Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, van de agenda af te voeren:

  • - het wetsvoorstel Regels inzake de bescherming van persoonsgegevens (Wet bescherming persoonsgegevens) (25892);

  • - het voorstel van wet van de leden Rehwinkel, De Graaf en Oedayraj Singh Varma houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering van de Grondwet, strekkende tot opneming van de mogelijkheid actief en passief kiesrecht voor provinciale staten te verlenen aan ingezetenen die niet de Nederlandse nationaliteit bezitten (24803);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van een Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en daarmee verband houdende wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdhulpverlening alsmede enige andere wetten (Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen) (26016).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor de volgende week:

  • - de Raming voor de Tweede Kamer van in 2000 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten (26478).

Daarbij zijn tevens aan de orde:

  • - de brief van het Presidium over wijziging van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer (26491);

  • - de brief van de bouwbegeleidingscommissie ten geleide van het verslag over haar werkzaamheden (11107, nr. 96).

Ik stel voor, dinsdag 15 juni te stemmen over de moties ingediend bij de behandeling van de nota Kansen voor topsport, te weten:

  • - de gewijzigde motie-Middel/Rijpstra over voorzieningen t.b.v. pensioen en overbrugging (26429, nr. 6);

  • - de motie-Atsma over extra middelen voor dopingbestrijding (26429, nr. 5).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 22, 23 en 24 juni:

de Voorjaarsnota 1999 (26500), met maximumspreektijden van 15 minuten voor de PvdA en de VVD, 13 minuten voor het CDA, 10 minuten voor D66 en GroenLinks, 7 minuten voor de SP en 5 minuten voor de overige fracties;

de suppletore begrotingen naar aanleiding van de Voorjaarsnota, te weten:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Hoge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin (II) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26501);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26502);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26503);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het gemeentefonds voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26504);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het provinciefonds voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26505);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Algemene Zaken (III) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26506);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26507);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26508);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26509);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26510);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26511);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26512);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26515);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26529);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Spaarfonds AOW voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26530);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26533);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26539);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26548);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26549);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A, voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26550);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26551);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26557);

de aanpassing van de Spoorwegwet in verband met de uitvoering van richtlijn nr. 96/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juli 1996 betreffende de interoperabiliteit van het transeuropees hoge-snelheidsspoorwegsysteem (PbEG L 235) (26351);

het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet en de Wet van 18 december 1997, met betrekking tot de vormgeving van de lokale lastenverlichting van ƒ 100 (26412);

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek onder meer in verband met de verlenging van de periode van afwijkende bekostiging van de opleidingen op het gebied van de kunst, bepaalde lerarenopleidingen op het gebied van de kunst, de voortgezette kunstopleidingen en de voortgezette opleidingen bouwkunst (26377);

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening (financiële verantwoording) (26341);

het wetsvoorstel Regels inzake het recht op aanpassing van de arbeidsduur (Wet aanpassing arbeidsduur) (26358);

het wetsvoorstel Wijziging van artikel 1a van de Wet op de economische delicten (herstel kennelijke fout) (26514).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het eind van de middag, dat wil zeggen na het debat over de Europese top en de Staat van de Europese Unie, een debat n.a.v. een algemeen overleg over de dioxinekwestie op de agenda te plaatsen. Een en ander zal met zich brengen dat we aan het eind van de dag, omstreeks half zeven, stemmingen kúnnen hebben. Ik verzoek u allen daarmee rekening te houden.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Tot slot deel ik aan de Kamer mede, dat ik, indien de af te werken agenda daartoe aanleiding geeft, voorstellen zal doen om in de komende weken een zwaarder vergaderschema te hanteren.

Het woord is aan mevrouw Witteveen.

Mevrouw Witteveen-Hevinga (PvdA):

Voorzitter! De minister van VROM en andere bij het onderwerp betrokken bewindspersonen hebben op 12 april bij brief aan de Tweede Kamer meegedeeld dat eind maart door de minister van Economische Zaken aan de NAM weliswaar vergunningen zijn afgegeven voor het plaatsen van installaties voor het winnen van gas in het Waddengebied, maar dat voordat de staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een besluit zal nemen over de vergunningverlening op grond van de Natuurbeschermingswet, eerst in het kabinet een principiële discussie gevoerd zal worden over de toekomst van het Waddengas. Deze kabinetsdiscussie is urgent, omdat over de natuurbeschermingswetvergunningen voor het eind van de maand augustus c.q. medio september van dit jaar besluiten moeten worden genomen. Verder zou volgens mededelingen van minister Pronk en de andere hierbij betrokken bewindspersonen deel 1 van de herziene PKB Waddenzee medio 1999 bij de Tweede Kamer worden ingediend.

