Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, donderdag bij het begin van de vergadering te behandelen de wetsvoorstellen:

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 1998 (slotwet) (26610);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1998 (slotwet) (26611);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 1998 (slotwet) (26609);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1998 (slotwet) (26612);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 1998 (slotwet) (26614);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A, voor het jaar 1998 (slotwet) (26618);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 1998 (slotwet) (26623);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het gemeentefonds voor het jaar 1998 (slotwet) (26619);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het provinciefonds voor het jaar 1998 (slotwet) (26620);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 1998 (slotwet) (26652);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 1998 (slotwet) (26654);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1998 (slotwet) (26653);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1998 (slotwet) (26546);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1998 (slotwet) (26648);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Hoge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin (II) voor het jaar 1998 (slotwet) (26649);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken (IV) voor het jaar 1998 (slotwet) (26650);

  • - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1998 (slotwet) (26651);

  • en de daarbij behorende financiële verantwoordingen over het jaar 1998.

Ik stel voor, donderdag bij het begin van de vergadering te behandelen:

  • - het wetsvoorstel Intrekking van de Wet van 26 mei 1870 tot regeling van het onderwijs van Rijkswege in de beeldende kunsten (Stb. 78) (26843).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor de volgende week het afsluitende debat over Uitvoering aanbevelingen enquêtecommissie opsporingsmethoden (26269), met maximumspreektijden van 10 minuten voor PvdA, VVD en CDA, 7 minuten voor D66 en GroenLinks en 5 minuten voor de overige fracties.

Op advies van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid stel ik voor, hedenavond een debat te houden over de situatie die is ontstaan in het overleg tussen het kabinet en de Stichting van de Arbeid. Ik zou kunnen voorstellen te werken met maximumspreektijden van 5 minuten per fractie. Dat lijkt mij echter nogal ingewikkeld, omdat in het advies ook besloten ligt dat het debat zich dient te beperken tot procedurele aspecten, dus dat men niet op de inhoud moet ingaan. Het is nogal moeilijk 5 minuten alleen over procedures te praten. Om de fracties tegen zichzelf te beschermen, is het misschien verstandiger om iets van die 5 minuten per fractie af te doen.

Ik geef het woord aan de fungerend voorzitter van de vaste commissie, mevrouw Bijleveld-Schouten.

Mevrouw Bijleveld-Schouten (CDA):

Voorzitter! Wij hebben vanmorgen in de procedurevergadering afgesproken dat wij maximaal 5 minuten per fractie spreken, gekoppeld aan het idee dat er alleen over procedurele aspecten zal worden gesproken.

De voorzitter:

Wij kunnen het eens proberen vanavond!

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter! Is het mogelijk dat er moties worden ingediend waarover direct gestemd zal moeten worden?

De voorzitter:

Ik kan mij dat bijna niet voorstellen.

Mevrouw Giskes (D66):

Wij stemmen vanavond dus niet, ook al wordt er een motie ingediend?

De voorzitter:

Degene die de interpellatie oorspronkelijk aanvroeg, gaat ervan uit dat er aanstaande dinsdag gestemd kan worden, mocht dat nodig zijn.

Ik stel voor, dinsdag 7 december te stemmen over de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de daarbijbehorende moties, alsmede over de moties behorende bij de Zorgnota 2000.

Het Presidium heeft de termijn waarbinnen de verslagen omtrent de suppletore begrotingen, samenhangende met de Najaarsnota 1999, moeten worden vastgesteld, bepaald op dinsdag 7 december te 12.00 uur. De beantwoording van de vragen dient plaats te vinden uiterlijk vrijdag 10 december. De plenaire behandeling kan dan plaatsvinden in de laatste vergaderweek voor het kerstreces.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 13 december 1999:

  • - van 11.00 uur tot 14.00 uur van de vaste commissie voor Economische Zaken over het Fonds economische structuurversterking voor 2000 (26800-D);

maandag 14 februari 2000:

  • - van 11.15 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Defensie over de Defensienota.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Ross-van Dorp.

Mevrouw Ross-van Dorp (CDA):

Voorzitter! Ik vraag u het verslag van het algemeen overleg dat gisteren is gehouden over medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer hierover een voorstel doen. Het zal volgende week worden, neem ik aan.

Het woord is aan mevrouw Van Vliet.

Mevrouw Van Vliet (D66):

Voorzitter! De problematiek met psychisch gestoorden in crisissituaties lijkt niet op zichzelf te staan. Zowel afgelopen dinsdagnacht als vannacht heeft de Amsterdamse politie hard moeten optreden om twee verschillende psychisch gestoorde mensen die veel overlast veroorzaakten en een gevaar voor zichzelf leken te zijn, op te pakken. Zonder inhoudelijk op de zaak in te gaan, merk ik op dat het de fractie van D66 heeft verbaasd dat in beide gevallen geen psychische hulpverlening ter plekke was. Mijn fractie is dan ook van mening dat er haast geboden is om te bezien waarom de afstemming tussen politie, justitie en geestelijke gezondheidszorg bij het optreden in dergelijke crisissituaties faalt. Dit overstijgt het gemeentelijk niveau, gezien de rol van politie, justitie, de Wet BOPZ, de beleidsvisie GGZ en de extra gelden die bij de algemene politieke beschouwingen zijn uitgetrokken voor eerstelijns geestelijke gezondheidszorg.

Wij vragen dan ook op korte termijn een brief van de bewindslieden van Justitie en Volksgezondheid, die een heldere visie schetst op hoe om te gaan met psychisch gestoorde mensen in crisissituaties, op welke wijze afstemming dient plaats te vinden tussen politie, justitie en geestelijke gezondheidszorg en hoe de opvang dient plaats te vinden zowel in het kader van de Wet BOPZ, als in acute crisissituaties.

Mevrouw Van der Hoek (PvdA):

Voorzitter! De PvdA-fractie maakt zich eveneens zorgen over deze situatie en wil graag het verzoek van D66 steunen.

De voorzitter:

Voordat u dat allemaal gaat zeggen, wijs ik erop dat we hadden afgesproken dit niet meer te doen. Alleen als u het er niet mee eens bent, meldt u zich.

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Ik neem aan dat wij dan het gewenste antwoord zullen krijgen of op z'n minst in eerste instantie de brief.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel u nog mede, dat wij nu verdergaan met de behandeling van het wetsvoorstel inzake de afschaffing van de omroepbijdrage, dat wij daarna de heropening VROM doen en dat wij, nadat dat de heropening VROM is afgelopen, stemmen over het belastingplan 2000 en over het wetsvoorstel inzake de afschaffing van de omroepbijdragen.

Ik kan u niet precies voorspellen op welk tijdstip dat zal zijn, maar dan weet u in ieder geval wat de orde is en de afhandeling.

Naar boven