Woensdag 11 november 1998
10.15 uur
Tegenwoordig zijn 109 leden, te weten:
Van den Akker, Albayrak, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Arib,
Augusteijn-Esser, Balemans, Balkenende, Barth, Van Beek, Belinfante, Van den
Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Blok, Bolkestein,
Brood, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone,
Dankers, Van Dijke, Dijkstal, Dittrich, Van den Doel, Van Dok-van Weele, Duijkers,
Eisses-Timmerman, Essers, Feenstra, Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Gortzak,
De Graaf, De Haan, Halsema, Van Heemst, Herrebrugh, Hillen, Van der Hoek,
Van der Hoeven, Hofstra, Kalsbeek-Jasperse, Kamp, Kant, Karimi, Klein Molekamp,
Van der Knaap, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Leers, E. Meijer, Th.A.M. Meijer,
Van Middelkoop, Nicolaï, Niederer, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl,
Oedayraj Singh Varma, Oplaat, Örgü, Passtoors, Poppe, Rabbae, Rehwinkel,
Reitsma, Van 't Riet, Rietkerk, Rosenmöller, Rouvoet, Santi, Scheltema-de
Nie, Schreijer-Pierik, Schutte, Smits, Van der Staaij, Stellingwerf, Timmermans,
Udo, Valk, Te Veldhuis, Verbugt, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van
der Vlies, Van Vliet, Voorhoeve, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, Waalkens,
Wagenaar, Van Walsem, Weekers, Van Wijmen, Wilders, De Wit, Witteveen-Hevinga,
Van Zijl en Van Zuijlen,
en de heren Peper, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Korthals, minister van Justitie, en G.M. de Vries, staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering
van de leden:
Eurlings en Middel, wegens bezigheden elders;
Noorman-den Uyl, Waalkens en Witteveen-Hevinga, wegens bezigheden elders,
alleen voor de middag- en avondvergadering;
Hoekema, wegens verblijf buitenslands, ook morgen;
Van Ardenne-van der Hoeven, wegens verblijf buitenslands, alleen voor
de ochtendvergadering.