13de vergadering

Dinsdag 13 oktober 1998

14.00 uur

Voorzitter: Van Nieuwenhoven

Tegenwoordig zijn 139 leden, te weten:

Van den Akker, Albayrak, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Arib, Atsma, Augusteijn-Esser, Bakker, Balemans, Balkenende, Barth, Van Beek, Belinfante, Van den Berg, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Blok, De Boer, Bolkestein, Van Bommel, Bos, Brood, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone, Van Dijke, Dijkstal, Dittrich, Van den Doel, Van Dok-van Weele, Duijkers, Duivesteijn, Eisses-Timmerman, Eurlings, Feenstra, Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, De Haan, Halsema, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hessing, Hillen, Van der Hoek, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, De Hoop Scheffer, Kamp, Kant, Karimi, Klein Molekamp, Van der Knaap, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Leers, Luchtenveld, Marijnissen, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Melkert, Middel, Van Middelkoop, Nicolaï, Niederer, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oplaat, Örgü, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, Patijn, Poppe, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Reitsma, Remak, Van 't Riet, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Ross-van Dorp, Rouvoet, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Schreijer-Pierik, Schutte, Smits, Spoelman, Van der Staaij, Van der Steenhoven, Stellingwerf, Stroeken, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Timmermans, Udo, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Vendrik, Verbugt, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, Van Vliet, Voorhoeve, M.B. Vos, Voûte-Droste, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, Wilders, De Wit, Witteveen-Hevinga, Van Zijl, Zijlstra en Van Zuijlen,

en de heren Kok, minister-president, minister van Algemene Zaken, Van Aartsen, minister van Buitenlandse Zaken, De Grave, minister van Defensie, mevrouw Netelenbos, minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Jorritsma-Lebbink, vice-minister-president, minister van Economische Zaken, de heren Apotheker, minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Van Boxtel, minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, G.M. de Vries, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ybema, staatssecretaris van Economische Zaken, mevrouw Faber, staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, en de heer Hoogervorst, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

De Graaf, wegens ziekte;

Kalsbeek-Jasperse, wegens ziekte, ook morgen;

Biesheuvel, wegens ziekte, de gehele week;

Gortzak, wegens bezigheden elders;

Noorman-den Uyl en Rehwinkel, wegens bezigheden elders, alleen voor de avondvergadering;

Dijksma, wegens verblijf buitenslands;

Van Oven, wegens verblijf buitenslands, alleen voor de avondvergadering;

Dankers, wegen familieomstandigheden, de gehele week.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ingekomen zijn twee beschikkingen van de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin zij mededeling doen van aanwijzingen van leden en plaatsvervangende leden van de Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie en van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad.

Ik stel voor, deze beschikkingen voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De overige ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Geachte medeleden! Zaterdag was ik met velen van u aanwezig bij de uitvaartdienst in Vianen en de crematie in Utrecht van het oud-lid van onze Kamer, Margreet Kamp. Haar vertrek uit de Kamer ligt nog zo kort achter ons en de herinneringen die wij aan haar hebben, zijn zo rijk en veelzijdig, dat ik haar ook hier wil herdenken.

Margreet Kamp was met enkele korte onderbrekingen sinds 1982 lid van de Kamer tot de verkiezingen van dit jaar. Zij was woordvoerder op de terreinen volksgezondheid, onderwijs en sociale zaken, en voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Zij was de laatste jaren een actief en creatief lid van het Presidium. Bij haar afscheid heeft mijn voorganger haar een koninklijke onderscheiding mogen uitreiken en haar onafhankelijke, dualistische opstelling genoemd en de stevigheid van haar stellingname. Velen van ons zullen zich dat ook herinneren. Dure woorden, dure titels en dure rapporten konden haar niet imponeren, wogen in ieder geval niet op tegen eigen levenservaring en gezond verstand.

Wij misten haar toen zij ziek werd en wij misten haar toen zij niet meer kandidaat wilde zijn en wij missen haar nu haar ziekte haar voor altijd van ons heeft weggehaald. Maar degenen onder ons die haar gekend hebben, voelen zich ook bevoorrecht, omdat zij vertrouwen uitstraalde in het vermogen van mensen om problemen op te lossen, buiten de politiek en in de politiek.

Ik wens allen die haar dierbaar en verwant waren, sterkte, en ik verzoek u enkele momenten stil te zijn om Margreet Kamp te herdenken.

(De aanwezigen nemen staande enkele ogenblikken stilte in acht.)

Naar boven