Aan de orde zijn de stemmingen over zestien moties, ingediend bij de behandeling van de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

- de motie-Ross-van Dorp over management op basisscholen (26200 VIII, nr. 19);

- de motie-Ross-van Dorp over studiekosten tot een maximumpercentage van het inkomen (26200 VIII, nr. 20);

- de motie-Wijn over compensatie voor bezuinigingen op het HBO en het WO (26200 VIII, nr. 21);

- de motie-Wijn over de OV-studentenkaart (26200 VIII, nr. 22);

- de motie-Barth c.s. over de kerntaak voorbereiding op de multiculturele samenleving (26200 VIII, nr. 23);

- de motie-Rehwinkel c.s. over de teruggang in het leerlingwezen (26200 VIII, nr. 24);

- de motie-Rehwinkel c.s. over de contractprijs voor de OV-studentenkaart (26200 VIII, nr. 25);

- de motie-Rabbae c.s. over het niet kiezen voor een OV-studentenkaart (26200 VIII, nr. 27);

- de motie-Rabbae/Van Bommel over de status als werknemer van promovendi (26200 VIII, nr. 28);

- de motie-Van Bommel over de ouderbijdrage in het basis- en voortgezet onderwijs (26200 VIII, nr. 29);

- de motie-Van Bommel over de derdegeldstroomactiviteiten in de BVE-sector (26200 VIII, nr. 30);

- de motie-Van Bommel c.s. over bestrijding van functioneel analfabetisme (26200 VIII, nr. 31);

- de motie-Lambrechts c.s. over kinderopvang voor herintreders (26200 VIII, nr. 33);

- de motie-Lambrechts c.s. over het aantal vrouwelijke hoofddocenten en hoogleraren (26200 VIII, nr. 34);

- de motie-Van der Vlies over betere ondersteuning van schooldirecteuren (26200 VIII, nr. 35);

- de motie-Van der Vlies over ruimtelijke consequenties van vernieuwingen in het onderwijs (26200 VIII, nr. 36).

(Zie vergadering van 19 november 1998.)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ross-van Dorp stel ik voor, haar moties (26200-VIII, nrs. 19, 20 en 21) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! Ik wil de motie op stuk nr. 36 graag aanhouden. De staatssecretaris heeft namelijk in het vooruitzicht gesteld dat wij komend voorjaar op basis van een feitenonderzoek meer onderbouwd over de materie van de motie kunnen spreken. Om die reden wil ik de motie aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van der Vlies stel ik voor, zijn motie (26200-VIII, nr. 36) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Ross-van Dorp (CDA):

Voorzitter! Ik wil namens de fractie van het CDA een stemverklaring afleggen over de motie op stuk nr. 33. Mijn fractie vindt kinderopvang een belangrijke voorwaarde om vrouwen en mannen optimaal op de arbeidsmarkt te laten functioneren. In het onderwijs zijn veel mensen nodig. Voldoende kinderopvang is een van de zaken die kan helpen om leerkrachten voor het onderwijs te behouden of te werven. De CDA-fractie is echter van mening dat Kamerbreed nagedacht dient te worden over voldoende kinderopvang voor alle sectoren van de arbeidsmarkt. Het is een voorziening waarvan eenieder die dat wil, gebruik moet kunnen maken. Kiezen voor oormerken alleen ten behoeve van het onderwijs strookt niet met deze intentie. De CDA-fractie zal dan ook tegen de motie op stuk nr. 33 stemmen.

In stemming komt de motie-Wijn (26200-VIII, nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Barth c.s. (26200-VIII, nr. 23).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rehwinkel c.s. (26200-VIII, nr. 24).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rehwinkel c.s. (26200-VIII, nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rabbae c.s. (26200-VIII, nr. 27).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA en de RPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Rabbae/Van Bommel (26200-VIII, nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Bommel (26200-VIII, nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Bommel (26200-VIII, nr. 30).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de RPF deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Bommel c.s. (26200-VIII, nr. 31).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Lambrechts c.s. (26200-VIII, nr. 33).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66 en de VVD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Lambrechts c.s. (26200-VIII, nr. 34).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Vlies (26200-VIII, nr. 35).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven