Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 23 november 1998:

  • - van 11.00 uur tot 18.00 uur van de vaste commissie voor Financiën over het wetsvoorstel Aanpassing van de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Coördinatiewet Sociale Verzekering en in samenhang daarmee enige andere wetten naar aanleiding van de voorstellen van de werkgroep Fiscale behandeling pensioenen (Wet fiscale behandeling van pensioenen) (26020).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De fractie van de PvdA heeft om heropening van de beraadslaging gevraagd over deVoorzitter begroting van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieube heer. Dat betekent dat wij vandaag de stemmingen onder de punten 13 en 14 van de agenda niet kunnen houden. In de loop van deze dag zal ik een voorstel doen over het moment waarop de heropening zal plaatsvinden.

Het woord is aan de heer Balkenende.

De heer Balkenende (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Wij worden de laatste tijd geconfronteerd met allerlei tegenvallers in de sfeer van de sociale fondsen. Het eerste bericht kwam van de Ziekenfondsraad, die verwachtte dat het vermogenstekort 2 mld. hoger zou zijn dan waarvan het kabinet was uitgegaan. Het volgende bericht kwam van het LISV, dat een hoger tekort – van 1 mld. – bij de arbeidsongeschiktheidsfondsen voorspelde. Zowel de Ziekenfondsraad als het LISV is ingegaan op de eventuele gevolgen voor de vaststelling van de premies.

Nu heeft het kabinet in antwoord op een vraag van het CDA gezegd dat het wat betreft de kritiek van de Ziekenfondsraad niet gaat om 2 mld. maar om 700 mln. Wij krijgen voortdurend informatie die duidt op een slechter perspectief van de sociale fondsen. Mijn fractie heeft behoefte aan een brief van het kabinet aan deze Kamer waarin meer in samenhang wordt ingegaan op de problematiek van de sociale fondsen, op de financiële positie en vooral op de gevolgen van een en ander voor de vaststelling van de premies. Verder is er ook nog discussie over de hoogte van de premies voor werkgevers en werknemers.

Voorzitter! Het derde onderwerp, de financiering van de AOW op langere termijn staat hier enigszins los van. Het is een apart onderwerp, maar mogelijk is er ook aanleiding om daarover nadere informatie te vragen aan het kabinet. Ik weet dat de heer Van Zijl daarover vragen heeft gesteld, maar voorzover het past in dit kader, is het wellicht nuttig om daarover informatie te vragen.

Kort en goed, wij zouden graag een brief van het kabinet zien waarin in samenhang wordt ingegaan op vraagstukken van de sociale fondsen, de tekorten die zich aandienen, de financiële aspecten en de gevolgen van een en ander voor de premievaststelling, ook op de iets langere termijn.

Mevrouw Schimmel (D66):

Voorzitter! Ik ondersteun dit verzoek van de heer Balkenende.

De heer Van Zijl (PvdA):

Voorzitter! Ik heb de schriftelijke vragen in de hand, maar ik sluit mij gemakshalve aan bij het verzoek van de heer Balkenende om te reageren op naar mijn idee ten onrechte paniekerige berichtgeving in NRC Handelsblad. Kunnen de minister en de staatssecretaris hun licht daarover laten schijnen en ons daarvan in kennis stellen?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Inderdaad zullen de schriftelijke vragen met dit mondelinge verzoek gecombineerd worden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Milliano.

De heer De Milliano (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Gaarne had ik vandaag rechtstreeks het woord gericht tot de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, maar helaas is zij niet aanwezig. Via de Volkskrant van zaterdag liet de minister weten dat zij het aantal landen met een bilaterale hulprelatie wil terugschroeven, zelfs van 80 naar 20. Je kunt dit een drastisch saneringsvoorstel noemen. Andere recente uitlatingen van de minister in de media waren: de kas is leeg; de hulp is te weinig resultaatgericht; er is een groot organisatorisch probleem op het departement voor Ontwikkelingssamenwerking. Waarom moeten wij dit alles via de media vernemen? Over een maand immers voeren wij het debat over de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking. Met welke minister spreken wij dan: de minister die de door haar ingediende begroting en het onderliggende beleid steunt, of de minister die datzelfde beleid via de media naar de open haard verwijst? Deze schizofrene situatie belemmert naar onze mening een zinvolle begrotingsbehandeling.

Vandaar dat de CDA-fractie de minister vraagt om ons volgende week een brief te doen toekomen waarin zij helderheid geeft over de aard en de ernst van de problemen op haar ministerie, welke aanleiding geven tot deze drastische saneringsvoorstellen. Driekwart van de bilaterale hulprelaties moet immers opgezegd worden. Verder zou de brief een uitwerking moeten geven van de plannen van de minister...

