Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Blaauw.

De heer Blaauw (VVD):

Voorzitter! Namens de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat verzoek ik u na de extra procedurevergadering Voorzittervan hedenmorgen, om het net ontvangen Bereikbaarheidsplan Randstad aan te melden voor een zo spoedig mogelijk te houden plenair hoofdlijnendebat, omdat de minister op basis van het hoofdlijnendebat door moet gaan met het overleg in het veld.

De voorzitter:

Aangezien het een voorstel van de vaste commissie is, neem ik aan dat wij daarin zo snel mogelijk moeten voorzien. Ik zal de Kamer morgen een voorstel daarover doen.

Het woord is aan de heer Van Gijzel.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Voorzitter! Naar aanleiding van het algemeen overleg van vorige week over het Aanwijzingsbesluit Schiphol heeft de fractie van GroenLinks, met steun van de fractie van het CDA, gevraagd om plenaire afronding van het algemeen overleg. Die plenaire afronding staat voor morgenmiddag op de agenda. Tijdens dat algemeen overleg hebben wij als Partij van de Arbeid- en D66-fractie aanvullende informatie gevraagd. Aan het begin van deze vergadering hadden wij die nog niet ontvangen. Ik verzoek u de minister te vragen die stukken alsnog zo spoedig mogelijk aan de Kamer te doen toekomen, uiterlijk voor morgenochtend. Tegelijkertijd verzoek ik u te bevorderen dat de plenaire afronding pas donderdag zal plaatsvinden.

De voorzitter:

Dat laatste zal in een procedurevergadering van de vaste commissie moeten worden bepaald. Ik ben graag bereid onmiddellijk aan de minister door te geven dat wij die stukken, kan het zijn nog heden, bij de Kamer verwachten.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Dat lijkt mij prima. Dat was mijn eerste punt.

Mijn tweede punt betrof het moment waarop de plenaire afronding zal kunnen geschieden.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gijzel, de vaste commissies gaan over de tijdstippen van de plenaire afronding van algemene overleggen. Ik mag mij er, geloof ik, als voorzitter zelfs niet eens mee bemoeien, tenzij u mij dwingt.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Dan versta ik mij wel met de voorzitter van de vaste commissie, maar ik wil in ieder geval gezegd hebben dat wij een probleem hebben met de plenaire afronding als die stukken er niet zijn.

De voorzitter:

Ik zal de plenaire afronding van dit AO in ieder geval van de agenda voor morgen afhalen. Het is natuurlijk heel goed mogelijk dat u naar aanleiding van de stukken nog een procedure moet afspreken, maar dat merk ik dan wel. Wij zullen er rekening mee houden dat de plenaire AO-afronding wel op de agenda moet staan.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Alvorens u een definitief besluit neemt op basis van het verzoek van collega Van Gijzel, dat ik op zichzelf niet wil dwarsbomen, wil ik gezegd hebben dat de minister in het algemeen overleg op begrijpelijke gronden heeft verzocht om de plenaire afronding ervan zo snel mogelijk te doen plaatsvinden, omdat de afwikkeling van dit onderwerp een bepaalde mate van urgentie heeft. Het zou mij een lief ding waard zijn als wij dat konden plooien.

De voorzitter:

Het een hoeft niet in strijd te zijn met het ander. Er lijkt mij des te meer reden voor de minister te zijn om de stukken nog vandaag hier te doen bezorgen.

Het woord is aan de heer Crone.

De heer Crone (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! Ik zou graag aan het kabinet, maar in het bijzonder aan de minister van Economische Zaken willen vragen of zij bereid is op te treden in de markt van autobrandstoffen dan wel bereid is de Nederlandse mededingingsautoriteit te vragen onderzoek te verrichten naar de benzineprijzen, omdat het ernaar uitziet dat de oliemaatschappijen met elkaar afspraken hebben gemaakt om de benzineprijzen in dit land hoger te houden dan in omringende landen. Het prijsverschil met omringende landen loopt op van 5 tot zelfs 13 cent.

De voorzitter:

Ik geloof niet dat wij dat op dit moment allemaal willen weten. Wat wilt u van de minister?

De heer Crone (PvdA):

Ik wil vragen of zij in een brief wil melden of zij bereid is daartegen op te treden dan wel de NMA te vragen dat te doen.

De heer Hillen (CDA):

Voorzitter! Ik wil dit verzoek graag ondersteunen en daaraan de vraag toevoegen of de mededingingsautoriteit er ook de overheid bij wil betrekken.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter! De overheid heeft haar prijsaandeel, het accijnsbedrag, met geen cent verhoogd.

De voorzitter:

Mijnheer Crone, de heer Hillen weet heel goed dat hij een vraag aan u stelt die hij op dit moment helemaal niet aan u moet stellen.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter! Ik wil alleen maar even melden dat wij hedenochtend schriftelijke vragen hebben gesteld over dit onderwerp, maar niet specifiek over dit aspect. Wij zouden het in ieder geval zeer op prijs stellen als beide zaken gelijktijdig worden beantwoord.

De voorzitter:

Dat lijkt mij nuttig en de heer Crone zal dat met mij eens zijn!

De heer Crone (PvdA):

Ik ga daar graag mee akkoord, want ook dat punt zit ons hoog!

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hessing.

De heer Hessing (VVD):

Mevrouw de voorzitter! Op 20 april jl. hebben wij een algemeen overleg gehad met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over de onderhandelingen in het kader van het ACP-verdrag. Ik zou het verslag van dat overleg graag op de agenda willen hebben, zo mogelijk nog deze donderdag, maar anders de volgende week.

De voorzitter:

Ik zal op een later tijdstip een voorstel doen.

Het woord is aan de heer Van der Steenhoven.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Wij hebben een algemeen overleg gehad over de afbouw van Dodewaard en de transporten naar Sellafield. Ik zou het verslag van dit overleg graag geagendeerd zien voor de plenaire vergadering, het liefst nog deze week, omdat er binnenkort een conferentie wordt gehouden waarop ook over deze materie wordt gesproken en wij de minister graag een boodschap mee willen geven.

De voorzitter:

Wat is binnenkort?

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Begin juni!

De voorzitter:

Ik zal op een later tijdstip daartoe een voorstel doen.

Voordat wij overgaan tot de stemmingen, deel ik u mee dat de Eerste Kamer verleden week het initiatiefontwerp inzake belaging heeft aanvaard. Ik dank de collega's Dittrich, Swildens en O.P.G. Vos.

(Applaus)

Naar boven