Aan de orde zijn de stemmingen over vijf moties, ingediend bij het debat over Schiphol, te weten:

- de motie-Rosenmöller over het ten onrechte vastgesteld zijn van het gebruiksplan 1998 (24786, nr. 19);

- de motie-Van Gijzel over berekening van de Ke-contouren (24786, nr. 20);

- de motie-Van Gijzel over een contra-expertise van de PKB Schiphol en omgeving (24786, nr. 21);

- de motie-Poppe over een onafhankelijk toezichthoudend orgaan (24786, nr. 22);

- de motie-Rosenmöller/Reitsma over een onafhankelijk onderzoek (25466, nr. 6).

(Zie vergadering van 2 april 1998.)

In stemming komt de motie-Rosenmöller (24786, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de RPF en de Unie 55+ voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Gijzel (24786, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, het GPV, de SGP, de RPF, de groep-Nijpels, de Unie 55+ en het lid Verkerk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Gijzel (24786, nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+ en het lid Verkerk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Ik wil de minister van Verkeer en Waterstaat een vraag stellen. De minister heeft in het debat diverse keren aangegeven dat zij deze motie eigenlijk onuitvoerbaar acht. Mijn vraag is dan ook of de minister die stelling nog steeds verdedigt en of dit nog steeds de stelling van de regering is.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Voorzitter! Het is niet de bedoeling dat de regering voortdurend haar mening herziet. Nu deze motie aangenomen is, zullen wij daar echter overleg over plegen in het kabinet. De Kamer krijgt daar bericht over.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Als dat bericht snel komt, kan dat consequenties hebben voor onder andere de motie die ik met collega Reitsma heb ingediend. Ik verzoek u derhalve om vandaag niet over die motie te stemmen.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Rosenmöller stel ik voor, de motie-Rosenmöller/Reitsma (25466, nr. 6) van de agenda af te voeren. Ik neem overigens aan dat dit mede op verzoek van de heer Reitsma gebeurt.

De heer Reitsma (CDA):

Voorzitter! Ik ondersteun deze lijn. Ik heb wel nog een vraag aan de minister. De motie wordt tot volgende week aangehouden. Ik neem aan, dat de Kamer voor volgende week dinsdag bericht heeft.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Voorzitter! Het kabinet vergadert donderdag. Ik hoop dat wij de paasdagen kunnen benutten om een antwoord aan de Kamer te formuleren.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

In stemming komt de motie-Poppe (24786, nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven