Vragen van het lid Dittrich aan de staatssecretaris van Justitie, over de opvang van asielzoekers op Schiphol.

De heer Dittrich (D66):

Mijnheer de voorzitter! Er schijnen op Schiphol problemen te zijn. Naar verluidt, zouden asielzoekers soms 36 uur lang in een wachtruimte worden ondergebracht, voordat zij in het aanmeldcentrum hun asielverzoek mogen indienen. Soms, zo luiden de berichten, is er ook geen tolk beschikbaar in hun eigen taal. Verder zijn er klachten dat de versnelde procedure op Schiphol gebruikt wordt om asielverzoeken die op het eerste gezicht niet kansloos zijn, toch in de versnelde procedure af te handelen. Daar is die versnelde procedure echter niet voor bedoeld. De advocaat heeft zo geen tijd om de asielzoeker op een goede manier te helpen.

D66 is altijd voor snelle procedures geweest, ook in het aanmeldcentrum, maar dan wel onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat een asielverzoek zorgvuldig wordt behandeld. De berichten over de gang van zaken op Schiphol baren ons dan ook zorgen. Advocaten dreigen met acties, zoals een staking. Daarom wil ik de staatssecretaris graag het volgende vragen.

Hoe komt het dat de advocaten uit Amsterdam, Leiden, Haarlem, Utrecht en Alkmaar – allerlei advocaten die op Schiphol werken – allemaal het vertrouwen in de procedure van het aanmeldcentrum hebben verloren?

Is de staatssecretaris het ermee eens dat die procedure alleen gevoerd kan worden, als er een goede samenwerking is tussen de advocaten en de immigratiedienst?

Wat gaat de staatssecretaris doen om dat geschonden vertrouwen te herstellen?

Is het waar dat de immigratiedienst veel zaken die inhoudelijk een nader onderzoek vergen, toch via de versnelde procedure afdoet en dat de protesten daartegen van de advocaten maar in 17% van de gevallen worden opgevolgd, terwijl die in de andere twee aanmeldcentra veel serieuzer worden afgewikkeld?

Staatssecretaris Schmitz:

Voorzitter! Over de procedure op Schiphol is al enige tijd overleg gaande met de advocatuurstichting asiel in het Amsterdamse. In juni jongstleden is tijdens een overleg door de advocatuur toegezegd dat de knelpunten geïnventariseerd zouden worden. Van de zijde van de immigratiedienst is toen toegezegd dat bekeken zou worden hoe de procedure in de andere aanmeldcentra in Rijsbergen en Zevenaar zich verhield tot die op Schiphol. Er is een vervolgoverleg afgesproken. Dat zou, op grond van die gegevens, aanstaande vrijdag worden gehouden. Ik ben dan ook een beetje verrast door de publiciteit hierover en de brief die ik afgelopen vrijdag kreeg. Die zaken fietsen namelijk door dat overleg heen, terwijl ik er echt vertrouwen in heb dat wij daar met elkaar uit kunnen komen.

Er zitten zeker wat spanningen in de samenwerking. De procedure is bekend. Het aantal zwaarwegende adviezen dat op Schiphol wordt overgenomen, ligt inderdaad aanzienlijk lager dan in Rijsbergen en Zevenaar. Daar staat echter tegenover dat van de daarna aangespannen voorlopige voorzieningen bijna 90% door de rechter wordt afgewezen. Ik meen dan ook dat de verschillen inhoudelijk niet zo groot zijn. Niettemin lijkt het ook mij dat herstel van het vertrouwen absoluut noodzakelijk is. Het overleg van aanstaande vrijdag zal dus plaatsvinden op grond van de al gemaakte afspraken. Mocht dat niet tot voldoende resultaat leiden, dan zal ik dat overleg verder persoonlijk voeren, omdat ik meen dat wij er zo snel mogelijk uit moeten komen. Overigens spreek ik tegen dat asielaanvragers om facilitaire redenen langer dan 24 uur in de procedure mogen zitten. Dat is duidelijk niet juist. Ik zal er mijnerzijds alles aan doen om de situatie snel te herstellen.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter! Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording. Het is inderdaad belangrijk dat, mocht men er aanstaande vrijdag niet uitkomen, zij zich persoonlijk met het herstel van vertrouwen bezig gaat houden. Ook voor asielzoekers is het echt belangrijk dat de procedure op Schiphol goed zal worden gevoerd. Maar ik hoorde haar zojuist zeggen, dat het onjuist is dat facilitaire redenen een oorzaak voor het wantrouwen van de advocatuur zijn geworden. Ik meen dat dit niet helemaal juist is. Ik heb namelijk begrepen dat de Koninklijke marechaussee sommige asielzoekers niet meteen naar het aanmeldcentrum brengt, want vanaf dat moment gaat de 24-uursprocedure lopen, maar dat ze de mensen eerst in een wachtlokaal zet, en bijvoorbeeld pas na 36 uur, als er genoeg mensen in het aanmeldcentrum werken, de asielzoekers naar dat centrum brengen. Als dat waar is, is dat in strijd met de afspraken die in de Kamer zijn gemaakt. Ik hoor daarop graag een nadere reactie van de staatssecretaris.

Voorts is mij gebleken dat er soms geen tolken beschikbaar zijn in de taal die de asielzoeker spreekt. Hij moet dan, soms nadat hij 36 uur in zo'n wachtlokaal heeft gezeten en dodelijk vermoeid is, zijn asielverhaal doen in een taal die hijzelf niet goed spreekt. Dat kan natuurlijk van invloed zijn op de afhandeling van zijn asielverzoek. Dát hebben we hier niet afgesproken. Ik hoor graag daarop een inhoudelijke reactie van de staatssecretaris.

Staatssecretaris Schmitz:

Voorzitter! Ik heb inderdaad al gezegd dat ik nauwlettend op de ontwikkelingen zal toezien en zo nodig direct met betrokkenen zal spreken. Ik heb overigens al contact gehad met de stichting Asiel Amsterdam over de tolkenkwestie, een punt dat ik was vergeten te noemen. Die kwestie is primair de verantwoordelijkheid van die stichting, die ik heb gevraagd, na te gaan waar de problemen liggen. Ik hoop dat spoedig te horen.

Misschien heb ik mij niet goed uitgedrukt, of wellicht is daar iets niet helemaal op orde. Ik heb gezegd dat mensen niet langer in de 24-uursprocedure mogen zitten omdat we daaraan niet toekomen of iets dergelijks. Mensen moeten overigens wel wachten. We proberen daarbij vrouwen en kinderen voorrang te geven. Maar wat de heer Dittrich zei, namelijk dat men eerst bij de marechaussee zou worden opgehouden, alvorens de 24-uursprocedure zou gaan lopen, zou onjuist zijn. Ik zal dat onmiddellijk laten nagaan, want dat kan absoluut niet de bedoeling zijn. Voor het overige is het goed dat ik na afloop van het overleg de Kamer op de hoogte houd van eventuele nader gemaakte afspraken.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! De spanningen die er zijn, zijn kennelijk al bekend sinds afgelopen juni. Zijn die spanningen niet meer dan alleen het feit dat de zwaarwegende adviezen van de advocatuur minder dan in de andere twee aanmeldcentra gehoord worden, met andere woorden: zijn er nog andere spanningen? De staatssecretaris toonde zich verbaasd over datgene wat collega Dittrich net zei over het beleid van de Koninklijke marechaussee, namelijk het langer laten wachten van asielzoekers in de wachtruimtes op Schiphol, wat mij op mijn beurt weer verbaast. Is zij bereid dit, voorafgaande aan het overleg met de IND en de advocatuur, grondig uit te laten zoeken of daar de marechaussee desnoods bij te betrekken? Is de "bij voorkeur" snellere behandeling voor zwangere vrouwen en kinderen overigens geen regel?

Staatssecretaris Schmitz:

Voorzitter! Ik heb melding gemaakt van verschil van inzicht, zo u wilt spanningen, omtrent het wel of niet overnemen van zwaarwegende adviezen. Wij zullen daar verder over praten. Ik begrijp uit de brief van jongstleden vrijdag en uit een artikel van de Orde van advocaten, dat er wat de orde betreft verschil van inzicht is over artikel 15c, lid 1, dus over de vraag of de kennelijke ongegrondheid onder de AC-procedure valt. Volgens al onze instructies op dat punt en de brieven aan de Kamer valt dat artikel wel degelijk onder de AC-procedure, maar wij moeten daar nog verder over praten. Verder denk ik overigens dat met een verbetering in de communicatie wellicht een en ander verder kan worden opgelost. Daarom wil ik daar zelf op toezien.

Ik zal mij informeren omtrent de rol van de marechaussee in dit geheel en hen zo nodig bij het overleg betrekken.

Vrouwen en kinderen – ze zijn niet altijd allemaal zwanger – horen inderdaad voor te gaan.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter! De fractie van de PvdA vindt de samenwerking met de advocatuur ook van het allergrootste belang. Het slagen van de procedure bij de aanmeldcentra is daar vrijwel van afhankelijk. Kan de staatssecretaris het verschil in benadering verklaren van het aanmeldcentrum Schiphol enerzijds en de aanmeldcentra in Rijsbergen en Zevenaar anderzijds wat betreft de conclusies die nu door de advocatuur worden getrokken?

Staatssecretaris Schmitz:

Voorzitter! Het verschil in benadering zit in het overleg over het al dan niet overnemen van het zwaarwegend advies. Die percentages lopen inderdaad duidelijk uiteen. In Zevenaar wordt het zwaarwegend advies het vaakst overgenomen. Daar loopt het overleg klaarblijkelijk beter. Rijsbergen volgt daar onmiddellijk op. Overigens is de uitkomst van wat uiteindelijk onder kennelijk ongegrond of niet-ontvankelijkafwijzing valt, praktisch hetzelfde. Dat varieert van 12,6% in Zevenaar tot 14,5% in Rijsbergen en 14,7% in Schiphol. De uiteindelijke uitkomst verschilt dus niet veel, maar er is wel veel verschil in het al dan niet overnemen van het zwaarwegend advies. Mijns inziens moet het overleg zich juist daarop toespitsen.

Naar boven