Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de interpellatie-De Hoop Scheffer over een onderzoek van het IRT Noord- en Oost-Nederland naar een groot netwerk van mensensmokkelaars, te weten:

- de motie-De Hoop Scheffer over asielprocedures, mensensmokkel, en paspoortbescherming (25059, nr. 2).

(Zie vergadering van 17 oktober 1996.)

De voorzitter:

De heer De Hoop Scheffer heeft mij gevraagd om een heropening van de beraadslaging. Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. Ik neem aan dat het niet gaat om een debat. Dat zou sneu zijn, want dan hadden we nu helemaal niets meer te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Voorzitter! Het gaat inderdaad niet om een debat. Het gaat erom de gewijzigde motie die inmiddels is rondgedeeld, even toe te lichten. Daaruit is het eerste dictum verdwenen, waarin aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken werd gevraagd om op de kortst mogelijke termijn alle noodzakelijke maatregelen te nemen die zouden leiden tot een optimale beveiliging van het Nederlandse paspoort en de Kamer hierover te informeren. De staatssecretaris heeft dat in het interpellatiedebat vorige week met dezelfde woorden toegezegd. Dat is de reden dat de CDA-fractie verder dat deel van het dictum niet meer nodig acht en rekent op de staatssecretaris. Ik zie hem knikken. Dat is dus nog een extra stimulans, voor hem en voor ons, voorzitter!

Het tweede deel van het dictum betrof en betreft het diepgaand onderzoek naar het misbruik van de asielprocedure en mensensmokkel. De staatssecretaris van Justitie heeft gezegd dat zij niet zoveel behoefte heeft aan dat dictum, omdat er al een rapport is van het openbaar ministerie naar mensensmokkel. De staatssecretaris heeft daar op zich gelijk in. Dat rapport is er. Dat is van hoge kwaliteit. Het gaat echter niet in op twee belangrijke punten die het IRT Noord- en Oost-Nederland naar voren heeft gebracht in zijn onderzoek. Dat is de smokkel van illegalen, Nederland als draaischijf bij het doorsluizen van duizenden mensen en het misbruik van de asielprocedure. Dit zijn zeer belangrijke zaken. Mevrouw Schmitz en ik zijn het daar geheel over eens. Dat is de reden waarom ik toch het tweede deel van het dictum zou willen handhaven en de motie aldus in stemming zou willen zien komen.

Voorzitter! Collega Rouvoet wees mij erop dat in de eerste zin van de motie de woorden "op 16 oktober jl." volstrekt overbodig zijn, omdat het onderzoek door het IRT natuurlijk niet op 16 oktober jl. is verricht, maar over een langere periode. Ik vraag daarvoor verontschuldiging. De woorden "op 16 oktober jl." dienen dus in de eerste overweging niet gelezen te worden.

De voorzitter:

De motie-De Hoop Scheffer (25059, nr. 2) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het door het IRT Noord- en Oost-Nederland verrichte onderzoek een schokkend beeld geeft van de mate van misbruik van de asielprocedure, de fraudegevoeligheid van het paspoort en het gebrek aan coördinatie bij de verlening van Schengenvisa;

verzoekt de regering te komen tot een diepgaand onderzoek naar de aard en omvang van het misbruik van asielprocedures en de georganiseerde mensensmokkel en de Kamer vóór 1 maart 1997 mede te delen welke maatregelen zij zal nemen om deze vormen van georganiseerde criminaliteit te voorkomen en te bestrijden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 3 (25059).

De heer Remkes (VVD):

Voorzitter! Wij hebben zeer zorgvuldig gekeken naar wat in de gewijzigde motie werd gevraagd. Wij hebben ook nog eens even op ons laten inwerken welke toezeggingen vorige week donderdag tijdens het debat zijn gedaan. Wij zijn op grond daarvan tot de conclusie gekomen dat de gewijzigde motie overbodig is.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik neem aan, dat er geen bezwaar tegen bestaat om over de gewijzigde motie van de heer De Hoop Scheffer te stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-De Hoop Scheffer (25059, nr. 3).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD, de RPF, de SGP, het GPV en het lid Hendriks voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven