Vragen van het lid Buijs aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het faillissement van Madido.

De heer Buijs (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Er zijn in dit land enkele tienduizenden doven en doofblinden. Deze categorie patiënten heeft vaak, zeker bij officiële gebeurtenissen, een doventolk of een tolk gebarentaal nodig. Ik denk dan aan een bezoek aan de huisarts, sollicitaties etc. Nu is er in dit land de stichting Madido, Maatschappelijke dienstverlening doven. Die exploiteert tot 1 juli een service tolkendiensten ten gerieve van de tienduizenden doven en doofblinden.

Wat is het geval? Per 1 juli a.s. zal deze poot tolkendiensten van de stichting Madido failliet zijn. Dat betekent dat er vanaf 1 juli geen voorziening meer zal zijn voor de tienduizenden doven en doofblinden in dit land voor tolken met gebarentaal. Kortom, er is een acute noodsituatie. Dat leidt tot de volgende vragen aan de staatssecretaris.

Ik vraag de staatssecretaris of het in algemene zin niet wenselijk is dat de doventolk een basisvoorziening wordt in het belang van het algemeen welzijn van doven. Ik verzoek de staatssecretaris een meer actieve rol te spelen bij het garanderen van tolkendiensten, ook na 1 juli a.s. Zij moet niet blijven wachten op goede initiatieven vanuit de sector. Moet de dienst doventolken eigenlijk wel onderhevig zijn aan marktwerking? Wat wil en kan de staatssecretaris doen aan het grote tekort aan doventolken? Op dit moment zijn er ongeveer 100 doventolken. Eigenlijk zouden dat er vijf tot tien keer zoveel moeten zijn. Er zijn nu reeds lange wachttijden. De instroom bij de opleiding tot doventolken blijft sterk achter.

Staatssecretaris Vliegenthart:

Mevrouw de voorzitter! De heer Buijs memoreert terecht dat doven voor hun maatschappelijk functioneren gebruik moeten maken van doventolken. Vanochtend heeft men in de krant kunnen lezen dat de stichting Madido failliet is gegaan.

Ik wil kort iets zeggen over de achtergrond en de geschiedenis op dit punt. In het verleden werd de doventolkvoorziening gefinancierd vanuit de AAW. De stichting Madido had een monopoliepositie op dit vlak. Staatssecretaris Linschoten heeft destijds, juli 1995, bepaald dat er meer aanbieders in aanmerking zouden moeten kunnen komen bij het leveren van deze diensten. In het dagblad Trouw van hedenochtend werd gemeld dat een aantal ontevreden doventolken in 1997 een eigen doventolkvoorziening heeft opgericht. Dat is dus een concurrent van Madido. Wij moeten vaststellen dat in 1998 de stichting Madido nog 50% van de tolkenuren heeft verzorgd. Oorspronkelijk was dat 100%. Men heeft dan ook verzuimd de eigen organisatie aan de veranderende omstandigheden aan te passen.

Per 1 juli 1998 is er een nieuwe regeling van kracht geworden. Dat hing samen met het opheffen van de oude AAW. De doventolkvoorziening in het kader van de leefsituatie is overgegaan naar een subsidieregeling van de Ziekenfondsraad. De doventolkvoorziening in het kader van de werksituatie wordt via de Wet REA uitgevoerd door het LISV. Per 1 januari jl. zijn zowel de oude als de nieuwe gevallen in de subsidieregeling van de Ziekenfondsraad ondergebracht.

De doventolkvoorziening wordt dus niet uitsluitend door de stichting Madido verzorgd, maar ook door VisiNet. Men kan ook gebruik maken van zelfstandig werkende doventolken. De regeling zit in feite zo in elkaar dat de cliënt zelf bepaalt van welke voorziening hij of zij gebruik wil maken. Men kan dus gebruik maken van een organisatie of van een zelfstandig werkende doventolk. Het subsidiegeld volgt de voorkeur van de cliënten.

