Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragenvan het lid Verkerk aan de minister van Financiën, over de volgorde van de invoering van de euro ten opzichte van de oplossing van de transmillenniumproblematiek.

De heer Verkerk (AOV):

Voorzitter! De eerste signalen van de crisis die de millenniumproblematiek veroorzaakt, zijn er. Er wordt gesproken over crisismanagement door de heer Jan Timmer. Internationaal zijn grote problemen te verwachten. In Nederland werken betaalautomaten niet. Creditcards worden ongeldig. Horeca Nederland vraagt overheidssteun voor invoering van de euro, zeker nu de horeca ook al worstelt met het millenniumprobleem. Zowel millenniumprobleem als euro doen een groot beroep op analisten en andere computerdeskundigen, alsmede op systeemcapaciteit, maar het millenniumprobleem is een technisch probleem dat eerder moet worden opgelost. De invoering van de euro is een organisatorisch probleem dat erna volgt.

In de Kamerstukken over het millenniumprobleem worden het millenniumprobleem en de invoering van de euro gezamenlijk als prioriteit genoemd. Staatssecretaris Kohnstamm zegt in zijn stukken: in de ministerraad heeft het millennium probleem een hogere prioriteit dan de invoering van de euro. De belastingdienst plaatst het millenniumprobleem en de euro in dezelfde prioriteitscategorie. Minister Wijers schrijft in zijn brief over het millenniumprobleem: eerst het millenniumprobleem en daarna doet de financiële wereld een beroep op automatiseringsdeskundigen voor de euro.

Erkent de minister de prioriteit van het millenniumprobleem, of gaat de euro voor? Heeft dit consequenties voor het per 1 januari 1999 te starten girale verkeer in euro's? Heeft de minister verzoeken van zijn collega's gekregen om steun te verlenen aan het midden- en kleinbedrijf bij de invoering van de euro?

Minister Zalm:

In het kader van deze problematiek zijn drie data van belang. In de eerste plaats is dat 1 januari 1999, de mogelijkheid voor de start van de girale euro. In de tweede plaats is dat 1 januari 2000, de millenniumovergang. In de derde plaats is dat 1 januari 2002, de invoering van de chartale euro in de vorm van bankbiljetten en munten. Ik ben het geheel met de heer Verkerk eens dat de millenniumproblematiek voorrang heeft, voorzover dit binnen de overheid speelt. Er zijn twee diensten die al eerder ingesteld moeten zijn op de girale euro. Dat is in de eerste plaats de belastingdienst, die het met name voor internationaal opererende bedrijven mogelijk gaat maken om ook aangifte in euro's te doen. In de tweede plaats is dat het agentschap dat vanaf 1 januari 1999 leningen zal gaan uitgeven in euro's. Beide diensten zijn met een krachtsinspanning in staat om in de loop van dit jaar zowel de millenniumproblematiek als de europroblematiek op te lossen. Voor het overige ben ik het met de heer Verkerk eens: aangezien het millennium twee jaar eerder komt dan 2002, moet dat de grootste prioriteit hebben. Binnen de rijksoverheid wordt alle informatiseringscapaciteit hiervoor met voorrang ingezet. Andere automatiseringsactiviteiten die een minder urgent karakter hebben, worden daarvoor op termijn gesteld. Het millenniumprobleem gaat voor.

Over het midden- en kleinbedrijf is gedurig overleg. Toevallig heb ik vanmorgen nog overlegd met MKB Nederland. Daarbij ging het onder andere over de euro en de invoeringskosten daarvan. Ik meen dat wij daar op een later tijdstip op terug kunnen komen. Naar ik meen, is de wijze waarop de invoeringskosten van de euro in fiscale zin zullen worden behandeld, al aan de Kamer kenbaar gemaakt. Over de andere onderwerpen komen wij in de loop der tijd nog volop te spreken.

De heer Verkerk (AOV):

Voorzitter! Ik begrijp van de minister dat het millenniumprobleem de eerste prioriteit heeft. Een aantal andere zaken dat wat minder urgent is, wordt naar achteren gehaald. Kan de minister zeggen welke zaken dat zijn?

Hoe groot zijn de totale kosten die de overheid voorziet voor de overheid en voor heel Nederland? Er wordt nog steeds gesproken over 500 mln., maar er is nog slechts 63% van alle overheidssystemen onderzocht. De heer Timmer spreekt over 7 mld. à 10 mld. Dan komen wij dus aardig in de buurt van de 20 mld. voor heel Nederland. Dat bedrag heb ik al in november 1996 genoemd. Wanneer kunnen wij een begrotingswijziging verwachten? En met welk bedrag wordt de Voorjaarsnota wellicht gewijzigd?

Minister Zalm:

Voorzitter! Welke zaken naar achteren worden geschoven, zal per departement moeten worden bepaald. Vindt bijvoorbeeld een salarisverhoging voor de ambtenaren plaats per 1 april, dan willen wij toch wel even de loonadministratie hebben aangepast voordat de salarisverhoging wordt uitbetaald. Het is evident – het is in feite een soort omgekeerde bewijslast – dat alle capaciteit wordt ingezet voor de millenniumproblematiek, tenzij zaken zodanig urgent zijn dat zij geen uitstel kunnen velen.

In de loop van de komende maanden zal ieder departement daarvoor een plan op tafel moeten leggen, waarin aangegeven dient te worden dat zij het millenniumprobleem de baas kunnen worden.

De kosten voor de overheid en heel Nederland is een kwestie van voortschrijdend inzicht. De belastingdienst heeft ervaren dat bijvoorbeeld het testen van allerlei nieuwe programmatuur een kostenpost oplevert die je niet geheel voorziet. Daarna komt die echter beter in beeld. Op dit moment durf ik daarom geen nieuwe cijfers te verschaffen over de automatiseringskosten, noch rond de millenniumproblematiek, noch rond de invoering van de euro.

Mevrouw Wagenaar (PvdA):

Voorzitter! Uiteraard ben ik er zeer blij mee dat de minister prioriteit geeft aan het millenniumvraagstuk. Uit het oogpunt van efficiency en zeker uit het oogpunt van kosten vraag ik de minister of het niet mogelijk is beide operaties tegelijkertijd uit te voeren. Dat brengt in ieder geval een kostenbesparing met zich mee.

Minister Zalm:

Voorzitter! Ik vind dit een heel goede opmerking. Zo is het bij de belastingdienst ook gegaan, maar je moet wel de tijd hebben om het nog parallel te kunnen doen. Als het betekent dat je beide problemen na 2000 hebt opgelost, ben je te laat. Dan moet je echt gaan kiezen. Vaak gaat het om verouderde systemen die in één adem kunnen worden aangepast aan de millenniumproblematiek en aan de euro, maar soms gaat het om snel reparatiewerk om de millenniumproblematiek de baas te worden. Voorzover dat mogelijk is, gebeurt het dus parallel. Voorzover dat in de tijd die daarvoor beschikbaar is niet kan, gaat de millenniumproblematiek voor.

De heer Cherribi (VVD):

Voorzitter! Is de minister van plan aan het halen van de 3%-norm voor de euro dezelfde prioriteit te geven als aan de millenniumproblematiek? Hoe denkt de minister deze dubbele drempel voor 2000 zonder kleerscheuren te nemen?

Minister Zalm:

Voorzitter! De zaken beginnen nu steeds meer uit de hand te lopen wat betreft de competentie. Ik ben de minister die verantwoordelijk is voor de financiën en voor de euro. De coördinatie van de millenniumproblematiek ligt niet bij mij, zij het dat ik mij dat intern voor Financiën wel zeer aantrek. De 3%-norm is een harde norm. Zij staat volstrekt los van het feit dat wij de millenniumproblematiek tijdig moeten hebben opgelost, althans voor vitale objecten, zoals wij dat noemen. Als er eens een slagboom niet opengaat, is dat niet erg, maar als apparatuur niet meer werkt of als er geen uitkeringen meer worden verschaft, hebben wij natuurlijk wel een echt probleem.

Naar boven