Aan de orde zijn de stemmingen over vier moties, ingediend bij het debat over jeugdzorg, te weten:

- de motie-M.M. van der Burg c.s. over 50 plaatsen in de achtervanginstellingen (25619, nr. 7);

- de motie-Van Vliet c.s. over het voor 10 april verstrekken van gegevens (25619, nr. 8);

- de motie-Sipkes c.s. over een hardheidsclausule voor de ouderbijdrage (25619, nr. 9);

- de motie-Bremmer/Van der Vlies over het weer invoeren van de strafrechtelijke ondertoezichtstelling vanaf 10 jaar (25619, nr. 10).

(Zie vergadering van 1 april 1998.)

In stemming komt de motie- M.M. van der Burg c.s. (25619, nr. 7).

Mevrouw Van der Burg (PvdA):

Voorzitter! Gelet op de brief die wij van de staatssecretaris hebben ontvangen, wil ik deze motie aanhouden.

De voorzitter:

De motie was al bijna aangenomen, maar ik had de stemmen nog niet geteld. Ik vraag u wel om dit soort verzoeken op de valreep een uitzondering te laten zijn.

Mevrouw Van der Burg (PvdA):

Voorzitter! Dan trek ik mijn opmerking in. Laat deze motie maar in stemming komen. U was immers al halverwege.

De voorzitter:

Als dat het was, gaan wij nu toch stemmen over de motie op stuk nr. 7.

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de CD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Vliet c.s. (25619, nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Sipkes c.s. (25619, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Bremmer/Van der Vlies (25619, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SGP, het AOV, de CD en het lid Verkerk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven