Vragen van het lid Balkenende aan de minister van Financiën, over de lagere inzet van de regering bij de onderhandelingen over de EU-afdrachten.

De heer Balkenende (CDA):

Mevrouw de voorzitter! De minister van Buitenlandse Zaken koos een week geleden voor betrekkelijk stoere taal. Hij zei: Nederland zal de besluitvorming van de Europese Unie blokkeren als de nettobetalingspositie van Nederland niet verbetert. Het gaat hier om de afdrachten aan de Europese Unie. Met dit standpunt sloot minister Van Aartsen aan bij de visie van de minister van Financiën, die zich ook inzet voor een korting van 1,3 mld. als het gaat om die afdrachten aan de Europese Unie. En tot nu toe is steeds gezegd dat dit wel haalbaar zal zijn.

Wij weten niet wat er is gebeurd, maar afgelopen maandag konden wij beluisteren dat de minister van Buitenlandse Zaken ging speculeren over de mogelijkheid dat het ombuigingsbedrag toch lager zou worden. Hij zei: zodra wij onder de 1 mld. zakken, is niet aan onze doelstellingen voldaan. Op de vraag van de journalist of 1 mld. het minimum is, zei de minister van Buitenlandse Zaken: Ja, dat is echt de ondergrens. De politieke betekenis van deze uitspraak is geen andere dan dat de minister van Buitenlandse Zaken, nota bene nog voordat de onderhandelingen zijn gestart, publiekelijk al 300 mln. prijsgeeft. Dat is een merkwaardige actie, vooral omdat er diverse berichten zijn dat het bedrag van 1,3 mld. wel eens niet gehaald zal kunnen worden.

Tegen die achtergrond stel ik graag de volgende vragen aan de minister van Financiën.

Zijn de uitlatingen van de minister van Buitenlandse Zaken nu kabinetsbeleid of is dit een soloactie?

Acht hij de uitlatingen van de minister van Buitenlandse Zaken met het oog op de onderhandelingen nuttig? Ik stel deze vraag, omdat de minister zei dat het verstandig is om duidelijk aan te geven wat je doelstellingen zijn. Of acht hij, met de CDA-fractie, de uitlatingen onbehendig en onwenselijk?

Is het bedrag van 1 mld. nu een ondergrens of is dat toch 1,3 mld.?

Wordt er zo nodig een veto gebruikt? Ik stel die vraag, omdat de minister van Buitenlandse Zaken dit punt zelf naar voren heeft gebracht.

Heeft het kabinet al voorzien in een financiële dekking als straks opnieuw een financiële tegenvaller aan de orde is?

Mijn laatste vraag luidt: maakt hij zich geen zorgen over de regie binnen het kabinet met betrekking tot de besluitvorming in Brussel?

Minister Zalm:

Mevrouw de voorzitter! De minister van Buitenlandse Zaken heeft in zijn interview tot uitdrukking willen brengen dat hij er stevig tegenaan wil gaan. Wat dat betreft moeten wij het interview wel in zijn context lezen. Hij zegt bijvoorbeeld: maar nu is voor ons de grens wel bereikt; solidariteit is geen eenrichtingsverkeer. Als andere landen niet bereid zijn om ons te helpen met onze relatief geringe problemen, eindigt Berlijn in een fiasco. Met een beetje duwen en trekken moet het in Berlijn kunnen lukken. Wij hebben begrip getoond voor Spanje en Portugal, zij moeten dat nu ook voor ons doen. Dan noemt hij nog een bedrag van 1,5 mld., dat dit ook mooi zou zijn, en vervolgens komt dan dat bedrag van 1 mld. Waar het om gaat, mevrouw de voorzitter, is dat de Kamer erop mag rekenen dat de Nederlandse regering zich er volledig voor zal inzetten om in Berlijn een goed resultaat te bereiken. Daarbij is het helaas niet zo, dat de andere 14 landen ons regeerakkoord medeondertekend hebben, dus garanties over 1,3 mld. kunnen er niet worden gegeven. Als er een onderhandelingsresultaat wordt bereikt, zal de regering zich daarover uiteraard verantwoorden bij uw Kamer.

Ik ben niet op zoek naar financiële dekking voor een tegenvaller, want er is geen tegenvaller.

De regie in het kabinet is redelijk stevig. Wij vergaderen vandaag de dag zo'n beetje dagelijks over dit onderwerp. Wat dat betreft is er geen verschil van mening tussen de meest betrokken bewindslieden.