De voorzitter:

Mijnheer De Milliano, u bent nu de mondelinge vragen die u niet kon stellen, omdat de minister er niet was, aan het oplezen. Misschien moet u iets meer in hoofdlijnen aangeven wat u van de minister wilt. Als u nu uw mondelinge vragen stelt, houdt u weinig meer over.

De heer De Milliano (CDA):

Ik was net aan mijn laatste zin toe.

De voorzitter:

Tja, dat kon ik niet weten.

De heer De Milliano (CDA):

Verder willen wij dat de minister de uitwerking van haar plannen presenteert aangaande prioriteiten van het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid op het vlak van de criteria landenkeuze, kanaalkeuze en thema.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter! Mijn fractie heeft in dit verband al een brief gestuurd naar de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken met het verzoek om de commissie deze week in procedurevergadering bij elkaar te roepen om hierover te spreken. Ik wil mij nu evenwel aansluiten bij het verzoek van de heer De Milliano, waardoor die procedurevergadering niet meer nodig is.

De voorzitter:

Is de brief die u aan de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken gestuurd hebt, al rondgestuurd aan de leden?

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Dat weet ik niet. Wij hebben die brief vanmorgen verstuurd.

De voorzitter:

Gezien de debatten die ik hierover met u gevoerd heb, heb ik de neiging om mij nu bij u aan te sluiten. Dat betekent dat de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken in een procedurevergadering moet bekijken wat zij allemaal boven tafel wil krijgen. Ik neem aan dat de heer De Milliano bereid is om zich bij dat voorstel aan te sluiten.

De heer De Milliano (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Mijn vraag is heel urgent, omdat wij al over drieënhalve week de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking bespreken. Ik vind dan ook dat dit niet een paar dagen uitgesteld kan worden. Daarom blijf ik bij mijn verzoek om een brief.

De voorzitter:

Ik zie dat de ondervoorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hier ook iets over wil zeggen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! De beantwoording van de schriftelijke vragen ter voorbereiding van de begrotingsbehandeling zal ons rond 12 november bereiken. Het lijkt mij voor de hand te liggen dat de brief waarom de CDA-fractie vraagt, ons op hetzelfde tijdstip kan bereiken, opdat wij daar in het wetgevingsoverleg rekening mee kunnen houden.

De voorzitter:

Ik denk dat mevrouw Karimi daar heel goed mee kan leven. Ik stel dan ook voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, opdat de Kamer vóór 12 november die brief kan verwachten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! De orkaan Mitch heeft behoorlijk veel vernielingen aangericht in een aantal Midden-Amerikaanse landen, onder andere Honduras en Nicaragua. Er zijn daarbij ook mensen om het leven gekomen. Mijn fractie zou de Nederlandse regering willen vragen om zo snel mogelijk met ruimhartige financiële steun te komen in de richting van die landen. Wij zouden minister Herfkens willen vragen om de Kamer daar nog deze week over te informeren.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter! Ik sluit mij graag aan bij dat verzoek om informatie. Ik heb begrepen dat de minister inmiddels al noodhulp heeft toegezegd. Ik zou graag willen weten waar die uit bestaat. Ik zou voorts graag willen weten wat de internationale gemeenschap verder nog doet. Misschien kan de regering ons daarover informeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter! De fracties van de VVD en de PvdA zouden u willen verzoeken om het wetsvoorstel uitvoeringsorganen volksgezondheid van de agenda af te voeren in verband met het inwinnen van nadere informatie.

De voorzitter:

Ik vraag mij af of dat niet een beetje laat is, maar ik zal een nader voorstel doen.

Mevrouw Bijleveld-Schouten (CDA):

Voorzitter! Zou ik misschien een kleine aanduiding kunnen krijgen van de vorm van de nadere informatie die nog nodig zou zijn?

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter! Er ligt weliswaar een wetsvoorstel, maar wij willen daar nog een aantal vragen over stellen. Deze zullen bij de procedurevergadering van de vaste commissie voor VWS aan de orde komen.

Mevrouw Bijleveld-Schouten (CDA):

Voorzitter! Dan heb ik er wel bezwaar tegen. Het wetsvoorstel is in de procedurevergadering gereed verklaard voor plenaire behandeling. Als zodanig is dat ook aangemeld. Ik vind het stellen van een enkele vraag wel een erg vage omschrijving. Ik maak er dus bezwaar tegen dat dit wetsvoorstel wordt afgevoerd.

De voorzitter:

Ik zie de voorzitter van de vaste commissie voor VWS niet, maar ik zal hierover nader bij haar informeren, want zij heeft gemeld dat dit wetsvoorstel gereed was voor plenaire behandeling. Daarna zal ik eventueel een nader voorstel doen.

Naar boven