Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 29 november 1999:

  • - van 11.15 uur tot 17.30 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over de nota Belvedère (Cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting) (26663);

maandag 14 februari 2000:

  • - van 11.15 uur tot 17.30 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over de nota Uitbreiding tegemoetkoming studiekosten (Meer voor meer) (26662);

maandag 21 februari 2000:

  • - van 11.15 uur tot 17.30 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over de nota Toezicht op het onderwijs (Variëteit en waarborg) (26572).

Mij is gebleken dat er behoefte is aan een korte heropening ofwel derde termijn bij de moties inzake de Waddenzee.

Ik stel voor, dit aansluitend aan de geagendeerde stemmingen te doen plaatsvinden en aansluitend aan die heropening te stemmen over de Waddenzeemoties. Ik stel voor, spreektijden toe te staan van 2 minuten.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Mijn fractie verzoekt de minister van VROM om een brief over de ernstige beschuldigingen aan zijn adres in Vrij Nederland van 13 november jl., onder de kop "Jan Pronk loog over ontslagen directeur". De minister heeft eind oktober in NOVA verklaard dat bij de directeur van de dienst recherchezaken belangenverstrengeling is geconstateerd en dat hij daarom is ontslagen. Maar volgens het artikel van Vrij Nederland is deze directeur eervol ontslag verleend, met een kostenplaatje dat kan oplopen tot 2 mln. Tevens zouden er op het ministerie van VROM andere bijklussende topambtenaren zijn, die met naam en toenaam worden genoemd in dat artikel.

De voorzitter:

De regeling van werkzaamheden is niet voor een inhoudelijke beoordeling.

De heer Poppe (SP):

Dit was de inleiding voor mijn vraag. Daarom zouden wij graag binnen een week een reactie krijgen van de minister op deze beschuldigingen in genoemd weekblad.

De voorzitter:

U weet dat hierover schriftelijke vragen zijn gesteld door mevrouw Van der Hoeven en de heer Van Wijmen van het CDA.

De heer Poppe (SP):

Het is nog veel erger, ik heb ze zelfs bij me.

De voorzitter:

Ik ook.

De heer Poppe (SP):

Zij gaan over uitspraken in NOVA. Dit artikel in Vrij Nederland is daarna gekomen en dat is heel anders dan wat er in NOVA is gezegd. Daarom moet er nu duidelijkheid komen, zeker omdat er ook namen van ambtenaren worden genoemd.

De voorzitter:

Ik begrijp het helemaal.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Wij vragen tegelijkertijd of de vragen van mevrouw Van der Hoeven en de heer Van Wijmen beantwoord kunnen worden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Poppe (SP):

Ik voeg eraan toe dat bij die brief ook de beantwoording van de CDA-vragen meegenomen kan worden.

De voorzitter:

Ja, dat zei ik net.

De heer Poppe (SP):

Dat hoorde ik niet.

De voorzitter:

U zou uw collega's eens toe moeten spreken dat zij wat rustiger moeten zijn.

De heer Poppe (SP):

Dat zou kunnen, maar dat doet u al uitstekend.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de heer Nicolaï.

De heer Nicolaï (VVD):

Voorzitter! De VVD-fractie wil graag het verslag van het algemeen overleg van 28 september jl. over geweld op scholen op de plenaire agenda geplaatst zien.

Mevrouw Van der Hoeven (CDA):

Er is een brief ontvangen met antwoorden op vragen die tijdens dat AO zijn gesteld. Ik vraag u daarop terug te komen in de procedurevergadering van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen aanstaande donderdag, zodat wij kunnen kijken wat wij ermee doen.

De heer Nicolaï (VVD):

De VVD-fractie heeft het verzoek om het verslag op de plenaire agenda te zetten af laten hangen van die brief, die voor ons juist de aanleiding is om dit te vragen. Ik heb er geen bezwaar tegen om dit met deze intentie in de procedurevergadering te bespreken, als daar de voorkeur aan wordt gegeven.

De voorzitter:

Als ik de voorzitter van de vaste commissie goed begrijp, willen misschien wel meer leden iets over die brief zeggen. Misschien moeten wij inderdaad even wachten tot die procedurevergadering is geweest, voordat ik de Kamer een voorstel doe voor plaatsing op de agenda.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Swildens.

Mevrouw Swildens-Rozendaal (PvdA):

Voorzitter! Wederom werden wij geconfronteerd met berichten in de media en van de Consumentenbond over het vrijkomen van weekmakers, de zogenaamde ftalaten, uit kinderspeelgoed. Het gaat hierbij om pvc's die ernstige schade aan nieren en lever kunnen aanrichten en kanker aan geslachtsorganen kunnen veroorzaken. Ze zitten in speelgoed waarop wordt gesabbeld, bedoeld voor juist de allerkleinsten: baby's en peuters onder de drie jaar. Te denken valt aan fopspenen en bijtringen. De VoorzitterEuropese Commissie heeft een voorstel ingediend tot wijziging van de richtlijn, bedoeld om het op de markt brengen van deze artikelen te beperken, maar het is bekend dat de goedkeuring en implementatie van een richtlijn de nodige tijd kost. Daarom stelt de Europese Commissie, gezien de ernst van de zaak, een onmiddellijk verbod voor. Dit voorstel wordt aanstaande maandag 22 november door de lidstaten besproken in het Committee of Product Safety Emergencies, zeg maar het "comité voor noodgevallen". Mijn fractie vindt dat Nederland een signaal moet afgeven en daarom moet Nederland voor dat verbod stemmen.

Ik vraag toestemming tot interpellatie van minister Borst aangaande het Nederlandse stemgedrag. Ik wil benadrukken dat ik dit verzoek bij hoge uitzondering doe. Wij hebben kennisgenomen van het standpunt van de minister, namelijk om een en ander te regelen via de Warenwet: in de Warenwet zouden de maximale waarden worden vastgesteld van de ftalaten die bij het sabbelen kunnen vrijkomen en kunnen worden opgenomen. Wij hebben het gevoel dat de minister niet op onze lijn zit. Wij willen daarom hierover met haar van gedachten wisselen en haar meegeven dat een verbod op zijn plaats is, omdat het hierbij om kwetsbare kleine kinderen gaat.

Mevrouw Eisses-Timmerman (CDA):

Voorzitter! Mijn fractie ondersteunt dit voorstel.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter! Mijn fractie ondersteunt dit voorstel ook.

De heer Patijn (VVD):

Voorzitter! Ik kan de inhoud en de urgentie van het verzoek van mevrouw Swildens niet beoordelen. Wel wil ik een algemene opmerking maken. Het gaat hierbij om een voorlopige voorziening, te nemen in een uitvoerend comité van de EU. Er zijn ongeveer 300 van dergelijke uitvoerende comités, die maandelijks tientallen besluiten nemen om voorlopige voorzieningen te treffen voor zaken die bij het bestuur van de Europese rechtsorde aan de orde zijn. Ik wil niet in uw beslissing treden om een interpellatie toe te staan, maar als wij de weg opgaan dat de Kamer vooraf alle besluiten van die uitvoerende comités moet controleren, dan wens ik u en mijzelf veel geluk. Ik wil dit signaleren en er bij u aandacht voor vragen om in de commissie voor de Werkwijze der Kamer de vraag aan de orde te stellen op welk niveau en met welke mate van indringendheid en gedetailleerdheid wij vooraf de regering moeten controleren als deze meewerkt aan Brusselse uitvoeringsbesluiten. Hieraan zitten immers constitutionele en praktische kanten.

Mevrouw Swildens-Rozendaal (PvdA):

Voorzitter! Juist daarom sprak ik nadrukkelijk uit dat het om een verzoek bij zeer hoge uitzondering gaat. Het mag immers geen gewoonte worden; daarin geef ik de heer Patijn groot gelijk. Maar het gaat hier om het voorkomen van risico's voor de allerkleinsten, de zeer kwetsbare peuters, en daarom vinden wij een direct ingrijpen en een snel verbod gerechtvaardigd.

De voorzitter:

Als ik het goed heb begrepen, stelt mevrouw Swildens de Kamer voor om tot een standpunt te komen over een voorziening; ook wil zij de minister tijdens een interpellatie vragen stellen. Wij zullen zo snel mogelijk een tijdstip voor de interpellatie trachten te vinden. Ik zal de Kamer hieromtrent later een voorstel doen. Wel neem ik graag het voorstel van de heer Patijn ter harte: zowel in de commissie voor de Werkwijze der Kamer als wellicht ook in de algemene commissie voor Europese Zaken zal eens aan de orde moeten komen hoe in het algemeen met deze kwesties moet worden omgegaan.

Het woord is aan de heer Blaauw.

De heer Blaauw (VVD):

Mevrouw de voorzitter! De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft in een extra procedurevergadering besloten om morgenmiddag een algemeen overleg te houden met de minister van Verkeer en Waterstaat naar aanleiding van de ontwikkelingen omtrent de exploitatie van de HSL-Zuidlijn. Enkele woordvoerders hebben inmiddels aangegeven het verslag van dit algemeen overleg op de agenda van de plenaire vergadering te willen zetten en wel voor donderdag aanstaande 17.00 uur. De reden voor dit tijdstip is dat op dat moment de deadline verloopt die de regering en de NS met elkaar hebben afgesproken.

De voorzitter:

Ik hoor wel of men mij dit verzoek daadwerkelijk doet. Op een later tijdstip zal ik hierover eventueel een voorstel doen.

Het woord is aan de heer Rabbae.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! De minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft tijdens een algemeen overleg in juni de toezegging gedaan de Kamer binnen twee weken een brief te doen toekomen over het onderwerp migratie en ontwikkeling. De Kamer heeft deze brief nog niet ontvangen. Ik verzoek u daarom de minister te vragen haar toezegging alsnog na te komen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven