Aan de orde is de eindstemming over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de ruimtelijke ordening (25311).

De voorzitter:

Ik stel voor, de door de regering voorgestelde wijzigingen (stuk nr. 50) aan te brengen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Wij hebben in deze Kamer uitgebreid over dit voorstel gediscussieerd. De fractie van GroenLinks is van mening dat de wijziging van de Wet op de ruimtelijke ordening die nu wordt voorgesteld, een bevestiging is van de door ons ongewenst geachte situatie, te weten: misbruik en het te veel gebruiken van de artikel 19-procedure.

Het belang van het bestemmingsplan is ondanks een aantal verzachtende amenderingen onvoldoende gewaarborgd. Tijdens de behandeling van dit voorstel hebben wij een motie ingediend waarin wordt verzocht na drie jaar te evalueren wat deze verandering voor de Wet op de ruimtelijke ordening betekent. Wij willen die evaluatie eerst afwachten. Wij zien op dit moment te veel bezwaren om dit op deze manier door te laten gaan. Daarom zullen wij op dit moment dit voorstel niet steunen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks tegen het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Naar boven