Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. twee brieven van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling dat zij in haar vergadering van 21 november 2000 de haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstellen van wet, gedrukt onder de nummers 26975 en 26732 heeft aangenomen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

2 de volgende brieven:

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten;

  • een, ten geleide van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol; Chisinau, 3 juli 2000 (27497);

  • een, ten geleide van het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Kazachstan inzake internationaal vervoer over de weg; Astana, 14 juni 2000 (27498);

een, van de staatssecretaris van Justitie, inzake Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht (Wet openstelling huwelijk) (26672, nr. 12);

een, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het parkeerbeleid (22383);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het verslag van een werkbezoek aan Zuid-Afrika (27400-VIII, nr. 42);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, inzake het kabinetsstandpunt inzake advies van de commissie mediaconcentraties (27087, nr. 3);

een, van de minister van Defensie, over de Hoorn van Afrika, de Nederlandse deelname aan UNMEE (22831, nr. 15);

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, inzake afspraken van de minister met de ANWB over rekeningrijden (27400-XII, nr. 43);

een, van de staatssecretaris van Economische Zaken, over de vuurwerkramp in Enschede (27157, nr. 12);

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Justitie, ten geleide van de voortgangsrapportage Beleidskader jeugdzorg 2001-2004 (27410, nr. 4).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, inzake locaties EU-agentschappen;

een, van de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, inzake invoeringsdatum nieuwe generatie reisdocumenten;

een, van de minister van Justitie, ten geleide van het IBO-rapport "Met raad en daad";

een, van de minister van Economische Zaken, ten geleide van de discussienota De economie van de 21ste eeuw;

een, van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, inzake waterbodem en baggerspecieverwerking, motie-Herrebrugh (26401, nr. 16);

drie, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, inzake vervolgonderzoek toezicht inzake gemeentelijke inkomensondersteuning;

  • een, ten geleide van de najaarsrapportage 2000;

  • een, ten geleide van het onderzoeksrapport "Kinderopvang alleenstaande ouders".

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

4. de volgende brieven:

een, van mr.ir. R.G.M. van Rooij, inzake rekeningrijden;

een, van E.A. Steenbergh, over Opta-willekeur;

een, van N.V. Samenwerkingen elektriciteitsproductiebedrijven, inzake behandeling Overgangswet Elektriciteitswet: amendement 33;

een, van C.J. Out, inzake wet "Ziekenfondsverzekering ook voor kleine zelfstandigen".

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies;

5. een brief van H. van Beek, inzake de jeugd en over de toekomst voor onze jongeren.

Deze brief ligt op de griffie ter inzage.

Naar boven