Vragen van het lid Terpstra aan de minister van Financiën, over de tegenvaller van 2 mld. voor het volgende jaar (naar aanleiding van een artikel in de Volkskrant van 12 maart jl.).

De heer Terpstra (CDA):

Voorzitter! Uit berichten in de media blijkt dat de functie van minister van Financiën steeds moeilijker dreigt te worden en dat de positieve erfenis van deze minister dreigt weg te smelten als sneeuw voor de zon. Wij hebben als CDA deze minister steeds gesteund in het naleven van de Zalm/Zijlstra-normen. Daarom maken wij ons zorgen over de erfenis van deze minister. Ik zal geen vragen stellen over het uitlekken van de cijfers als zodanig, want zoals de minister en ik al jaren hebben afgesproken, moet je als het lekt de loodgieter roepen.

1. Zijn de uitgelekte cijfers in grote lijnen juist?

2. Vindt de minister de zorg van het CDA over de omvang van zijn erfenis juist, of totaal overbodig?

3. Bij de algemene financiële beschouwingen van het afgelopen jaar hebben wij iets minder lastenverlichting, en iets meer aflossen van de staatsschuld voorgesteld. Heeft de minister achteraf spijt van het feit dat hij dit plan heeft afgewezen?

4. Vindt overleg plaats met de minister van Volksgezondheid over een betere beheersing van de uitgaven, zoals in deze Kamer jaren is bepleit door de heren De Jong en Hoogervorst?

5. Vindt de minister aanvullende bezuinigingsmaatregelen voor 1998 en 1999 nodig? Zo ja, wordt daaraan gewerkt? Zo nee, waarom niet?

Minister Zalm:

Voorzitter! Het is in deze tijd van het jaar niet ongebruikelijk dat allerlei nieuwe cijfers in omloop komen omdat het CPB bezig is het Centraal economisch plan op te stellen. Tegelijkertijd is het kabinet zich aan het voorbereiden op vaststelling van de Voorjaarsnota, met parallelproducties van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de sociale zekerheid, en het ministerie van VWS over de volksgezondheid. Er is op dit moment geen definitief beeld. De cijfers waar de heer Terpstra op doelt, hebben te maken met de inschatting van het CPB van de overschrijdingen in de volksgezondheid, een onderwerp dat trouwens in veel verkiezingsprogramma's ruim wordt bediend voor de komende jaren. Dit onderwerp brengt nu al een onverwachte voorloper met zich mee, in het bijzonder bij de overschrijdingen op het gebied van medicijnen en hulpmiddelen. Het kabinet is zich hier nog over aan het beraden. Wij zullen in de Voorjaarsnota aangeven welke corrigerende maatregelen er te verwachten zijn, en welke door het kabinet worden voorgesteld. Wij moeten dus even wachten op de Voorjaarsnota, die wij eind deze maand hopen af te ronden en begin volgende maand aan de Kamer te zenden.

De heer Terpstra (CDA):

Voorzitter! Uiteraard ben ik bereid te wachten op de Voorjaarsnota. Maar een aantal vragen ging over het verleden. Heeft de minister achteraf gezien spijt van het afwijzen van het CDA-standpunt bij de algemene financiële beschouwingen?

Ik wil verder nog vragen stellen aan de financiële woordvoerders van de regeringspartijen. In de krant heb ik gelezen dat de heer Hoogervorst maatregelen noodzakelijk achtte, en de heer Ybema niet. Aan beide heren vraag ik wat hun standpunt op dit moment is.

Ik heb verder gelezen dat de heer Van der Ploeg nog geen mening had, omdat hij de stukken wilde bestuderen. Heeft hij nu wel een mening?

Minister Zalm:

Voorzitter! Ik heb geen spijt van het afwijzen van de CDA-voorstellen.

De voorzitter:

De heer Terpstra heeft ook vragen gesteld aan de financiële woordvoerders van de regeringspartijen. Willen zij ingaan op die vragen?

De heer Hoogervorst (VVD):

Voorzitter! Het kabinet heeft elk jaar bij dreigende overschrijdingen compenserende maatregelen genomen bij de Voorjaarsnota. Ik heb geen reden om aan te nemen dat het dit jaar anders zal zijn.

De heer Ybema (D66):

Voorzitter! Het is aan het kabinet om een standpunt terzake voor te bereiden, aan de hand van de aangereikte informatie. Wij vinden dat het een regeringsfractie niet past om nu al te roepen dat er extra bezuinigingen moeten komen. Wij wachten het standpunt van de regering af.

De heer Van der Ploeg (PvdA):

Voorzitter! Eerlijk gezegd, heb ik nog steeds geen mening over dit dossier. Ik wacht gewoon het standpunt van de regering af. Ik hoop en verwacht dat zij met een verstandig besluit zal komen.

De heer Meyer (groep-Nijpels):

Voorzitter! Ik wil iets meer duidelijkheid over een antwoord van de minister. Als de beoogde financiële ruimte, toegezegd voor zaken als wachtlijsten, de gezondheidszorg en de beoogde loonsverhogingen, onder druk komt te staan, kan dit dan betekenen dat een en ander naar beneden moet worden bijgesteld?

Minister Zalm:

Voorzitter! Wat wij hier hebben liggen – het is overigens nog zeer voorlopig – zijn ramingen bij ongewijzigd beleid, als er niets gebeurt. Wat het kabinet gaat doen, zult u in de Voorjaarsnota merken. Ik kan daar niet op vooruitlopen.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Een vraag aan minister Zalm en een vraag aan de heer Ybema.

Met name op het gebied van de zorg heeft er een overschrijding plaatsgevonden. Houdt dat niet in dat de norm van de minister ten aanzien van die sector in het verleden irrealistisch is geweest? Is met de overschrijding daarvoor het bewijs niet geleverd?

Dan de vraag aan de heer Ybema. Zijn lijsttrekker, mevrouw Borst, heeft voor de televisie aangekondigd dat zij een verhoging van de premies op dit terrein niet uitsluit. Is dat ook de mening van de fractie van D66?

Minister Zalm:

Voorzitter! Toen het regeerakkoord werd opgesteld, was bekend – dat is ook met zoveel woorden gezegd – dat de 1,3% in de zorg wel eens krap bemeten zou kunnen zijn en dat dit percentage uiteindelijk hoger zou kunnen uitvallen. Er is toen ook gesteld dat wij eerst zouden proberen om zoveel mogelijk kostenbesparende maatregelen te nemen. Vervolgens zouden wij wellicht voor de keus komen te staan dat er een hogere groei zou moeten worden toegestaan dan was gepland. Bij de laatste Miljoenennota was dat ook al het geval. Bij de uitgaven voor de zorg zijn wij toen verdergegaan dan in het regeerakkoord was afgesproken.

Nu doet zich een ontwikkeling voor op het gebied van met name genees- en hulpmiddelen, via een uitbundige prijs- en volumegroei. Daarover is in Kamerdebatten nooit in die zin gesproken dat wij zeiden: laten wij daar nu eens flink wat meer geld tegenaan gooien. Ook in de verkiezingsprogramma's komt dit thema niet als grote prioriteit voor. Wij moeten nu kijken wat ons te doen staat om deze ontwikkeling te redresseren. Wij zullen daarvan verslag doen als wij daarmee klaar zijn.

De heer Ybema (D66):

Voorzitter! Wij gaan ervan uit dat de regering haar uiterste best zal doen om de dreigende problemen met betrekking tot de uitgaven met passende maatregelen het hoofd te bieden, op de manier zoals de minister van Financiën dat zojuist aangaf. Wij gaan er ook van uit dat de regering, met minister Borst voorop, haar uiterste best zal doen om premieverhoging te voorkomen.

De heer Hoogervorst (VVD):

Voorzitter! Collega Terpstra vroeg de minister of het hem speet dat hij het CDA-voornemen niet heeft nagevolgd om te komen tot een geringere lastenverlichting en een verkleining van het tekort. Verleden week heeft het kabinet met steun van de voltallige Kamer een extra lastenverlichting van 875 mln. doorgevoerd vanwege de loonstrookjesellende van vooral ouderen. Heeft het CDA er spijt van dat men die extra lastenverlichting heeft gesteund?

De heer Terpstra (CDA):

Voorzitter! Nog belangrijker dan discussies over lastenverlichting vinden wij dat de regering moet doen wat zij belooft. De regering had koopkrachtbehoud beloofd en voor een deel heeft zij dat gecorrigeerd. Dat hebben wij gesteund.

Naar boven