De heer Balkenende (CDA):

Voorzitter! Ik heb de indruk dat de minister van Financiën niet op al de vragen is ingegaan. Wat mij vooral opvalt, is zijn toon ten aanzien van de minister van Buitenlandse Zaken. Het is natuurlijk plezierig dat er eenheid is in het kabinet en dat de leden ervan niet al te veel met elkaar rollebollend over straat gaan. Ik lees in de krant dat de minister van Financiën onaangenaam verrast zou zijn geweest door de uitlatingen van zijn collega van Buitenlandse Zaken. En nu zegt hij: ach, we zitten toch redelijk op één lijn. Ik begrijp dus dat de opvattingen van de minister van Buitenlandse Zaken worden gedragen door het kabinet en dat kennelijk wordt ingecalculeerd dat we misschien 300 mln. moeten prijsgeven. Ik heb ook gelezen – misschien kan de minister dat bevestigen – dat het kabinet een bandbreedte hanteert met betrekking tot de ombuigingen op de EU-afdrachten. Kennelijk heeft men geconcludeerd dat het toch wat lastig is om die 1,3 mld. te bereiken en dat het dus wel iets minder mag.

Mij is opgevallen dat de minister zich tot nu toe steeds sterk heeft gemaakt voor die 1,3 mld. Bij herhaling hebben wij en andere fracties hem gevraagd: redt u die 1,3 mld. wel? Immers, het gaat om dekkingsmiddelen voor de plannen van het kabinet. Hij heeft steeds gezegd: we zitten op een goed spoor. Langzamerhand krijg ik de indruk dat het niet goed zit met dat financiële spoor. Het lijkt wel of de haalbaarheid in het geding is. Daarom zou het goed zijn als de minister nog eens wilde ingaan op de vraag of dat bedrag naar zijn inschatting zal worden bereikt. Wordt het niet bereikt, dan heeft hij een financieel probleem.

Verder houdt mij de vraag bezig, hoe het mogelijk is dat de minister van Financiën nu zo mild spreekt over het feit dat de minister van Buitenlandse Zaken volstrekt nodeloos 300 mln. heeft prijsgegeven. Ik heb hem wel eens steviger horen uitpakken als het ging om een bedrag van 300 mln.

Gisteravond heeft minister Zalm voor de radio gezegd dat hij tevreden zou zijn met een redelijk resultaat. Hij heeft evenwel volgens mij steeds gezegd: ik maak mij sterk voor die 1,3 mld. En nu is hij plotseling buitengewoon gematigd en rept hij van een redelijk resultaat. Zit er rek in zijn mening of moeten wij nu voorbereid worden op het feit dat het doel van het kabinet, namelijk een vermindering van de afdracht met 1,3 mld., niet zal worden gehaald? Is hij bezig de geesten rijp te maken voor iets wat feitelijk fout gaat?

Minister Zalm:

Voorzitter! Het voornemen voor een stevige aanpak in Berlijn wordt door het gehele kabinet gedragen. Er is niks ingeleverd, ook geen 0,3 mld. We zullen de onderhandelingen daar aangaan. Al maandenlang heb ik gezegd dat er voor Nederland een redelijk resultaat uit moet komen. Ik heb ook nooit aan de Kamer gegarandeerd dat er 1,3 mld. zou binnenkomen, omdat het uiteraard onmogelijk is een dergelijke garantie te geven.

De onderhandelingen zullen erg moeilijk worden, dat is duidelijk. Het wordt een heel zware bijeenkomst morgen en overmorgen. Ik heb wel eens eerder gezegd dat het een klein wonder vergt om Berlijn tot overeenstemming te laten leiden. De regering zal bij het beoordelen van voorstellen die ter tafel liggen, uiteraard niet instemmen met iets wat ons onredelijk voorkomt voor ons land.

De heer Van den Akker (CDA):

Mevrouw de voorzitter! De CDA-fractie zou de minister willen vragen wie nu eigenlijk in het kabinet de regie voert. Iedereen doet en roept maar wat. Zo komt het in ieder geval bij de CDA-fractie over. De minister van Financiën zou toch eigenlijk de dirigent moeten zijn. Wij dachten ook dat hij dat is en dat híj bepaalt wie wat doet en zegt in het hele onderhandelingsproces met betrekking tot Agenda 2000. Maar wat zien we nu gebeuren? Twee weken geleden spreekt minister Apotheker iets af in Brussel, waarmee blijkens het algemeen overleg over de Ecofin-raad de minister van Financiën het eigenlijk niet eens is, omdat hij het afgesproken bedrag te hoog vindt. En nu roept ook de minister van Buitenlandse Zaken dingen waarmee minister Zalm echt niet blij kan zijn. Zij collega's lopen hem nadrukkelijk voor de voeten. De partijen die hiermee hun voordeel doen, zijn natuurlijk de landen aan de andere kant van de onderhandelingstafel. Wie voert nu eigenlijk de regie in het kabinet? Zijn hierover afspraken gemaakt? Zo nee, waarom niet? Zou dat dan niet bliksemsnel moeten gebeuren om met het oog op de komende onderhandelingen in Berlijn verdere ongelukken te vermijden?

Minister Zalm:

Voorzitter! Wij stappen morgenochtend rond zeven uur in het vliegtuig naar Berlijn, dus zoveel kan er niet meer gebeuren.

De regie wordt gevoerd door een regiegroep onder voorzitterschap van de minister-president. De ministers van Buitenlandse Zaken, van LNV en van Financiën en de staatssecretarissen van Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken zijn lid van deze regiegroep. De regie gaat niet zover dat een autorisatie van interviews is ingesteld voordat ze worden gepubliceerd. Als je dat zou doen, kom je in stalinistische verhoudingen terecht die wij hier in Nederland niet gewend zijn. Het gaat om de geest van de interviews en iedereen heeft zo zijn eigen taal- en woordgebruik. Maar de teneur is dezelfde: wij gaan er stevig tegenaan in Berlijn om de belangen van Nederland te behartigen.

De regering is inderdaad van mening dat de conceptconclusies van de landbouwministers te duur zijn. Minister Apotheker heeft terecht een voorbehoud gemaakt en te kennen gegeven dat er aanvullende maatregelen nodig zijn. Dat gaan wij in Berlijn proberen te realiseren.

Voorzitter! Ik dank ten slotte de CDA-fractie voor de hartelijke steun!

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter! Als ik met mijn kinderen een kaartspelletje doe, zeg ik dat zij nooit moeten laten merken welke kaarten zij in hun hand hebben. Ik wil mijn kinderen graag voorbereiden op het volwassen leven en daarom vraag ik de minister of hij nog een paar tips voor mij heeft als ik mijn kinderen duidelijk maak hoe het spel het beste kan worden gespeeld. De berichten van vandaag geven mij namelijk de indruk dat ik helemaal fout bezig ben.

Is er een samenhang tussen de activiteiten van Nederland en Duitsland? Ik heb de indruk dat beide landen op min of meer dezelfde manier in dit dossier opereren. Kan dat een verklaring zijn van de uitspraken van de minister van Buitenlandse Zaken?

Minister Zalm:

Voorzitter! Ik kan mevrouw Giskes moeilijk uitleggen hoe zij met haar kinderen moet spelen. Ik durf haar wat dit betreft niet een antwoord te geven.

Duitsland en Nederland hebben een aantal gemeenschappelijke belangen en onderhouden daar ook goede contacten over. Duitsland zit echter als voorzitter in een wat lastige positie en heeft als hoofddoel het bereiken van overeenstemming. Dat maakt dat er wat meer op onze schouders terechtkomt dan onder een ander voorzitterschap het geval zou zijn. Wij worden min of meer geacht ook de Duitse belangen te behartigen voorzover ze samenvallen met die van Nederland. Het interview met minister Van Aartsen maakt duidelijk hoe lastig de onderhandelingen zullen zijn, maar ook dat de Nederlandse regering niet van plan is zich met een stuiver te laten afkopen en dat wij echt voor de Nederlandse belangen zullen gaan.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter! De fractie van GroenLinks heeft de indruk dat het uur U voor deze mission impossible van de minister van Financiën is genaderd. Wij hebben nooit veel gezien in het terughalen van de 1,3 mld. Tot onze spijt moeten de Nederlandse onderhandelaars aan alle Europese vergadertafels telkens melden dat zij op last van de minister van Financiën niet mogen instemmen met de moeizaam behaalde resultaten. Dat houdt de Europese besluitvorming op en plaatst Nederland meer en meer in een uitzonderingspositie. Moet de boodschap van de minister van Buitenlandse Zaken niet worden uitgelegd als een erkenning dat bedoelde onderhandelingspositie zo langzamerhand onmogelijk is geworden? Staat de minister van Buitenlandse Zaken gezien zijn uitspraken niet aan het begin van de bocht waar straks het hele kabinet doorheen moet? Mijn tweede opmerking is dat de minister – als hij dan zo wil persisteren in zijn opstelling – vandaag zou moeten zeggen voordat hij naar Berlijn gaat dat hij bereid is het veto-instrument in te zetten en Europa te laten ploffen, omdat wij 1,3 mld. terug willen hebben.

Minister Zalm:

Voorzitter! Ik zou hierover het volgende willen zeggen. In de eerste plaats dat Nederland hier en daar heeft gezegd dat het een alleszins redelijke opstelling is dat een verantwoorde besluitvorming op onderdelen pas mogelijk wordt geacht als het totaal bekend is. Zo doen wij dat ook met de Nederlandse begroting. Wij accorderen onderdelen van de begroting ook niet apart als wij nog niet weten wat het totaal is. Er is begrip voor die opstelling, die wordt gezien als een wens van Nederland om ook in de financiële dossiers in Europa discipline te hebben.

De heer Van Aartsen heeft niet gezegd dat de 1,3 mld. onmogelijk is.

Tot slot: het al dan niet uitspreken van een veto kan niet puur worden gerelateerd aan een getal.

Naar boven