over vaccinatie. De Britse televisie start met een discussie vaccinatie versus economische overwegingen, niet alleen landbouweconomie, maar ook de toeristenindustrie die enorme schade lijdt vanwege het beleid van non-vaccinatie. Wij bereiden ons voor op het algemeen overleg in het licht van de wereldsituatie van mond- en klauwzeer. Het zal ook gaan over de import van vlees uit Argentinië.
De heer Poppe (SP):
De boeren in Europa staan op dit moment aan de grond genageld. Is het dan wel verstandig om mond- en klauwzeer aan de voedselveiligheid te koppelen? Mond- en klauwzeer is voor de mensen niet schadelijk, in tegenstelling tot BSE.
De heer Ter Veer (D66):
Ik koppel dat niet aan mond- en klauwzeer. Ik weet zeker dat de burger geen onderscheid maakt tussen de ophef over BSE en die over mond- en klauwzeer. 's Nachts kijk ik naar de Britse televisie om de actuele stand van zaken te bekijken. Voor ons is op de ene dag mond- en klauwzeer nr. 1 en de andere dag is het BSE. Het loopt onontwarbaar door elkaar. Het heeft in alle gevallen te maken met het beeld dat over rundvlees gepraat moet worden. Ik prijs deze minister voor zijn koelbloedige houding en zijn bijdrage aan het garanderen dat het veilig is. Hij overtuigt de consument ervan dat er vertrouwen kan zijn in het rundvlees. Je wordt van met mond- en klauwzeer besmet vlees niet ziek. Wij weten uit de periode van de varkenspest, dat het lastig uit te leggen is. Ik ben erkentelijk voor de vraag. Ik ga samen met de heer Poppe uitleggen dat mond- en klauwzeer voor de volksgezondheid en de voedselveiligheid geen enkel effect heeft. Het beeld is onuitroeibaar.
De heer Poppe (SP):
Ik had het verstandiger gevonden om in deze discussie dat begrip niet te hanteren.
De heer Ter Veer (D66):
U moet zich geen oordeel over mijn verstand aanmatigen. Uw microfoon staat heel vaak open en u hebt zendtijd die buitenproportioneel groot is. Ik zeg wat ik zeg. U kunt het daarmee niet eens zijn.
De voorzitter:
Merkwaardige afloop.
Minister Brinkhorst:
Voorzitter! Ik ben de Kamer erkentelijk, dat wij zo snel na het afkondigen van het algeheel vervoersverbod dit spoeddebat kunnen hebben. Het heeft grote politieke aandacht. Ik zie het voor een belangrijk deel als een uitwisseling van gedachten en voor een deel als een voorgerecht voor het AO op donderdag aanstaande. Op een paar specifieke vragen zal ik voor donderdag een antwoord geven. Over zaken waarover ik op dit moment kan oordelen, zal ik mijn oordeel geven.
Mevrouw de voorzitter! Ik wil nu in algemene zin spreken over mijn benadering van het MKZ-vraagstuk. Ik denk dat de Kamer er recht op heeft, te weten welke overwegingen in bepaalde gevallen hebben geleid tot het nemen van maatregelen en in andere gevallen tot het niet nemen van maatregelen. Uitgangpunt is dat zo scherp en alert mogelijk van uur tot uur moet worden gereageerd. Het is juist dat ik in mijn brief van gisteren een algeheel vervoersverbod heb afgewezen op grond van de overwegingen die ik in de brief heb verwoord. Maar gezien het feit dat er sprake was van een nieuwe situatie, ook in kwalitatief opzicht, vond ik het gewenst om binnen drie uur na kennisname maatregelen af te kondigen. De heer Waalkens heeft gezegd: je kunt beter beginnen met een totaalbenadering en geleidelijk aan afpellen. In het geval van BSE is er sprake van een wezenlijk andere situatie dan in het geval van MKZ. In het geval van BSE heb ik die benadering gekozen en ik meen met steun van de gehele Kamer. Mijn beoordeling in het geval van MKZ is sceptischer is dan die van de Britse regering. Een van de geachte afgevaardigden heeft gezegd: het Verenigd Koninkrijk heeft de situatie zeer onderschat. Ik deel dat oordeel. Tegen die achtergrond heeft het vroegtijdig afkondigen van een algeheel vervoersverbod niet zozeer iets van een paniekreactie. Wel moet er sprake zijn van een constante afweging hiervan tegenover alle andere aspecten. Zowel ten aanzien van het vervoer als ten aanzien van het welzijnsprobleem moeten uit de periode van de varkenspest lessen worden getrokken. Die constante afweging, het zo alert mogelijk reageren en het zoveel mogelijk volgen van een consequente lijn zijn de uitgangspunten waarlangs ik deze voor de sector dramatische situatie te lijf wil gaan.
Tegelijkertijd moeten wij ons realiseren dat wij spreken over een continentaal, een Europees probleem. Tegen die achtergrond is het van het grootste belang dat het Permanent veterinair comité zoveel mogelijk gezamenlijke Europese maatregelen beoordeelt. In het algemeen is mijn beeld dat wij eerder hebben gereageerd dan in verschillende andere delen van Europa is gebeurd en dat de harmonisatie die heeft plaatsgevonden – ik verwijs naar de brief van 12 maart jl. – sterk op de Nederlandse lijn terecht is gekomen.
De heer Waalkens (PvdA):
Waarom heeft de minister ten aanzien van de MKZ-problematiek gekozen voor een andere benadering dan ten aanzien van de BSE-problematiek? Ik heb gezegd dat de lessen uit de varkenspestproblematiek hebben geleerd dat je moet beginnen met fors inzetten en dat je vervolgens moet overgaan tot afpellen. Varkenspest is vergelijkbaar met MKZ. Ik ben er niet van overtuigd dat de minister voor de juiste aanpak heeft gekozen. Wij zijn niet gekomen tot het markeren van dag 1 en vervolgens het bezien van de incubatietijd.
Minister Brinkhorst:
Ik wijs erop dat vanaf dag 1 het verbod inzake verzamelplaatsen gold en dat het traceren en zelfs het ruimen van alle betrokken dieren uit de periode van ruim een maand voordat het MKZ in het Verenigd Koninkrijk uitbrak, ter hand is genomen. Dat waren zeer harde maar ook gerechtvaardigde maatregelen. Sinds 26 februari jl. is er geen vervoer meer geweest van schapen, ook niet uit Frankrijk. Dit vervoersverbod heeft ertoe geleid dat de tracering in de komende twaalf uur van de runderen waarom het gaat mogelijk is. Waarom zeg ik dat het van groot belang is dat wij ten aanzien van de MKZ deze benadering kiezen? Ik zeg het tegen de achtergrond van het feit dat het om een langdurige periode kan gaan. Er is nu sprake van een nieuwe fase – ik ben het met de heer Waalkens eens – gelet op de uitbraak van vandaag in Frankrijk, maar wij hebben al bijna vier weken heel Nederland op slot. Dat is een lijn die is voortgevloeid uit het proces dat de heer Waalkens aangeeft in verband met een aantal andere grote problemen. Natuurlijk kan achteraf blijken dat een bepaald beleid verkeerd is geweest; ook kan blijken dat het goed is geweest. In elk geval dient het beleid gebaseerd te zijn op de best available evidence, de best mogelijke evaluatie. Het is tegen die achtergrond dat ik volhoud dat het niet eerder doorvoeren van een totaal vervoersverbod van alle landbouwhuisdieren de juiste weg is geweest.
De heer Oplaat (VVD):
Wellicht is een klein misverstand gerezen tussen de fractie van de PvdA en de minister. Ik denk dat de heer Waalkens doelt op het moment dat er een uitbraak is. Wij hebben van de varkenspest geleerd dat er dán van dergelijke maatregelen sprake moet zijn. Ik neem aan dat, wanneer MKZ wordt geconstateerd, wij onmiddellijk overgaan tot een algemeen vervoersverbod.
Minister Brinkhorst:
Vanzelfsprekend, maar dan verkeren wij werkelijk in een "oorlogssituatie". Bij een uitbraak in eigen land en in de directe omgeving is in alle draaiboeken een totale standstill gedurende 72 uur voorzien. Wij spreken dan over een totaal andere situatie dan die van dit moment.
De heer Atsma (CDA):
Dat is inderdaad wat in de draaiboeken staat, maar ik kom even terug op uw opmerking waarmee u suggereert dat ik het over de schapen zou hebben gehad. Neen, ik heb het over de runderen gehad. Ik constateer dat men nu in Frankrijk de desbetreffende runderen niet kan traceren. Had men dit niet door middel van het eerder instellen van het vervoersverbod – met een aantal uitzonderingen, waaronder "slacht en dracht" – kunnen voorkomen?
Minister Brinkhorst:
Voorzitter, er is sprake van een misverstand. De bedoelde runderen zijn immers wél getraceerd. Ze worden nu klinisch onderzocht en in de komende twaalf uur hoop ik over de resultaten daarvan te kunnen beschikken. Er is dus geen sprake van "zwevende" runderen. Nagegaan wordt waar ze zijn; dat is allemaal geregistreerd sinds 22 februari.
De heer Atsma (CDA):
Mijn vervolgvraag is de volgende. Bent u van plan om op het moment dat die tracering en analyse hebben plaatsgevonden, het vervoersverbod op te rekken tot "slacht en dracht"?
Minister Brinkhorst:
Voorzitter! Ik word voortdurend geïnterrumpeerd. Ik vervolg mijn betoog en geef daarmee een antwoord op de gestelde vraag. Natuurlijk moeten wij de resultaten van de tracering en het klinisch onderzoek beoordelen in verband met het treffen van maatregelen. Dat geldt natuurlijk ook voor de ontwikkelingen in Frankrijk en andere landen. Tegen die achtergrond moeten wij steeds de vinger aan de pols houden en de zaken van minuut tot minuut volgen. Vlak voordat de heer Ter Veer was uitgesproken, kreeg ik de laatste informatie van het Permanent veterinair comité. Op dit moment wordt over de gezamenlijke maatregelen die in Europees verband moeten worden getroffen als gevolg van de uitbraak in Frankrijk, gestemd. Vierenhalf uur geleden hebben wij de maatregelen getroffen waarover ik zojuist heb gesproken. Hiermee wordt duidelijk aangegeven dat deze zaak constant mijn persoonlijke aandacht heeft. Dat behoort bij mijn verantwoordelijkheid. Een van de geachte afgevaardigden heeft gezegd dat de minister niet te benijden is, maar als je deze functie aanvaardt, moet je die met alle lasten en lusten uitvoeren. Ik ervaar het als van groot belang dat ik u voortdurend en zo transparant mogelijk op de hoogte houd.
De heer Waalkens vraagt mij hoe het staat met de gedachte van ontheffing. Ik ben het zeer met hem eens dat daarmee zeer zorgvuldig moet worden omgegaan. Dat hebben wij tot op heden ook gedaan. In het PVC bestaat eerder de indruk dat Nederland te ver gaat dan dat wij niet ver genoeg zouden gaan. Dat trek ik mij niet aan want ik vind het inderdaad van groot belang dat de ontheffing zeer zorgvuldig wordt beoordeeld.
Voorts stelt de heer Waalkens enkele vragen over de bezoekersregistratie. Hij wijst er terecht op dat ten aanzien van varkensbedrijven registratie al bestaat. Voor de rest van de dieren, en hij vraagt mij naar een belangrijke maatregel, wil ik graag bezien of en in hoeverre zij meerwaarde hebben en of invoering op korte termijn mogelijk is. Ik wil hierop graag aanstaande donderdag nader ingaan. Ik zei al dat wij met de uitzonderingen zeer zorgvuldig moeten omgaan. Die 1:1-uitzondering is hiervoor essentieel. Slacht en dracht dienen de enige uitzonderingen te zijn bij de huidige situatie.
Het totale pakket van maatregelen wordt morgenochtend opnieuw bekeken. Dit was al voorzien voordat wij vanmorgen kennisnamen van de uitbraken. Met de gedachte in het achterhoofd omtrent het "opschalen" of "afpellen" wil ik dit van dag tot dag bezien. Een paar dagen geleden besloten wij het vervoerverbod voor geiten op te heffen, omdat er bij geiten een geringere gevoeligheid bestaat en omdat vanuit welzijnsoogpunt onaanvaardbare situaties optraden.
De heer Atsma sprak over de problematiek van het vlees. Invoer van vlees en vleesproducten uit het Verenigd Koninkrijk is verboden. En daarmee basta. In het PVC is zojuist het voorstel van de Commissie geaccepteerd tot een exportverbod van vlees en vleesproducten uit het gehele departement Mayenne. Ik meen overigens dat het gebied aan de Loire ligt en niet in Normandië. Uit Argentinië is alleen invoer van uitgebeend vlees mogelijk. In uitgebeend vlees kan het mond- en klauwzeervirus niet overleven bij een PH dat kleiner is dan 6. Daarop ziet de Europese Commissie toe.
De vraag over de mest van de heer Oplaat wordt morgen beoordeeld bij de toetsing van het totale pakket. Zo nodig zal ik aanvullende maatregelen nemen. U hoort dit nog voor donderdag. Mevrouw Vos stelde een vraag over het vaccinatiebeleid. Wij zullen hierover donderdag uitvoerig spreken. In mijn brief van 12 maart ben ik hierop ingegaan en ik ben graag bereid, hierop uitvoeriger in te gaan. Ik laat het echter aan de voorzitter over of het mestbeleid nu aan de orde wordt gesteld. Ik geef er de voorkeur aan, dit afgerond te doen in het totaaldebat van aanstaande donderdag.
De heer Oplaat (VVD):
Ik kom nog even terug op de mestproblematiek. Is het verstandig als onmiddellijk een tijdelijke maatregel wordt genomen in afwachting van de uitkomst van morgen? U weet wat er gebeurt als er morgen misschien een verbod komt op het transport van mest.
Minister Brinkhorst:
Ik heb niet "to shoot from the hip" als uitgangspunt van het beleid gekozen. Ik zal morgen persoonlijk op de gang van zaken toezien. In ieder geval zal er geen lijn tot uitstel worden gekozen. Wel wil ik over de totale beoordeling beschikken tegen de achtergrond van de gemaakte opmerkingen. Gevraagd is hoe LTO-Nederland hier tegenover staat. Op dit moment worden betrokkenen opgebeld. De Kamer wil dat ik de sector consulteer en dat doe ik bij dit belangrijke onderwerp.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Het lijkt mij uitstekend als de minister donderdag a.s. op het vaccinatiebeleid ingaat. Ik vraag hem echter of het mogelijk is voor donderdag meer informatie aan de Kamer te leveren. In de brief van gisteren staat weinig over de consequenties van het invoeren van een vaccinatie.
Minister Brinkhorst:
Het vaccinatiebeleid bij uitbraak staat uitvoerig in de brief beschreven. Zodra er een uitbraak is, is er binnen een kilometer rondom het betrokken bedrijf sprake van een levende opslag. Er zal dan verplichte vaccinatie plaatsvinden in afwachting van destructie. Daarbuiten is er een ring die afhankelijk van de situatie nader bekeken wordt.
De keuze tussen vaccinatie en non-vaccinatie moet opnieuw aan de orde komen en heeft vele aspecten, waaronder ethische. In mijn brief van 12 maart heb ik dan ook aangegeven dat er een zorgvuldige procedure moet worden gevolgd en er advies moet worden gevraagd aan de meest gerede partijen. De kwestie moet op Europees niveau worden besproken, omdat er sprake is van een Europese en zelfs wereldwijde dimensie. Door dit alles kan ik niet, zoals de Kamer heeft gevraagd, al op komende donderdag met uitsluitsel over de wijziging van het beleid komen. Ik streef naar een zo scherp mogelijke positionering en ik ben in principe bereid tot heroverweging van het non-vaccinatiebeleid. Dit kost natuurlijk tijd, maar wij zullen er aanstaande donderdag uitgebreid over discussiëren.
