Vragen van het lid Oedayraj Singh Varma aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over de mogelijk "onrechtmatige" wijze waarop de screening van nieuw personeel voor de politie plaatsvindt.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Voorzitter! Het onderwerp screening van politieagenten is bijzonder weerbarstig. De fractie van GroenLinks wil duidelijkheid en zorgvuldigheid. In september 1999 meldt de Registratiekamer illegale screeningpraktijken van aspirant-personeelsleden bij de politiekorpsen. De fractie van GroenLinks heeft daarover Kamervragen gesteld. De minister antwoordt daarop dat de korpsen zich aan de regels moeten houden. De BVD krijgt een grotere rol bij de onderzoeken. Ook de eigen onderzoeken van de korpsen gaan onder de verantwoordelijkheid van de BVD vallen.

Eind april stuurt de Registratiekamer een brandbrief, omdat de illegale screening van alle aspirant-politiefunctionarissen, ook van tijdelijk personeel, gewoon doorgaat en verschijnen er berichten in de kranten, dat de milieuonderzoeken zich uitstrekken tot de wijde kennissenkring, inclusief sport- en muziekvereniging. De fractie van GroenLinks staat op het standpunt dat de illegale screening moet stoppen. De integriteit van de politie moet gewaarborgd blijven. Uitbreiding van het aantal vertrouwensfuncties is een optie, maar moet wel volgens de regels van het spel gaan. Wat is de minister van plan hieraan te doen?

Wie moeten er gescreend worden? De praktijk is weerbarstig. Moeten zelfs tijdelijke receptionisten een milieuonderzoek ondergaan? Is het nodig telefonisten, tijdelijk of niet tijdelijk, receptionisten, tijdelijk of niet tijdelijk, aan zo'n uitgebreid onderzoek te onderwerpen? De politiechefs en de bonden zijn ontevreden over de regeling, zo blijkt uit de radio-uitzending van vanmorgen. De heer Van Duijn van de Politiebond zegt zelfs dat het een buitengewoon domme regeling is. Wat vindt de minister van deze uitspraak van de heer Van Duijn? Is het echt nodig dat de BVD meedoet aan deze onderzoeken? De BVD is niet transparant, nauwelijks controleerbaar. De politie kan dat onderzoek zelf doen en heeft het ook jarenlang gedaan! Zij heeft jarenlang bewezen dat zij dit onderzoek kan doen. Kan de minister aangeven dat de politie het jarenlang niet goed heeft gedaan? Bovendien opereert de politie toch in een open en democratisch staatsbestel en niet onder verantwoordelijkheid van een geheime dienst?

De voorzitter:

Wilt u afronden? U bent al over uw spreektijd van twee minuten heen.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Ik heb nog twee kleine vraagjes. De regeling is niet eenduidig en wordt in de praktijk niet eenduidig uitgevoerd. Hoever mag het onderzoek gaan? Gaat het om het gezin?

De voorzitter:

U mocht nog twee korte vragen stellen, zo hadden wij afgesproken.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Mijn laatste vraag is heel belangrijk. Het gaat over de vrijwillige toestemming die de aspirant geeft om een onderzoek te laten plaatsvinden. Het onderzoeksresultaat is niet openbaar. Welke...

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Welke waarborgen kan de minister geven...

De voorzitter:

Nee, mevrouw Varma, dit hebben wij niet afgesproken. Iedereen moet zich aan de tijd houden, ook u.

Minister De Vries:

Mevrouw de voorzitter! De materie die mevrouw Varma aan de orde stelt, is nog geen drie weken geleden uitgebreid aan de orde geweest in een algemeen overleg, waarbij zij ook aanwezig was. In dat overleg was meer specifiek een brief aan de orde die mijn collega van Justitie, de heer Korthals, en mijn ambtsvoorganger, de heer Peper, op 20 januari naar de korpsen gestuurd hebben, waarin een nieuwe gedragslijn stond over de screening in verband met vertrouwensfuncties.

Die brief is natuurlijk ook naar de Kamer gestuurd en op 12 april jl. in het algemeen overleg behandeld. Ik heb tijdens dat overleg niet gehoord dat mevrouw Varma tegen die regeling bezwaar aantekende. Zij reageert kennelijk op een bericht in De Telegraaf dat suggereert dat het nog niet allemaal perfect gaat. Dat behoeft ook geen verbazing te wekken. Ik heb in het algemeen overleg ook aangegeven dat de implementatie na de instemming van de vaste commissies voor Justitie en BZK met de beleidslijn direct aan de orde zal zijn. Zoals de collega van Justitie en mijn ambtsvoorganger al hadden aangegeven, zal het natuurlijk enige tijd duren voordat die nieuwe beleidslijn inderdaad volledig geïmplementeerd is. Mijn ambtsvoorganger en mijn collega hadden het over medio 2001. Dat is allemaal vervat in de brief aan de Kamer.

Inmiddels is ook aan de korpsen duidelijk gemaakt dat, ondanks de bezwaren die zij op dit gebied meenden naar voren te moeten brengen, dit de lijn is die wij gezamenlijk zullen implementeren. Ik ben voornemens om daar gezamenlijk met de korpsen aan te werken en om eventuele problemen die wij ondertussen nog zullen tegenkomen, dan ook proberen op te lossen. De inzet daarbij is een betere procedure en het doel is het handhaven van de integriteit van de Nederlandse politiekorpsen.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Voorzitter! De minister zegt dat ik niet gereageerd heb. Dat is niet waar. Ik heb zelfs twee keer schriftelijke vragen gesteld en ik heb tijdens dat algemeen overleg aangegeven dat er geen reden wordt gegeven als iemand een afwijzing krijgt. Ik heb de minister gevraagd om de zorgvuldigheid te waarborgen bij het afwijzen van een sollicitant. Een sollicitant krijgt namelijk een heel vage afwijzing, waarbij niet duidelijk wordt aangegeven welke mogelijkheden hij of zij heeft om in beroep te gaan of bezwaar aan te tekenen. Er is een theoretische mogelijkheid, maar waarop is die mogelijkheid gebaseerd als niet daadwerkelijk wordt aangegeven bij welke instantie de betrokkene in beroep kan gaan? Is de minister bereid een regeling te maken waarin de rechtspositie van sollicitanten bij een afwijzing wordt geregeld?

Minister De Vries:

Mevrouw de voorzitter! Het is mij bekend dat mevrouw Varma hierover een aantal malen vragen heeft gesteld, maar voorzover mij bekend is, zijn die vragen ook beantwoord.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Nee, niet op dit punt. Absoluut niet!

Minister De Vries:

Tijdens het overleg heeft mevrouw Varma ook een aantal vragen gesteld. Die heb ik eveneens beantwoord.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Nee, de minister heeft geen antwoord gegeven op deze vraag. Ik vraag het hem dus nogmaals. Hij heeft iedere keer ontwijkend op deze vraag geantwoord. Het gaat mij om het volgende. Als mensen solliciteren en een afwijzing krijgen op een vage grond, als zij bijvoorbeeld te horen krijgen dat het niet aan hen ligt maar aan hun omgeving, hoe moeten mensen daar dan tegen in beroep gaan? Er moet toch een regeling zijn? Mensen moeten toch in beroep kunnen gaan? Zij hebben immers recht op een goed onderbouwde afwijzing.

Minister De Vries:

Ja natuurlijk. Maar er is in Nederland op elk gebied waarbij bestuurlijke organen beslissingen nemen die de rechtspositie van een burger betreffen, een beroepsgang mogelijk.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Dit antwoord wordt iedere keer door de minister gegeven. Hij gaat echter niet in op de specifieke kwestie. Mensen krijgen een vage afwijzing nadat een onderzoek naar hun milieu is verricht. Zij krijgen te horen dat het niet aan hen ligt, maar dat er ergens in hun milieu een probleem is. De rechtsgang wordt daardoor bemoeilijkt. Mensen stappen daarmee niet naar de rechter. Ik vraag de minister derhalve om de rechtspositie van mensen te waarborgen en te zorgen voor een goede regeling, zodat mensen die een afwijzing krijgen, ook in beroep kunnen gaan.

Minister De Vries:

Voorzitter! Ik doe mevrouw Varma het volgende voorstel. Ik zal de Kamer nog eens inlichten over de specifieke mogelijkheden op dit gebied. Dan kunnen wij eventueel gezamenlijk nagaan of dat adequaat is.

Naar boven