Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet, de Waterschapswet en de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet met betrekking tot de werktuigenvrijstelling (Wet wijziging werktuigenvrijstelling) (25736), en over:

- de motie-Noorman-den Uyl c.s. over een financiële-effectrapportage (25736, nr. 6);

- de motie-Van der Hoeven c.s. over een nulpuntmeting (25736, nr. 7).

(Zie vergadering van 28 oktober 1998.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Luchtenveld (VVD):

Mevrouw de voorzitter! De VVD-fractie is zowel bij de schriftelijke als bij de mondelinge behandeling van dit wetsvoorstel kritisch geweest, omdat wij er niet van overtuigd waren dat dit wetsvoorstel onbedoeld niet toch een lastenverschuiving ten nadele van het bedrijfsleven ten gevolge zou hebben. Bovendien vreesden wij dat er weer nieuwe jurisprudentie zou komen op een dossier waar al veel jurisprudentie is gevormd, waardoor een overbelasting van de rechterlijke macht zou ontstaan. Wij hebben echter goed geluisterd naar de argumenten van de regering, die wel heil verwacht van dit wetsvoorstel en er bovendien van overtuigd is dat er niet van een lastenverschuiving naar het bedrijfsleven sprake zal zijn; bovendien is het in de praktijk beter toepasbaar. Dat heeft ons er uiteindelijk toe gebracht om, alles overwegende, toch voor het wetsvoorstel en voor de moties op de stukken nrs. 6 en 7 te gaan stemmen.

De artikelen I t/m V en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Noorman-den Uyl c.s. (25736, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Hoeven c.s. (25736, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven