Aan de orde zijn de stemmingen over vijf moties, ingediend tijdens het debat over de jeugdzorg, te weten:

- de motie-Arib/Ravestein over instelling van een kinderombudsman (26816, nr. 7);

- de motie-Arib over uitbreiding van het aantal diagnostische centra (26816, nr. 8);

- de motie-Van Gent over de opvang van licht verstandelijk gehandicapten (26816, nr. 10);

- de motie-Van Gent over verhoging van de lonen in de jeugdhulpverlening (26816, nr. 11);

- de motie-Örgü/Eurlings over de nieuwe normprijs LWRV-A (26816, nr. 12).

(Zie vergadering van 9 mei 2000.)

De voorzitter:

Mevrouw Van Gent houdt haar moties (26816, nrs. 10 en 11) aan.

In stemming komt de motie-Arib/Ravestein (26816, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SGP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Arib (26816, nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Örgü/Eurlings (26816, nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven