Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragen van het lid Hermann aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over misbruik van premiegelden door de ziekenfondsen.

Mevrouw Hermann (GroenLinks):

Voorzitter! De woorden "misbruik van premiegelden door ziekenfondsen" doet het ergste vermoeden. Gelukkig is het niet zo erg, want er is geen misbruik gemaakt van geld, maar geld is in een verkeerde pot gestopt. Ziekenfondsen hebben wettelijke reserves en vrije reserves. Het geld waarom het hier gaat, is abusievelijk in plaats van in de wettelijke in de vrije reservepot gestopt. Daarmee is dat geld onttrokken aan het voor de burger inzichtelijke gebruik. In het jaarverslag van de Commissie toezicht uitvoeringsorganisatie, die daarnaar moet kijken, staan zelfs nog veel hogere correctiebedragen. Dat zijn correcties in de vorm van een kostenverlaging van 480 mln. en een kostenverhoging van 321 mln. Het toezicht op de wijze waarop ziekenfondsen met al die gelden omgaan, maakt duidelijk dat het steeds ingewikkelder wordt.

Dat brengt mij tot het onderwerp van deze vragen. Zorgverzekeraars, ook de beheerders van de ziekenfondsen, krijgen steeds grotere vrijheden en verantwoordelijkheden. De minister wil dat die allemaal transparant zijn en onderworpen aan toezicht, anders wordt het vertrouwen ondermijnd. Het gaat om de scheiding van publiek en privaat geld. Wat dat betreft is het misschien voor de fijnproever met een accountantsdiploma nog wel uit te pluizen, maar voor de burger is het volstrekt niet inzichtelijk. Daarom heb ik de volgende vragen. Hoe zorgen wij ervoor dat het publieke geld uit de ziekenfondspremies uitsluitend voor publieke doelen bestemd wordt? Hoe geven wij de verzekerde burger inzicht in wat er met de publieke, respectievelijk de private premies van de aanvullende verzekeringen gebeurt? Hoe zorgen wij ervoor dat alle uitvoerders van de Ziekenfondswet en de Algemene wet bijzondere ziektekosten op overeenkomstige wijze de burger inzicht geven in hun bedrijfsvoering?

Minister Borst-Eilers:

Voorzitter! Ik wil graag een misverstand wegnemen dat mogelijk gerezen is door de inleidende woorden van mevrouw Hermann. Zij zegt dat er geld in een verkeerde pot is gestopt. Ik wil echter benadrukken – en de Kamer weet dat ook – dat dit slechts gebeurde tot 1 januari 1997. Het is nog de vraag of het geld toen in de verkeerde pot gestopt werd. Er gold toen een verdelingsformule voor de wettelijke en de vrije reserves. Een bepaald percentage moest slechts naar de wettelijke reserve en de rest kon naar de vrije reserve. Dat is achteraf gezien niet zo gelukkig geweest, want dat betekent inderdaad dat tot 1 januari 1997 een deel van het geld dat ingebracht was om de regeling voor de ziekenfondsverzekering mee uit te voeren, terechtkwam in de zogenoemde vrije reserve van de ziekenfondsen, als er wat was overgebleven. Nu wordt die vrije reserve onder andere gebruikt om niet aanvaardbare kosten te financieren. Dus als het ziekenfonds wat erg ruimhartig is geweest voor de patiënten en de CTU keurt die besteding af, dan is het goed om een beetje vrije reserve te hebben. Maar goed, het is belangrijk om te weten dat daar per 1 januari 1997 een eind aan is gekomen. Sindsdien moet alles wat aan opbrengsten met geld uit de wettelijke reserve behaald wordt, ook volledig aan die wettelijke reserve worden toebedeeld. Voorts is er de Wijziging Ziekenfondswet in verband met maximering reserves ziekenfondsen, waardoor de wettelijke reserves aan een maximum gebonden zijn; de rest moet terug in de algemene kas. De Wijziging Ziekenfondswet in verband met maximering reserves ziekenfondsen en de Wet instelling College van toezicht op de zorgverzekeringen maken dat wij nu kunnen zeggen, dat het financieel gesloten karakter van de ziekenfondsverzekering nu echt verankerd is in de wet en daarmee echt gegarandeerd is omdat er toezicht op wordt gehouden. Ik heb contact opgenomen met de Commissie toezicht uitvoeringsorganisatie en gehoord dat zij van mening is dat ze voldoende inzicht heeft in de scheiding publiek-privaat. Zij houdt een scherp toezicht. Zij heeft ook inzicht in de mutaties in de wettelijke en vrije reserves.

Mevrouw Hermann vraagt hoe wij publiek en privaat geld gescheiden houden. Dat hebben wij gerealiseerd. Het is financieel een gesloten systeem. Het is onmogelijk dat publiek geld opgebracht met de collectieve of de nominale premies – geld ter uitvoering van de ziekenfondsverzekeringen – voor enig ander doel wordt bestemd.

Hoe geven wij de burgers inzicht en hoe zorgen wij ervoor dat alle uitvoerders ook op overeenkomstige wijze aan verslaglegging doen? Het is de vraag of van de ziekenfondsen kan worden gevraagd dat ze hun financiële verslaglegging zo inrichten dat niet alleen deskundigen of belangstellende Kamerleden het kunnen lezen, maar ook iedere willekeurige burger. Ik vind dat een hoge eis.

Mevrouw Hermann (GroenLinks):

Wij zitten hier namens het volk. Mijn uitgangspunt was dat het voor deskundigen inzichtelijk moet zijn. Dat is voor ons niet voldoende. Ook de geïnteresseerde burger moet het kunnen lezen.

Minister Borst-Eilers:

Ook Kamerleden moeten dat inzicht hebben. Er is toch ook een element van vertrouwen in dit geheel. Als wij een college van toezicht hebben ingesteld dat toeziet op de uitvoering van de ziekenfondsverzekering, de rechtmatigheid van de besteding en de uitvoering van de wet maximering reserves, dan heb ik vertrouwen in de stukken van het college. Ik ben zelf ook geen accountant.

Mevrouw Hermann (GroenLinks):

De vingers achter de details krijgen is werk van de accountants. De burger die forse bedragen aan premies betaalt, stukken in de kranten leest, verandering in het systeem van het ziekenfonds ziet, moet weten wat er met het geld gebeurt.

Minister Borst-Eilers:

Ja, dat is ook het geval. Ik kreeg laatst van een van de zorgverzekeraars een brochure – de jaarverslagen heb ik nog niet – over de handel en wandel van dat verzekeringsbedrijf. Daarin zag ik de inkomsten en uitgaven van het ziekenfonds, de particuliere zorgverzekering en de aanvullende verzekeringen die door een aparte rechtspersoon moeten worden uitgeoefend. Ik zag globaal waaraan het collectieve deel was uitgegeven. Samen met het rapport van de CTU – dat is essentieel – vind ik dat voor mijn eigen informatie voldoende. Als de Kamer dat niet voldoende vindt, dan moet zij mij laten weten welke aanvullende eisen zij heeft.

Mevrouw Hermann (GroenLinks):

Het is zaak dat alle zorgverzekeraars dat doen. Er zijn mij ook jaarverslagen bekend waarin men het bij elkaar heeft geveegd. De ziekenfondsen zijn onderlinge waarborgmaatschappijen. Het Burgerlijk Wetboek schrijft voor wat zij met de verschillende onderdelen moeten doen. Wat de minister aangeeft, moet slaan op alle ziekenfondsen.

Minister Borst-Eilers:

Als ziekenfondsen alles op één hoop vegen, dan wijs ik erop dat ze als ziekenfonds niet meer hebben. De aanvullende verzekering moet door een ander rechtspersoon worden uitgeoefend. Het mag niet op één hoop worden geveegd. De particuliere verzekering die in het concern door weer een ander deel van het concern wordt aangeboden, is ook een aparte zaak. Ik neem dit echter serieus. Mevrouw Hermann merkt op dat in jaarverslagen van zorgverzekeraars dit soort zaken door elkaar loopt en dat behoort niet te gebeuren. Ik zeg toe dat ik bij de CTU nadere informatie hierover zal inwinnen. Verder ben ik het met mevrouw Hermann eens dat het prettig is als men voor de verslaglegging zoveel mogelijk hetzelfde model kiest. Als je eenmaal een dergelijk stuk kunt lezen, kun je ze allemaal lezen.

Mevrouw Hermann (GroenLinks):

Dat zou een stap vooruit zijn. Verder hoor ik graag dat de minister toezegt dat zij aanbevelingen doet voor een zoveel mogelijk zelfde model. Wellicht kan zij ook deze fondsen aanbevelen, een voorlichtingsfolder te maken zodat op deze manier duidelijk wordt wat met het beschikbaar gestelde geld wordt gedaan.

Minister Borst-Eilers:

Wij zijn het eens over de eis voor transparantie en het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten. Ik wil het college van toezicht en de Zorgverzekeraars Nederland vragen of inderdaad in sommige jaarverslagen alles op een hoop wordt gegooid, hoewel ik mij dit niet kan voorstellen omdat het om aparte bedrijven gaat binnen een concern. Verder zal ik verzoeken om de verslaglegging, en zeker het financiële deel, zoveel mogelijk te uniformeren. Afgesproken is dat in toekomstige financiële uitvoeringsverslagen volgens een vast stramien gewerkt wordt.

Mevrouw Hermann (GroenLinks):

Binnenkort ontvangen wij de ideeën van het kabinet over de stelselherziening. Bij nieuwe modellen van verzekeringssystemen dient de transparantie voor de burger centraal te staan. Wil de minister dit element apart meenemen in haar standpunten over het stelsel van de toekomst?

Minister Borst-Eilers:

Als een nieuw stelsel voor ziektekostenverzekeringen in Nederland wordt ingevoerd, is voorlichting aan burgers over o.a. de geldstromen daaraan onverbrekelijk verbonden.

Mevrouw Hermann (GroenLinks):

Dit is niet helemaal een antwoord op mijn vraag. Ik vroeg of u in uw standpunt ten aanzien van het stelsel voor de toekomst die inzichtelijkheid wilt meenemen. Dit is van belang voor de gedachtebepaling van de burger over een nieuw stelsel.

Minister Borst-Eilers:

Een onverbrekelijke eis bij een ziektekostenstelsel waartoe collectief een verplichte premie wordt geheven en waar de overheid bemoeienis mee heeft, is dat de publieke en private geldstroom volstrekt gescheiden zijn, hetgeen door iedereen te controleren valt.

Naar boven