Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars teneinde kunstenaars met een eigen woning niet langer van een beroep op de Wet inkomensvoorziening kunstenaars uit te sluiten (27035), en over:

- de motie-Noorman-den Uyl c.s. over de aflossing van de ABW-krediethypotheek (27035, nr. 9).

(Zie vergadering van 23 mei 2000.)

De aanhef van artikel I en de onderdelen A t/m E worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Harrewijn (stuk nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel F wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen G t/m N worden zonder stemming aangenomen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Harrewijn (stuk nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel III wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen IIIA en IV en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Noorman-den Uyl c.s. (27035, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven