Vragen van het lid Van 't Riet aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het EK 2000.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

Mevrouw de voorzitter! Vorige week dinsdag stond in het Algemeen Dagblad het bericht dat België tijdens het Europees kampioenschap voetbal zijn grenzen weer wil gaan bewaken. Artikel 2 van het Verdrag van Schengen geeft hiertoe de mogelijkheid. Het is de vraag of je van die mogelijkheid gebruik moet maken in het kader van de Europese kampioenschappen 2000. D66 wil daar in ieder geval een feest van maken, hoewel duidelijk is dat op het vlak van de openbare orde en veiligheid het nodige moet gebeuren. Veiligheid voorop! Aangezien wij dit kampioenschap samen met België organiseren, is een goede samenwerking tussen België en Nederland uitermate belangrijk. Eerder heeft minister Peper toegezegd dat hij eendrachtig met België zal samenwerken. Navraag heeft mij geleerd dat er in het Belgische kabinet al gesproken is over het voornemen om tot tijdelijke instelling van grensbewaking over te gaan. Dit brengt mij tot de volgende vragen.

1. Heeft de minister contact gehad met minister Vandenbossche over tijdelijke instelling van grensbewaking tijdens het Europees kampioenschap 2000? Waarom wil België daartoe overgaan? Waarom laat de minister dit de Kamer niet weten?

2. Klopt het bericht dat in de Belgische ministerraad het voornemen tot instellen van grensbewaking is besproken? Is dit beleid ook vastgesteld?

3. Is de minister van plan hierover met zijn Belgische collega een verdrag te sluiten?

4. Wanneer komt de minister met voorstellen over deze problematiek naar de Kamer?

Minister Peper:

Mevrouw de voorzitter! Er is al sinds het begin van de herfst contact met de Belgische regering in het verband van het EK 2000, aanvankelijk met de heer Tobback en daarna met de heer Vandenbossche, onder andere over politiële samenwerking. Naar mijn beste weten heb ik de Kamer steeds geïnformeerd over de gang van zaken. De mogelijkheid tot het instellen van grensbewaking is overigens ook aan de orde geweest in Nederland. Ik verwijs naar een overleg dat de Kamer op 10 december jl. gevoerd heeft, waarin de minister van Justitie heeft gezegd dat het goed is de mogelijkheid van tijdelijke herinvoering van de binnengrenscontroles in de voorbereiding van het EK 2000 onder ogen te zien. Hij sloot die mogelijkheid in uitzonderlijke gevallen niet uit. Te denken valt dan aan een aanzienlijke bedreiging van de openbare orde of van de staatsveiligheid. Ik heb de Kamer niet onkundig gehouden van het overleg dat ik de afgelopen zes maanden gevoerd heb met mijn Belgische collega. Er is verslag van uitgebracht. Ik heb mij laten vertellen dat in de Belgische ministerraad van 10 december besloten is dat de Belgische minister van binnenlandse zaken Luc Vandenbossche gemachtigd is indien noodzakelijk grenscontroles in te laten stellen tijdens het EK. Nogmaals, ook wij kunnen van die mogelijkheid gebruik maken, zodat wij kunnen optreden tegen supporters die van plan zijn er een bende van te maken, om het wat onparlementair uit te drukken. Dat is helemaal niet zo verschrikkelijk nieuw. Laat dat duidelijk zijn. Ik weet niet of het lukt, maar wij hebben de intentie de politiële samenwerking zo mogelijk vast te leggen in een verdrag of overeenkomst. Uiteraard zal de Kamer daarover worden geïnformeerd. Wellicht moet zij voor iets dergelijks toestemming verlenen, maar dat kan onderzocht worden. Er is dus wat dat betreft geen nieuws onder de zon. Ook de mogelijkheid van het sluiten van een overeenkomst is in het contact met de Kamer aan de orde gesteld.

Dan ga ik in op de laatste vraag van mevrouw Van 't Riet. Aan de Kamer wordt regelmatig verslag gedaan van de voortgang van het EK 2000. Op het moment dat een samenwerkingsovereenkomst nuttig is en wij die nodig hebben, zullen wij dat aan de Kamer voorleggen. Het is moeilijk om daar nu op te anticiperen omdat de Belgische vrienden zich op het ogenblik met de verkiezingen bezighouden. In mei worden daar verkiezingen gehouden en die hebben ook daar een zekere aanloop. Ik verwacht eerlijk gezegd niet dat wij een dergelijke overeenkomst voor mei hebben afgesloten, als wij er al toe komen. Ik sluit die mogelijk daarna echter niet uit, als die overeenkomst nuttig is. Er is dus niets bijzonders aan de hand.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

Mevrouw de voorzitter! Bijzonder is het niet. Wij hebben immers artikel 2 van het Verdrag van Schengen, op grond waarvan een uitzondering mogelijk is. Ik meende dat dit artikel vooral in dit verdrag is opgenomen zodat het kan worden toegepast bij calamiteiten, bij ernstige situaties waarbij de staatsveiligheid in het geding is. Het is niet bedoeld om voorzorgsmaatregelen te treffen die niet nodig zijn. Door de sfeer van het krantenartikel leek het erop dat België nu al had besloten de grens te gaan bewaken, vooruitlopend op een feestelijke gebeurtenis. Ik ben blij met de toezegging van de minister dat het verdrag, zo het er al komt, naar de Kamer zal worden gestuurd, dat de Kamer wordt geïnformeerd en dat het sluiten van de overeenkomst aan de orde zal zijn.

Hoe gaat de herinvoering van de grensbewaking in zijn werk? Ik heb begrepen dat in België bij de acties die door de boeren zijn aangekondigd, de grensbewaking is heringevoerd. Hoe wordt samengewerkt met het Belgische kabinet, de Belgische minister Vandenbossche?

Minister Peper:

Voorzitter! In januari heb ik samen met collega Vandenbossche met UEFA een overeenkomst gesloten over "the rules of the game". Naar ik meen, heb ik de Kamer daarvan verslag gedaan. Hoe dat precies in zijn werk gaat, weet ik op dit moment niet. Ik weet wel dat het heel goed is om ons voor te bereiden op buitengewoon feestelijke, maar ook ingewikkelde Europese kampioenschappen. Ik herhaal graag dat die plaatsvinden op een heel klein grondgebied en door ongehoord veel mensen zullen worden bezocht. Tijdens het verloop van de wedstrijden kan door een snelle toestroom van mensen uit de landen van Europa een extra belasting ontstaan. Ik vind het onjuist om wellicht een artikel 2 van het Verdrag van Schengen, al is het een ultimum remedium, op voorhand uit te sluiten. Als het niet nodig is, moet je het niet doen, maar ik vind wel dat wij niet achteraf geconfronteerd moeten worden met uitspraken zoals "het was een feestelijke gelegenheid, maar er heeft zich een aantal drama's voorgedaan; had u niet kunnen denken aan, of had u geen mogelijkheid gehad om". Ik heb enige ervaring met voetbalvandalisme en wat dies meer zij. De intentie is er een heel vrolijke boel van te maken, een feestelijke gebeurtenis. Dat is vanzelfsprekend, maar ik heb nog nooit een vaste commissie speciaal bij elkaar zien komen om een feestelijke gebeurtenis te vieren. Dat komt heel weinig voor. Vandaar dat je in de aanloop daartoe een zekere ernst moet betrachten over de vraag: hoe beweeg je al die groeperingen, hoe zit het in elkaar, wat is onze informatiepositie in België alsook in Europa.

Ik ben nog vergeten te melden dat ik onlangs in de JBZ-raad alle steun heb gekregen van de Europese collega's op het gebied van politiële en informatiesamenwerking. Men komt immers overal vandaan, uit alle hoeken en gaten. Ik heb dat probleem in die raad geagendeerd. Voor de volgende JBZ-raad heb ik met de Belgische collega een notitie aangekondigd over de stand van zaken bij de voorbereiding. Wij hebben de Europese collega's volop nodig. Laten wij ons daarop voorbereiden. Wij gaan natuurlijk geen middelen gebruiken die absoluut niet nodig zijn.

Naar boven