Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het
wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten
van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar
1998 (25600 XIV).
(Zie vergadering van 9 oktober 1997.)
De voorzitter:
Ik deel mede, dat de heer Meijer zijn amendement (stuk nr. 31) intrekt.
De artikelen 1 t/m 5 en de artikelen 10.01 t/m 10.03 van de begrotingsstaat,
onderdeel uitgaven en verplichtingen, worden zonder stemming aangenomen.
In stemming komt het amendement-Meijer (stuk nr. 30, I).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks,
de SP, D66, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het
lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties
ertegen, zodat het is aangenomen.
Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk
nr. 30 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.
Artikel 10.04, zoals het is gewijzigd door aanneming van het amendement-Meijer
(stuk nr. 30, I), wordt zonder stemming aangenomen.
De artikelen 10.05 t/m 13.04 worden zonder stemming aangenomen.
Artikel 13.05, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Meijer
(stuk nr. 30, II), wordt zonder stemming aangenomen.
De artikelen 14.01 t/m 16.09 worden zonder stemming aangenomen.
De gewijzigde begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, wordt
zonder stemming aangenomen.
De begrotingsstaat, onderdeel ontvangsten, de begrotingsstaat, Agentschap
Bureau Heffingen, de begrotingsstaat, Agentschap Plantenziektekundige Dienst,
en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer, dat het lid Hendriks tegen het wetsvoorstel heeft gestemd
en de aanwezige leden van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.