De heer Poppe (SP):
Ik krijg graag voor donderdag in ieder geval een reactie op de brief van de heer Waalkens en van mij. Er moet snel gehandeld worden, want mond- en klauwzeer is zeer dichtbij gekomen. Rennes is niet zo ver van Nederland. Daarbij moet er ook zorgvuldig geopereerd worden. Ik verzoek de minister, in Europees verband aan te dringen op snelle besluitvorming omdat er zich een nieuw feit heeft voorgedaan. Er moet met spoed maar wel secuur gehandeld worden.
Minister Brinkhorst:
Zorgvuldigheid en snelheid kunnen parallel lopen, maar soms ook met elkaar in strijd zijn. Daar komen wij aanstaande donderdag uitgebreid over te spreken. Overigens heb ik al maatregelen genomen op het punt van het aantal vaccins. Ik wil voorkomen dat er een besluit wordt genomen dat niet uitgevoerd kan worden omdat de instrumenten daartoe ontbreken.
Voorzitter! De heer Van der Vlies weet dat paarden en pluimvee niet gevoelig zijn voor MKZ, maar de ziekte wel kunnen overbrengen. In dat opzicht wijken zij niet af van mensen. Ik heb de Kamer al mijn overwegingen gegeven waarom ik niet al op 22 februari tot een algeheel vervoersverbod heb besloten.
De heer Waalkens (PvdA):
Een evenement zoals Indoor Brabant trekt duizenden mensen. Dit speelt zich af middenin een zeer kwetsbaar gebied. Ik kan mij voorstellen dat dit een overweging is om tot een algeheel vervoersverbod te besluiten.
Minister Brinkhorst:
U weet dat ik een beleid voer waarbij dergelijke grote evenementen worden verboden. Hiervoor kan eventueel ontheffing worden gegeven. Ik wijs erop dat er al bepaalde manifestaties zijn verboden. Ik ben het met u eens dat bijvoorbeeld grote paardenmarkten gevaren met zich brengen. Dat is echter ondervangen.
Wij zetten in op een Europees verbod van het gebruik van swill. Het is absoluut noodzakelijk dat er op dit punt een Europees beleid gevoerd wordt. Toen ik aantrad, was er geen swillverbod. Er was nog enige reserve. Dit is een heel duidelijk signaal.
Voorzitter! De heer Poppe heeft gevraagd naar de consequenties. We zullen daar in de komende tijd met elkaar nog over moeten discussiëren. Het algeheel vervoersverbod is nu tijdelijk ingevoerd. Ik heb al gezegd dat tijdelijk per definitie tijdelijk is. Hoe tijdelijk dat zal zijn, hangt af van de nadere afweging die ondertussen zal plaatsvinden.
Voorzitter: Weisglas
De voorzitter:
Ik stel voor, in plaats van een tweede termijn, vragen via de interruptiemicrofoon te laten stellen.
Daartoe wordt besloten.
De heer Oplaat (VVD):
Voorzitter! Ik heb een aantal vragen gesteld over de vervoersbeweging van de voerleveranciers en de transporteurs. Is het niet verstandig om een controleur die voor de milieuvergunning van de gemeente komt, te weigeren? Hoe gaan we daarmee om? De minister mag hier ook schriftelijk op antwoorden, omdat we in de loop van de week ook nog een algemeen overleg hebben.
Minister Brinkhorst:
Voorzitter! Dit is precies het specifieke soort vragen waar ik in eerste reactie op doelde. Deze vragen zijn terecht gesteld en ook genoteerd. Ik zal zorgen dat de Kamer voor donderdag nog enkele reacties krijgt of dat de vragen donderdag op het algemeen overleg worden meegenomen. Ik wil het debat concentreren op de hoofdlijnen.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Ik heb de minister gevraagd waarom import van varkens in een aantal gevallen wel mogelijk is geweest in de afgelopen periode.
Minister Brinkhorst:
Ik heb zelf destijds de beslissing genomen om die varkens – het ging geloof ik om1500 varkens – niet te destrueren. Het bleek dat deze varkens waren ingevoerd in de periode tussen 20 januari en 22 februari op een moment dat de incubatietijd voorbij was. Zoals u weet, zijn varkens buitengewoon gevoelig voor MKZ. Ik heb na inwinning van veterinair advies besloten om dat niet te doen. We hebben dat wel gedaan met een aantal herten en schapen. Tegen die achtergrond zijn er na 22 februari geen verdere varkens meer geïmporteerd.
De heer Poppe (SP):
Het antwoord van de minister is niet helemaal bevredigend. Ik herhaal daarom mijn vraag over de tijdsduur. Als het lang duurt, zullen de veehouderijen oplopende kosten krijgen. De veestapel breidt uit, de veterinaire kosten lopen door en er zijn geen inkomsten. Ik ben van mening dat die kosten niet eenzijdig bij de boer gelegd mogen worden. Ik ben benieuwd of de minister het daarmee eens is. We spreken nu echt over een maatschappelijk probleem. Hoe denkt de minister om te gaan met de vervolgschade? Hoe denkt hij de boer steun te geven?
Minister Brinkhorst:
Mijnheer de voorzitter! Ik heb daarover rond de BSE heel tijdig een algemene kabinetsafweging gemaakt. Er is vervolgens In de laatste kabinetsvergadering van het afgelopen jaar een tijdelijke regeling getroffen. Ik voer op dit ogenblik nog geen nader kabinetsoverleg. Het spreekt vanzelf dat we op dit punt iedere discussie nog verder moeten voeren. De maatregelen die nu genomen zijn, zijn van dien aard dat ze niet voor substitutie in aanmerking komen. Ik wil echter niet vooruitlopen op een nadere situatie die mogelijkerwijze zal optreden.
De heer Poppe (SP):
Kan ik daaruit concluderen dat de minister bereid is om in het kabinet voor te stellen dat voorkomen moet worden dat boeren "omvallen" als de kosten hierdoor oplopen en onze primaire voedselproducenten uit solidariteitsoverwegingen te steunen?
Minister Brinkhorst:
Ik meen dat de vraag die de heer Poppe heeft gesteld, beoordeeld moet worden in het licht van de situatie die zich ontwikkelt.
De heer Van der Vlies (SGP):
Daarbij past de kanttekening dat op veel bedrijven van een cumulatie van effecten sprake is. Dat moet wel in de overwegingen worden betrokken. Het probleem dat al twee weken geleden in het algemeen overleg aan de orde kwam – per 1 april zal in de kostentoerekening weer het een en ander veranderen – is alleen maar urgenter geworden. De minister heeft mij toen toegezegd daarvoor ideeën aan te dragen. Ik wil hem daartoe wel aansporen.
Minister Brinkhorst:
Wij switchen nu even naar de BSE-problematiek, maar de heer Van der Vlies heeft uiteraard gelijk. Dit is natuurlijk, in het verlengde daarvan, ook de MKZ-problematiek. Ik hoop aanstaande vrijdag in het kabinet nadere gedachten te formuleren over de financiering van de BSE-problematiek na 1 april. Ik heb de Kamer toegezegd haar daarover na terugkeer van het verlof te rapporteren. In de loop van de volgende week zal ik daarover spreken. Ik vermoed overigens wel – dat zeg ik in alle duidelijkheid erbij – dat het op het ogenblik te vroeg is om nadere mededelingen te doen over de financiële problematiek rondom MKZ. Deze uitspraak mag niet als een soort algemene toezegging worden geïnterpreteerd.
De beraadslaging wordt gesloten.
De vergadering wordt van 17.35 uur tot 19.05 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20002001-4025-4034.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.