Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Vendrik.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter! Afgelopen zondagavond berichtte Netwerk over de mogelijke
omkoping door KPN van vooraanstaande personen in Indonesië. Wij vinden
dit een buitengewoon ernstig bericht. Het is niet de eerste keer dat KPN in
verband wordt gebracht met omkooppraktijken in het buitenland. In verband
daarmee verzoek ik u op zo kort mogelijke termijn de staatssecretaris van
Verkeer en Waterstaat te mogen interpelleren. Misschien mag ik nog twee opmerkingen
maken ter onderbouwing van mijn verzoek.
Zoals ik al zei, hebben wij reeds eerder berichten ontvangen over mogelijke
omkooppraktijken door KPN in Tsjechië. Daarover zijn schriftelijke vragen
gesteld. Die vragen zijn eigenlijk niet naar behoren beantwoord. Dit is dus
de tweede keer. Kennelijk werkt de procedure van schriftelijke vragen niet
erg goed. Daarom willen wij een zwaarder middel inzetten.
Wij zijn ervan op de hoogte dat enkele collega's schriftelijke vragen
hebben ingediend. Wat ons betreft worden die vragen zo snel mogelijk beantwoord,
zodat wij bijvoorbeeld aanstaande donderdag in de loop van de dag deze interpellatie
kunnen houden.
De heer Hillen (CDA):
Voorzitter! Ik begrijp dit niet zo goed, want die schriftelijkeVoorzitter
vragen moeten inderdaad nog worden beantwoord. Ik kan mij voorstellen dat
pas nadat die antwoorden zijn ontvangen, wordt beoordeeld of
er alsnog een interpellatie nodig is.
De heer Van Dijke (RPF):
Het lijkt mij voor de hand te liggen dat wij eerst het kabinetsstandpunt
over deze gang van zaken afwachten en niet zomaar in het wilde weg debatteren.
Ik wil dus het antwoord van de regering op de schriftelijke vragen afwachten.
Mevrouw Voûte-Droste (VVD):
Ook de VVD-fractie heeft behoefte aan de feiten. Wij verwachten die te
vinden in het antwoord op de schriftelijke vragen. Na ontvangst daarvan willen
wij – indien noodzakelijk – een debat voeren.
De heer Bakker (D66):
Ik ben het met de heer Vendrik eens dat de berichten verontrustend zijn,
maar het lijkt mij ook verstandig dat wij zo snel mogelijk de feiten krijgen.
Daarom sluit ik mij aan bij zijn verzoek om een snelle beantwoording. Dan
kan worden bezien welk vervolg daaraan moet worden gegeven.
Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):
Ik sluit mij aan bij voorgaande sprekers. Het is belangrijk dat de vragen
snel worden beantwoord. Wat mij betreft voeren wij daarover volgende week
dan een algemeen overleg. Vervolgens kunnen wij beslissen of wij het onderwerp
op de plenaire agenda plaatsen.
De voorzitter:
Voordat ik u opnieuw het woord geef, mijnheer Vendrik, wil ik voorstellen
dat wij de regering vragen in de loop van morgen de schriftelijke vragen te
beantwoorden. Wij kunnen dan donderdag bij de regeling van werkzaamheden beslissen
over uw verzoek.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik vind dit een goed voorstel, mevrouw de voorzitter.
De heer Hillen (CDA):
Voor de zekerheid: stel dat het antwoord niet binnen is. Ik neem aan dat
het verzoek dan wordt opgeschoven?
De voorzitter:
Ik antwoord nooit op "als, dan"-vragen. Ik blijf bij mijn oorspronkelijke
voorstel.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Atsma.
De heer Atsma (CDA):
Mevrouw de voorzitter! De CDA-fractie heeft vanmorgen met belangstelling
kennisgenomen van berichten in onder meer het Algemeen Dagblad over een vergaande
vorm van samenwerking tussen de NOS en de regionale omroepen. Wij denken dat
hier nieuwe kansen liggen. Het CDA heeft daarvoor in het recente verleden
aandacht gevraagd. Mede met het oog op de komende discussies binnen de vaste
commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen met staatssecretaris Van
der Ploeg zouden wij graag de mening van de staatssecretaris willen weten
over plannen die de NOS hedenmorgen heeft geventileerd. Bovendien zouden wij
graag van hem willen weten welke consequenties dit heeft voor de regionale
omroepen en de financiering.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet.
De vergadering wordt van 15.05 uur tot 15.30 uur geschorst.