Op dit moment is de stichting Madido voor de component die betrekking heeft op het doventolken failliet verklaard. Wij zullen ervoor moeten zorgen dat de doventolkvoorziening voor de mensen die ervan gebruik moeten maken rechtovereind blijft. De subsidieregeling van de Ziekenfondsraad maakt het in feite mogelijk dat mensen die diensten continueren. Ik ben dan ook voornemens om met spoed een brief te schrijven naar de Ziekenfondsraad en de zorgkantoren die de regeling uitvoeren met het verzoek om degenen die thans gebruik maken van de dienstverlening via Madido op de hoogte te brengen van de gewijzigde situatie en de wijze waarop men ook daarna gebruik kan blijven maken van die doventolkvoorziening. Het financiële probleem van de stichting mag natuurlijk niet het probleem worden van de individuele doven die gebruik moeten maken van deze voorziening.

Voorzitter! De heer Buijs vroeg of een dergelijke voorziening eigenlijk wel onderhevig moet zijn aan marktwerking. Ik wijs erop dat in het verleden is gediscussieerd over de mogelijkheid voor dove mensen om een eigen voorkeur te hebben waardoor zij dus ook moeten kunnen kiezen op welke wijze zij van die voorziening gebruik willen maken. Dat nu is gerealiseerd. Ik ben er voorstander van dat men zijn individuele voorkeur moet kunnen uiten, maar er moet natuurlijk wel altijd een basis blijven waarop men terug moet kunnen vallen. Daarom mijn verzoek aan de Ziekenfondsraad en de zorgkantoren om in ieder geval de individuele dove mensen zodanig te informeren dat zij weten waar zij terechtkunnen om gebruik te kunnen maken van die voorzieningen.

Ondanks het feit dat het niet onder mijn directe verantwoordelijkheid valt, maar een verantwoordelijkheid is van de Ziekenfondsraad, zal ik naar vermogen proberen te stimuleren dat er naar oplossingen gezocht wordt om dit probleem op te lossen.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter! Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoord. Nu is het in dit land zo dat het met spoed sturen van een brief aan de Ziekenfondsraad de acute situatie per 1 juli a.s. niet oplost. Ik zou haar daarom willen vragen of zij zich ook actief wil inzetten, via de inspectie of anderszins, om de zaak per 1 juli te garanderen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter! In de tweede plaats ben ik het eens met de staatssecretaris dat er een keuzevrijheid moet zijn voor doven en doofblinden. In aanvulling op Madido biedt VisiNet wel een keuze, maar er moet wel een voldoende keuze zijn. Er blijkt dat er in dit land maar zo'n 100 tolken zijn, terwijl er eigenlijk veel meer nodig zijn. Is de staatssecretaris bereid te bezien hoe zij de opleiding tot doventolk kan stimuleren?

De staatssecretaris heeft heel goed weergegeven hoe de ontwikkeling is geweest. Toch wil ik ervoor pleiten om de doventolk te rubriceren als een basisvoorziening. Een basisvoorziening geeft namelijk recht op een verstrekking; in dit kader is het onduidelijk of men per 1 juli op dit recht een beroep kan doen.

Staatssecretaris Vliegenthart:

Voorzitter! De heer Buijs vroeg ten eerste of ik meer wil doen dan alleen maar de Ziekenfondsraad aanspreken. Ik wil erop wijzen dat de Ziekenfondsraad primair verantwoordelijk is voor de uitvoering van de subsidieregeling. Ik zal de Ziekenfondsraad dus op zijn verantwoordelijkheid aanspreken en ervoor zorgen dat de partij die binnen het kader van de bestaande regelingen de verantwoordelijkheid heeft, die verantwoordelijkheid ook neemt.

Ten tweede vraagt de heer Buijs of de subsidieregeling die nu door de Ziekenfondsraad wordt uitgevoerd, een soort algemene verstrekking kan worden, bijvoorbeeld in het kader van de AWBZ. Ik wijs erop dat de regeling van de Ziekenfondsraad één bepaalde regeling is, namelijk de doventolkvoorziening in de leefsituatie. In de werksituatie en in de opleidingssfeer vindt een dergelijke regeling plaats op basis van de Wet REA. Ook dit is een subsidietitel voor de inkoop van doventolkuren, overigens met dezelfde bedragen en mogelijkheden. Deze keuze is met het oog op de verantwoordelijkheidsverdeling voor de zorgcomponent enerzijds en het maatschappelijk functioneren anderzijds nog niet zo lang geleden gemaakt: pas sinds 1 januari jl. is het nieuwe systeem volledig gaan werken. Ik vind het nu nog te vroeg om te concluderen dat het allemaal anders zal moeten worden gedaan.