Voorzitter! Tot op heden heeft de Kamer niets vernomen over de resultaten van de aangekondigde principiële kabinetsdiscussie noch is tot op heden deel 1 van de PKB Waddenzee ontvangen. Gelet op de door mij weergegeven urgentie en gelet op het feit dat het zomerreces over een krappe drie weken begint, vraagt mijn fractie mede namens D66 aan minister Pronk en de andere hierbij betrokken bewindspersonen ons per omgaande een brief te sturen waarin uitsluitsel wordt gegeven van de resultaten van de kabinetsdiscussie met betrekking tot de gasboring en deel 1 van de PKB Waddenzee. Dat verzoek moet u uiteraard zien in het licht van ons standpunt dat wij tijdens het zomerreces niet weer met onaangename verrassingen en onomkeerbare besluiten geconfronteerd willen worden.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Ik ondersteun dit verzoek van harte. Ik wijs erop dat er inmiddels een interessant advies van de Waddenadviesraad is uitgekomen. Daarin wordt gepleit voor een moratorium van 20 jaar. Ook wordt een nieuw overzicht gegeven van de opsporing en winning van gas, hetgeen wijst op voorraden. Het lijkt mij goed dat het kabinet ook deze rapporten meeneemt in zijn uiteindelijke afweging.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter! Heeft mevrouw Witteveen benadrukt dat een en ander op een zodanig tijdstip bij ons moet zijn dat wij nog vóór de zomer een debat kunnen voeren?

De voorzitter:

Dat heb ik begrepen. Het is goed dat u daar nog even op wijst, want het kabinet heeft het nu in ieder geval ook begrepen.

Het woord is aan mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Vandaag verscheen in het nieuws het bericht dat de minister van Sociale Zaken, de heer De Vries, een brandbrief heeft gezonden naar zijn collega's van Binnenlandse Zaken en Justitie over illegaal seizoenwerk, met name over het aspergesteken in Limburg. Ik had niet gedacht dat ik over dit onderwerp nog het woord zou voeren op dit spreekgestoelte, want wij hebben heel lang gedebatteerd over een goede oplossing van de seizoenarbeid. Mijn fractie is benieuwd naar de inhoud van die brandbrief. Wat zijn precies de problemen? Wat zouden de oplossingen kunnen zijn? Waarom is die brandbrief naar de collega's gestuurd? Is er geen overleg? Welke maatregelen zouden kunnen worden getroffen? Hoe staat het met de controle en de handhaving als het gaat om dit illegale werk? Ik betrek daarbij datgene wat staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken onlangs heeft besloten. Hij heeft de wet premieregeling seizoenarbeid ingetrokken. Daardoor waren de problemen die nu zijn ontstaan voor een groot deel te voorzien.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter! Ik heb een dergelijk verzoek gisteren al gedaan tijdens het algemeen overleg, maar ik ondersteun de vraag van mevrouw Van Ardenne. Ik zou er twee vragen aan willen toevoegen. Wil de minister ook aangeven wat er nu gaat gebeuren? Kan de minister het rapport van de Arbeidsinspectie, op basis waarvan zijn brief gisteren is geschreven, aan deze brief toevoegen?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ter Veer.

De heer Ter Veer (D66):

Voorzitter! Ik hoorde u zeggen dat er nog een VAO over Landbouw, de dioxine en de kippen, op de agenda staat, maar ik leefde in de veronderstelling dat ik dit formeel als verzoek bij u zou moeten indienen. Kennelijk is dat niet meer nodig.

De voorzitter:

De voorzitter van het overleg van heden heeft mij gezegd dat er vóór 15.00 uur nog nadere antwoorden komen van het departement. Vervolgens heeft deze mij gevraagd ruimte te reserveren voor de behandeling van het VAO.

De heer Ter Veer (D66):

U bent volledig ingelicht, voorzitter. Het is correct.

Naar boven