Ten slotte vroeg de heer Buijs of er iets aan de capaciteit kan worden gedaan. Op dit moment kan men 18 uur inhuren. Als je ervan afhankelijk bent, is dit op zich natuurlijk een beperkt aantal uren, maar de financiële mogelijkheden staan het op dit moment niet toe om dit aantal uit te breiden tot een basisvoorziening.

De heer Passtoors (VVD):

Voorzitter! Uit het antwoord van de staatssecretaris werd niet duidelijk wanneer zij van de problemen op de hoogte was. Heeft zij over de problemen overleg gevoerd met de Ziekenfondsraad? Als de staatssecretaris van de problematiek op de hoogte was, dan moest haar duidelijk zijn dat de continuïteit van de doventolkvoorziening in gevaar was. Heeft zij toen gereageerd?

Staatssecretaris Vliegenthart:

Voorzitter! Het ministerie is op 1 april op de hoogte gebracht van de financiële problemen bij de stichting. Het ministerie heeft een subsidierelatie met twee afzonderlijke onderdelen van de stichting, namelijk met het maatschappelijk werk en met de volwasseneneducatie. Zoals ik al zei, valt de doventolkvoorziening niet onder de verantwoordelijkheden van het departement, maar van de Ziekenfondsraad. Natuurlijk zijn wij erop gespitst dat de continuïteit van de maatschappelijke dienstverlening, dus van het maatschappelijk werk en de volwasseneneducatie, gewaarborgd blijft. De inspanningen van het departement zijn er daarom op gericht om die twee poten van de stichting, al dan niet in zelfstandige vorm, in stand te houden en er tegelijkertijd, samen met de Ziekenfondsraad, voor te zorgen dat de doventolkvoorziening als zodanig kan worden gecontinueerd. Maar het is mede afhankelijk van de voorkeuren die individuen aangeven of de voorziening uiteindelijk bij dezelfde stichting zal blijven, of dat er een andere vorm aan zal worden gegeven.

Mevrouw Meijer (VVD):

Voorzitter! De staatssecretaris bevestigt dat voor haar individuele oplossingen en keuzevrijheid voor doven vooropstaan en dat de voorziening is geregeld door middel van een subsidie via de Ziekenfondsraad. Acht zij het mogelijk om op korte termijn een persoonsgebonden budget voor deze voorzieningen in het leven te roepen?

Staatssecretaris Vliegenthart:

Voorzitter! Het is niet helemaal een vorm van een persoonsgebonden budget. Het lijkt er wel een beetje op. Individuele verzekerden geven aan van welke voorziening zij gebruik willen maken. Het kan zijn van de stichting Madido, de stichting VisiNet dan wel een zelfstandig werkende doventolk. Het subsidie van de Ziekenfondsraad volgt de voorkeur van de cliënt. Het is niet zo dat de cliënten het geld krijgen en zelf inkopen. Het kan worden aangeduid als een persoonsvolgend budgetsysteem.

Mevrouw Hermann (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Ik sluit mij graag aan bij de collega's die het belang van de doventolk hebben onderstreept. Wij hebben onlangs de slotdocumenten van de Nationale commissie chronisch zieken gekregen. Degenen die afhankelijk zijn van voorzieningen als deze, moeten niet de indruk krijgen dat de Nationale commissie chronisch zieken er niet meer is en dat er niet meer naar gekeken wordt. Als de stichting Madido failliet gaat, hoe worden de belanghebbenden dan geïnformeerd over de opleiding van doventolken, wie wel en niet gediplomeerde doventolken zijn en hoe het bereikbaar is volgens de systemen voor de werkvoorziening en in het dagelijks leven?

Staatssecretaris Vliegenthart:

Voorzitter! Ik onderstreep dat het buitengewoon belangrijk is dat de doventolkvoorziening goed functioneert. Mensen zijn ervan afhankelijk in hun totale maatschappelijke functioneren. Wij moeten ervoor zorgen dat de continuïteit per 1 juli wordt gewaarborgd. Ik zal de Ziekenfondsraad aanschrijven om te waarborgen dat voor de individuele doven die voorziening inderdaad gecontinueerd wordt. De Ziekenfondsraad die verantwoordelijk is voor de subsidieregeling – ze wordt overigens uitgevoerd door de individuele zorgkantoren – moet ervoor zorgen dat de individuele mensen geïnformeerd worden over de wijzigingen in de situatie en wat er per 1 juli moet gebeuren.

De heer Van der Vlies (SGP):

Mevrouw de voorzitter! Het is terecht dat de staatssecretaris de functie doventolk accentueert als belangrijk. Het is ook goed dat zij wil garanderen dat per 1 juli a.s. op gebruikersniveau geen discontinuïteit ontstaat. Zij maakte zich wel wat te gemakkelijk af van het capaciteitsprobleem. 18 uur is een opvraagbaar recht binnen de subsidieregeling. De basisvoorziening gaat wel heel erg ver de andere kant op. Er zit een heleboel tussenin. Er is een wachtlijstproblematiek. Er zouden wel drie tot vijf keer zoveel tolken nodig zijn om iedereen op billijke momenten te voorzien van een doventolk. Ligt hier geen verant woordelijkheid voor deze staatssecretaris?

Staatssecretaris Vliegenthart:

Voorzitter! Ik zal in overleg treden met de collega's van OCW als het gaat over de opleidingscapaciteit. Wellicht kan wat meer uitbreiding aan het aanbod worden gegeven. Dat betekent dat wij proberen tekorten die individuele mensen op dit moment ervaren om gebruik te maken van de rechten de zij hebben, op te vangen. Wij zeggen niet, zoals de heer Buijs bepleit, dat het een basisvoorziening is, dat alles moet kunnen en er dat er geen grenzen zitten aan het recht zoals dat is omschreven. Dat gaat mij gezien de financiële implicaties een stap te ver.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter! Op vragen van collega Meijer heeft de staatssecretaris gezegd dat sprake is van een persoonsvolgend budget. Is de staatssecretaris bereid er een persoonsgebonden budget van te maken? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Staatssecretaris Vliegenthart:

Voorzitter! Volgens mij is er sprake van een marginaal verschil tussen de huidige werking van de regeling en de wens van de VVD. In beide gevallen staat namelijk de individuele keuze voorop van de dove persoon: dienstverlening van de ene of de andere organisatie of een zelfstandig werkende doventolk.

De financiering is voorzien via het zorgkantoor naar een van beide stichtingen of een zelfstandig werkende doventolk. Dat is een uitwerking in de systematiek. Toevoeging van het budget aan de individuele cliënt zal mijns inziens niet zoveel meerwaarde hebben. De regeling werkt pas sinds 1 januari jl. en ik wil wel nagaan of het zo goed gaat. Een stap verder is als men het geld krijgt om deze dienst zelf in te kopen. Zoals aangegeven, voegt dit niets toe aan de huidige keuzevrijheid.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Dankers, die vandaag een halve eeuw oud geworden is. Gefeliciteerd!

(Applaus)

Mevrouw Dankers (CDA):

Voorzitter! Nu brengt u mij een beetje van mijn apropos, maar het is waar wel waar wat u zegt.

De staatssecretaris zei zojuist dat zij contact zou opnemen met haar collega's van Onderwijs over het grote tekort in de opleidingscapaciteit. Wil zij ons rapporteren over het resultaat daarvan en, zo ja, wanneer kunnen wij dat tegemoetzien? Wij hebben er namelijk niet altijd evenveel vertrouwen in dat het goed komt.

Staatssecretaris Vliegenthart:

Voorzitter! Het antwoord is natuurlijk mede afhankelijk van het contact dat ik met de collega's van Onderwijs heb, maar ik zeg toe dat ik de Kamer zal informeren, ook als het inhoudelijke antwoord niet direct gegeven kan worden. Daarbij zal ik aangeven wanneer de Kamer het definitieve antwoord kan tegemoetzien. Voorts mijn gelukwensen met uw verjaardag.

Naar boven